GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 226

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 226

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

^A—tir

Als armen aan de bel trekken moet dat worden gehoord Unctad-gebouw in Santiago

De VN-conferentie voor handel en ontwikkeling (Unctad), die op het ogenblik in Santiago (Chili) aan de gang is, vindt plaats in een gloednieuwe conferentietoren, waarvan de opzienbarend korte bouwtijd en het toegepaste technische vernuft al in West-Europa werden geprezen, voordat de conferentie begonnen was. Van de bovenste verdiepingen van het gebouw zijn de krottenwijken te zien die de Chileense hoofdstad rijk is. Hetgeen misschien een leerzaam uitzicht zou kunnen zijn voor die gedelegeerden, die voor de veelheid van in staten en tabellen vastgelegde theorie, de praktijk van de armoede in de ontwikkelingslanden uit het oog mochten hebben verloren. Het is waar, dat de Chileense president Allende, die 13 april in datzelfde gebouw de Unctad opende, in zijn toespraak de afgevaardigden van de rijke landen weinig kans gaf te vergeten waarvoor ze waren gekomen. Hij waarschuwde dat miljoenen arme mensen hun hoop op internationale samenwerking hebben gevestigd. 'Hun economie wordt beheerst door vreemde landen, buitenstaanders bezitten delen van hun grondgebied. Zij lijden nog steeds onder het juk van kolonialisme of de meerderheid van de bevolking is blootgesteld aan geweld, of rassenvooroordeel en apartheid. Als de huidige situatie niet verandert, zal vijftien procent van de landen van de derde wereld de hongerdood sterven,' aldus Allende. Zijn waarschuwingen bevatten geen nieuws. Elke Nederlander die wilde, had ervan kunnen weten. Wel was wat president Allende zei, aanzienlijk minder abstract dan vuistregels als:'Arm wordt armer en rijk wordt rijker' of 'de kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter', waarmee soms in rijke kringen wordt aangegeven dat het nu eenmaal zo is, en dat zij het ook niet 18

a

kunnen helpen. Een onhoudbare situatie is daarmee bijgezet in een gemeenplaats.

Kloof De bedoeling van de derde Unctad is, die situatie te veranderen en als dat niet onmiddellijk kan, eraan te peuteren. De kans van slagen is miniem. De 'kloof' mag een gemeenplaats zijn, nij is er daarom nog wel en hij groeit inderdaad. De westerse landen zagen hun aandeel in de wereldhandel tussen 1960 en 1970 stijgen van 67 tot 71,7 procent. Het aandeel van de socialistische landen liep in dezelfde periode terug van 11,1 procent tot 10,7 procent en dat van de ontwikkelingslanden van 21,3 tot 17,6 procent. De hulp, die de overheden van de rijke landen gaven (niet gratis overigens), liep in totaal terug van 0,52 procent in 1960 tot 0,34 procent van het nationaal produkt in

President Allende van Chili

1970, terwijl ze zich hebben verbonden de overheidshulp in de jaren 1970-'80 te doen stijgen tot 0,7 procent van hun nationaal produkt. De verwachtingen over wat deze Unctad de arme landen zal opleveren, zijn dan ook somber, tot zeer somber. Tijdens de eerste Unctad (1964 in Geneve) was het nog mogelijk dat de ontwikkelingslanden de ene resolutie na de andere erdoor joegen, weliswaar met de stemmen van rijke landen tegen, maar dat was toch een vorm van 'poëzie schrijven' (uitdrukking van de toenmalige secretaris-generaal van de Unctad, Prebisch), die vier jaar later in New Delhi nauwelijks meer werd beoefend. De rijke landen hadden daar de taktiek ontwikkeld die erop neer kwam dat de voorstellen, die ze van huis hadden meegebracht, zo lang mogelijk onder de tafel werden gehouden en dat intussen werd gewezen naar de eigen moeilijkheden.

Milieuprobleem Die zijn er uiteraard ook tijdens de huidige Unctad. Afgezien van alle andere geldige of minder geldige moeilijkheden waarmee de rijke landen te kampen hebben (de monetaire problemen) speelt er in het rijke westen bijvoorbeeld het milieuprobleem. Menige econoom, die tot dusver min of meer afgeronde denkbeelden had hoe de arme landen het best zouden moeten worden geholpen, weet het niet zo precies meer. De Groningse hoogleraar prof. dr. J. Pen schreef onlangs in het Hollands Maandblad over het rapport van het MIT aan de Club van Rome, dat het model van Forrester en Meadows het bange vermoeden wekt dat de positie van de ontwikkelingslanden tamelijk hopeloos is. 'Tenzij de bevolkingsgroei daar resoluut wordt afgestopt, zullen hun ontwikkelings-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 226

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's