VU Magazine 1975 - pagina 99

m

magazine

concurrenten kan de president niet gebruiken. Daarom tracht hij ze nu te elimineren. Ook hier dus weer een schijnbaar 'progressieve' maatregel - in het kader van een eigen afrikaanse staatsopvatting - gericht tegen het belang van het gewone volk. Geconfronteerd met deze situatie kan men de vraag stellen wat men vanuit Nederland na de jongste maatregelen t.a.v. het christelijk onderwijs kan doen. In de eerste plaats moet men stellen dat protesteren tegen de afschaffing van het godsdienstonderwijs als zodanig en het opheffen van de theologische faculteiten niet op zijn plaats lijkt. Terecht zou men van zaïrese zijde kunnen vragen waarom men niet eveneens bij de franse ambassade heeft geprotesteerd, omdat de situatie in dat land m.b.t. het godsdienstonderwijs net zo is. Ongetwijfeld zou men eraan toevoegen dat de indruk bestaat dat men protesteert, omdat men denkt dat men als blanke nog steeds aan een Afrikaan kan voorschrijven hoe hij zijn onderwijs moet inrichten. Men zou er ten overvloede op wijzen dat die tijd voorbij is. De franse staat respecteert en beschermt echter wel de godsdienstige overtuiging van zijn burgers. De zaïrese grondwet spreekt in dezelfde zin over de relatie van de staat t.a.v. de godsdienst. Het is echter zeer de vraag, of de staat deze plicht na de jongste maatregelen nog wel zal vervullen. Hoe ver zal de staat gaan in haar poging het volk te doordringen van de ideologie van Mobutu? Een ideologie, die niet gericht is op het welzijn van het volk - tenzij men welzijn definieert als het zich vergapen aan een bokswedstrijd -,maar op het welzijn van één man: Mobutu. Voorlopig kunnen we hiervandaan niet veel anders doen dan erop toezien dat men ginds wel de vrijheid krijgt om zijn kinderen die opvoeding te geven die men zelf voor hen uitkiest. Zal er bijv. een mogelijkheid geschapen worden om kinderen, waarvan de ouders dat wensen, naast het gewone lesprogramma christelijk onderricht te geven, zoals dat bijv.

in Frankrijk op de vrije donderdagmiddag gebeurt? Zal het de theologische faculteiten mogelijk zijn als kerkelijke seminaries verder te gaan? Waar wij kunnen, zullen we aan de kerken - en dan denk ik voor de VU vooral aan de protestantse kerken - hulp in die richting moeten geven. Tevens denk ik aan de theologiestudenten, die één jaar voor de voltooiing van hun theologische opleiding uit de universiteit worden gezet. Zou daar niets voor te doen zijn? Voorlopig kan men verder m.i. niet anders doen dan afwachten wat voor uitwerkingen de maatregelen verder hebben en de kerken helpen antwoorden te vinden op de nieuwe situatie waarvoor zij geplaatst zijn. Inmiddels durf ik echter nu al wel te voorspellen dat, als de huidige situatie zo blijft, het leven voor de kerken steeds moeilijker zal worden. Het zal hier niet bij blijven.

Amerika Er is echter iets wat me nogal dwars zit in die hele toestand in Zaïre. Dat is de rol die de Amerikanen erin spelen. Zoals bekend waren het vooral amerikaanse missionarissen, die het protestantisme in Zaïre brachten. Nu nog is de hulp, die de voormalige amerikaanse moederkerken aan de kerk geven indrukwekkend. Maar anderzijds staat het onomstotelijk vast, dat dezelfde Mobutu die zich nu gedreven door eigen belang tegen de kerken keert een man is, die gesteund wordt juist door amerikanen. Het staat vast dat hij in De tam-tam wordt gedemonstreerd aan drs. A. van Noord en prof. dr. D. C. Mulder (van de commissie Buitenland van de VU) bij hun bezoek aan Zaïre.

1965 aan de macht is gekomen met medeweten en steun van de Amerikanen. In Kinshasha is een zeer grote amerikaanse ambassade; voor de persoonlijke veiligheid van de president staan amerikaanse agenten borg. Daarnaast is de positie van Mobutu t.a.v. de Amerikanen de laatste tijd sterker geworden. Ze hebben hem meer dan ooit nodig als hun man in dat deel van Afrika. Dat komt in de eerste plaats doordat Angola onafhankelijk wordt en waarschijnlijk een linksachtig regime zal krijgen. Daarnaast is er olie gevonden voor de kust van Zaïre. Iets wat het interessant maakt bevriend te blijven met de man, die die olie te zijner tijd kan gaan verdelen. Dit betekent, dat die man - zich ongetwijfeld bewust van zijn groeiende zelfstandigheid - zich dingen kan gaan permitteren, zonder dat de Amerikanen, die er niet blij mee zullen zijn, hem laten vallen. Dat is voor mijn gevoel het verschrikkelijke van de huidige situatie, dat het Amerikanen waren die vroeger ten koste van geweldige offers - de Congo werd vroeger het graf van de missionarissen genoemd - het protestantse christendom in Zaïre gebracht hebben, terwijl het nu de amerikaanse regering is, die uit machtspolitieke overwegingen een dictator steunt, die niets liever wil dan de vruchten van dit vroegere zwoegen zo snel mogelijk te laten verdwijnen. Als er geprotesteerd moet worden tegen de jongste maatregelen inzake het christelijk onderwijs, moet het zijn bij vooral die instantie die Mobutu de hand boven het hoofd houdt. Waarbij we wel moeten bedenken dat de Amerikanen niet anders zijn dan representanten van het westen; immers ook Nederland profiteert via het bedrijfsleven van de aldaar bestaande situatie. Dat het op deze wijze kan komen tot steun van het christelijke westen aan een dictator die de kerk in eigen land tracht te elimineren is een inzicht dat ons eens te meer de schizofrenie van onze eigen toestand onder ogen brengt. In harmonie leven met deze schizofrene situatie lijkt me abnormaal, maar dat brengen we hier kennelijk op.

B estuursverkiezing In verband met de vacature binnen het bestuur der Vereniging, ontstaan door liet vertrek van ir. G. de Boer, is onder de leden der Vereniging ter voorziening in deze vacature een schriftelijke stemming gehouden. Van het totaal aantal uitgebrachte stemmen (2828) kreeg ir. C. J. van Zwet te Eindhoven 2276 stemmen, ir. C. Meima te Alkmaar 543 stemmen en werden er 9 blanco/ongeldige stemmen uitgebracht. De heer van Zwet is derhalve in het Bestuur benoemd. Het bestuur der Vereniging is thans als volgt samengesteld: mr. D. Schut (voorzitter) mr. J. W. Ubbink (secretaris) H. van Namen (penningmeester)

mevr. J. van Leeuwen ds. K. M. R. van der Beek H. W. Velema ir. C. J. van Zwet prof. dr. G. J. Sizoo (erelid)

Statutenwijziging In december 1974 is in verband met de Blauwdruk ReVUsie aan alle leden der Vereniging een voorstel tot wyziging der statuten toegezonden met het verzoek hun standpunt kenbaar te maken. Van het totaal aantal ontvangen reacties (2999) waren er 2960 positief, 7 negatief en 32 blanco/ongeldig, zodat de voorgestelde wijzigingen hiermee zijn aanvaard.

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen