GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 15

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

tikel 6 heeft spreker er bezwaar tegen dat volstaan wordt met de bepaling, dat de Vereniging met kerken overeenkomsten kan aangaan zonder dat daarbij iets wordt gezegd over de inachtneming van de grondslag. Dr. H. B. Weijland is van oordeel, dat bij het opstellen van de nieuwe grondslag intenser getracht had dienen te worden het reformatorische van de Vereniging ook in de grondslag-formule vast te leggen. Voorts wijst spreker er op, dat in de bestaande relatie tussen de Vereniging en de Gereformeerde Kerken in Nederland de Vereniging zich heeft gesteld op de grondslag van de belijdenis van die kerken. Nu kan de Vereniging voor zich wel een nieuwe grondslag vaststellen, doch voor een deel van de universiteit heeft zij zich contractueel tegenover de genoemde kerken verplicht. Spreker meent derhalve, dat het niet mogelijk is dat voor de hele Vereniging en voor de hele universiteit een nieuwe grondslag zou worden aangenomen, aangezien daarmede in feite het verband dat contractueel met de Gereformeerde Kerken is aangegaan wordt aangetast. Het is ds. IJ. Nauta opgevallen, dat in het voorstel niet wordt gesproken over wat zijns inziens toch het hart van het Evangelie is nl. het stuk van ellende, verlossing en dankbaarheid, de kruisdood van Christus tot onze verlossing en spreker meent dat hieraan een passage in het concept zou dienen te wor-

Algemene Vergadering te Deventer.

den ingevoegd, vóór het gedeelte over de dienst aan God en aan de medemens. Ds. J. Bijleveld meent dat wanneer als grondslag het Evangelie van Jezus Christus wordt aangewezen, zulks onvoldoende is; ieder die zich als christen uitgeeft, hoe hij er ook over denken mag, beroept zich daarop. Wat nu eigenlijk de inhoud van het Evangelie is wordt met geen woord aangeduid. Wordt dit voorstel aangenomen dan krijgt de Vereniging een algemeen christelijke grondslag, waarbij de naam Vereniging op gereformeerde grondslag naar sprekers oordeel beslist niet meer past. Spreker zou willen voorstellen aan de passage over het Evangelie toe te voegen: ,,zoals het geopenbaard is in de Heilige Schrift en beleden in de Apostolische Geloofsbelijdenis en omschreven in de artikelen 7 tot 23 van de Heidelbergse Catechismus". Waar het woord ,,gereformeerd" kerkelijk belast is, pleit spreker ervoor de Vereniging te noemen: een Vereniging op reformatorische grondslag. Ds. } . A. Kwast acht het noodzakelijk, dat in het voorgestelde artikel 6 voor de theologische faculteit de Drie Formulieren van Enigheid als grondslag worden gehandhaafd als waarborg voor het specifiek gereformeerde karakter van de theologische opleiding, terzake waarvan een contract met de Gereformeerde Kerken bestaat. Op verzoek van de voorzitter geeft ds.

P. A', Kruyswijk een brede uiteenzetting over de totstandkoming van het onderhavige voorstel. Spreker wijst erop, dat met name gewogen heeft dat er een zodanige grondslagformulering moet komen, dat er een duidelijke stimulans van uitgaat voor de ongelooflijk zware taak die aan onze universiteit moet worden vervuld. Het artikel moet als het ware een klaroenstoot zijn. Men dient bij alle bezwaren, die men tegen het voorstel kan hebben — spreker heeft daar wel begrip voor — toch te bedenken, dat het onmogelijk is een formulering te brengen die niet voor verschillende interpretatie vatbaar is. Het Evangelie van Jezus Christus is toch metterdaad het centrale element in al ons doen en laten als universiteit, wil het goed zijn. Vandaar dat dit Evangelie tenslotte als grondslag is aangewezen. Spreker haalt nog aan uit 1 Cor. 3 : 1 1 het woord van Paulus: ,,Een ander fundament dan hetgeen gelegd is, nl. Jezus Christus, dat kan niemand leggen." Op verzoek van de voorzitter geeft ook prof. dr. G. C. Berkouwer een nadere toelichting op het voorstel. Naar aanleiding van de opmerking dat de gekozen formulering het zgn. modalisme — als zouden Vader, Zoon en Heilige Geest slechts openbaringsvormen van de ene God zijn — in de hand zou werken, merkt spreker op, dat dit probleem bij de voorbereiding van het concept in het geheel niet aan de orde is geweest. De op dit punt gebruikte woorden zijn een belijdenis in continuïteit met de christelijke kerk van alle eeuwen. Prof. Berkouwer onderstreept nog eens, dat de formulering van de grondslag met een ingebouwde garantie tegen misverstand onvindbaar is. Het gaat erom, dat de Vereniging en de universiteit uitspreken, dat zij zich willen laten terugroepen naar de grondslag van het Evangelie van Jezus Christus. Er is nu een andere formulering voorgesteld maar men mag die niet zien als een reductie, ook niet als een vervaging van het specifieke naar het algemeen-christelijke. De gevaren zullen wij alleen kunnen doorstaan door de kracht van de Geest. De voorzitter gaat in op de opmerking van het al of niet gereformeerd zijn van de voorgestelde grondslag. Wanneer Gods Woord centraal gesteld

vu-BLAD

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's