GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 556

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 556

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Viiim (links) en drs. Dijkstra (reclits). Op de tafei een bakje met spinnen.

hebben ook spinnen de beschikking over een aantal signaalbewegingen, die zo duidelijk dreigend zijn, dat er dikwijls conflicten mee worden beslecht en waarbij de ene spin de ander uit de weg gaat. Dit geschiedt bijvoorbeeld door pootbewegingen die, net als elementen in het baltsgedrag een signaalbetekenis hebben gekregen. Een ander dier kan er uit afleiden wat hij te verwachten heeft.

Signalen Een wolfsspin kent een scala van gebaren en houdingen. Hij kan even een poot optillen (een van de acht) in de richting van een ander dier, een gebaar dat men zou kunnen interpreteren als: 'val me niet lastig'. Hij kan een poot optillen en die een poosje opgericht houden. Hij kan een poot enige malen in de richting van een tegenstander op en neer bewegen. Hij kan zich tegenover een andere spin in positie zetten, en de twee voorpoten opheffen. De stand van het achterlijf (abdomen) speelt ook een rol. Een spin kan hoog op z'n poten gaan staan, met het Uchaam horizontaal. Wanneer hij in die positie de voorpoten hoog uitstrekt, dan is dat de meest agressieve dreighouding. Er is dan een aanval te verwachten. Het kan echter ook voorkomen, dat de voorzijde van het lichaam is opgericht en de voorpoten dreigend naar voren steken, terwijl het achterlijf op de grond rust. Als een mannetje hoog op de poten staat en de tegenstander zit met zijn achterlijf omlaag, dan is bijna zeker te voorspellen dat het laatste mannetje zal gaan vluchten. Hiervoor is een verklaring te geven. De spin die het achterlijf aan de grond houdt, beveiligt zich als het ware. Met de spintepels in het achterlijf zet hij zich voortdurend vast. Wanneer hij verdreven mocht worden, zit hij nog altijd aan zijn draad vast. Hij is degene, die zijn veiligheid vooropstelt. (De gebeurtenissen in de bak trekken intussen enige aandacht. Het vrouwtje heeft nog niet veel anders gedaan dan zich beide mannetjes, van wie er één een voorzichtig begin van baltsgedrag is gaan vertonen, van het lijf te houden. Drs. Dijkstra zegt dat er gemiddeld tussen de 1 en 10 minuten verlopen tussen het begin van baltsen en een copulatie. Het andere mannetje zit als aan de grond genageld. Hij wordt, ter bevordering van een vlotte voortgang van de demonstratie, vervangen door een beter gemotiveerd exemplaar. Maar wat kan de oorzaak zijn van het afwijzend gedrag van het vrouwtje? Misschien is ze nog niet ontvankelijk (receptief) voor mannen, gezien haar leeftijd, zo veronderstelt prof. Vlijm.)

Vermijden Wanneer in een experimentele situatie twee mannetjes bij elkaar worden gezet, in gezelschap van een vrouwtje, of alleen met de 36

geur' van vrouwtjes in hun verblijf, dan komt het vroeg of laat tot agressieve handelingen. Na een of twee schermutselingen - die geen formele gevechten behoeven in te houden blijkt dat een van de mannetjes de ander stelselmatig uit de weg gaat. In het onderzoek van drs. Dijkstra is dat vermijdingsgedrag het criterium voor de beshssing. Elk element van het gedrag wordt geanalyseerd: behoort het bij een aanvallende, of bij een vluchtende houding. Elke gedraging wordt op die manier ingedeeld. Bij de wolfsspin kunnen verschillende oorzaken tot conflicten leiden. Bij mannetjes is dat vooral rivaliteit om vrouwtjes; bij vrouwtjes competitie om een ei-cocon; competitie om prettige ruimte. Een der vragen is: zijn er bij conflicten tussen spinnen duidelijk 'kanshebbers', spinnen waarvan met enige steekhoudendheid kan worden voorspeld, dat ze als overwinnaars uit de strijd zullen komen? Om op die vraag een antwoord te vinden werden verschillende categorieën mannetjes met elkaar geconfronteerd. Uit de proeven bleek dat mannetjes, die tot de confrontatie apart in een potje, een eenzaam vrijgezellen-bestaan hadden geleid, de overhand hadden boven mannen die in balts en copulatie hun sporen reeds hadden verdiend. De totale hoeveelheid seksuele activiteit die een mannetje heeft bedreven, werkte remmend op zijn aanvalsneigingen. Verder speelt ook de grootte een rol.

Zwaar-gewicht Een volwassen wolfsspin weegt tussen de 20

en 40 milligram. In de halfzwaar tot zwaargewicht klasse tussen de 30 en 40 milligram bleek het gewicht een rol te spelen bij het afwegen van de kansen. In het licht- tot halfzwaargewicht (20-30 mg) was daarover geen duidelijk beeld te krijgen. Maar ook bij spinnen boven de 30 mg moest het verschil in gewicht toch ten minste 3 mg zijn, wilde er een duidelijke uitslag zijn. In een experimentele situatie waarbij twee mannetjes met één vrouwtje worden samengebracht in een beperkte ruimte, is het een vrijwel absolute regel, dat het winnende mannetje copuleert. De onderzoeker zou nu, tevreden met dit logische resultaat, op zijn lauweren kunnen gaan rusten. Er zijn echter nog een paar vragen blijven liggen. Want hoe werken alle proefondervindelijk vastgestelde feiten in een normale spinnenbevolking? In een grote bak, met zand en stenen, werd een spinnenvolk losgelaten, dat wat samenstelling betreft, overeenkwam met wat in de natuur te zien was. Twee jaar geleden werd zo'n proef voor het eerst gedaan. Er kwam toen inderdaad uit, dat het grootste mannetje ook het meest dominante mannetje was. Tevens paarde hij het meest. De methode die werd gevolgd kwam grofweg overeen met het bijhouden van een soort voetbalcompetitie: wie 'vecht' met wie; wie is winnaar; wie verliest. De bak werd over een lange periode acht uur per dag in de gaten gehouden, 's Nachts werden mannetjes en vrouw1:jes apart gezet om te voorkomen dat er ongeziene copulaties zouden plaatsgrijpen. De proef werd later herhaald. Er kwam een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 556

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's