GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 298

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 298

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

HULP OF ONTWIKKELING door dr. O. Notohamidjodjo S.H. 'Hulp of ontwikkeling' is de titel van de dissertatie, waarop dr. W. G. Zeylstra kort geleden aan de VU is gepromoveerd. Het proefschrift, dat in goed Engels en in een rustige stijl is opgesteld, valt in twee delen uiteen. Het eerste deel draagt de titel: 'Het verschijnsel van internationale ontwikkelingshulp'. Het tweede deel behandelt: 'De specifieke problemen van ontwikkelingslanden'. In deel I wordt uiteengezet, dat de aard van ontwikkelingshulp is van internationaal karakter, ondanks haar afhankelijkheid van nationale beslissingen. Voor de verdere behandeling van internationale ontwikkelingshulp geeft de auteur de omschrijving, dat de hulp is te beschouwen als coöperatie met een vreemde staat of autonome politieke eenheid met het doel die staat of autonome politieke eenheid te helpen ter bevordering van zijn economische groei en sociale vooruitgang. De ideologische achtergrond van ontwikkelingshulp is van typisch Westerse oorsprong en veronderstelt de nationale staat als natuurlijke eenheid voor ontwikkeling. Ontwikkelingshulp drukt uit een missionaire inspiratie om de Westerse 'way of life' te propageren. Bovendien is ontwikkelingshulp een praktisch verschijnsel en heeft historische componenten. Deze zijn tweevoudig: de eerste is het idealisme, dat de verbonden staten in beslag nam, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog voor de algemene nood als gevolg van de opofferingen in de oorlog. De tweede component is dat vreemde hulpverlening gezien wordt ais middel om nationale belangen na te streven nadat ze was verkeerd van tijdelijke tot voortdurende praktijk. In het Marshall-plan vindt ontwikkelingshulp zijn model. Het gevolg van de Truman-doctrine was de hulpverlening buiten Europa. Als zodanig nam het de vorm aan van het Point Four program. Een ander aspect is, aldus de schrijver, de genetische betrekking van de hulpverlening tot Dekolonisatie. Op het wereldtoneel verschijnen daarom de vroegere Europese koloniale machten als belangrijke contributors in de ontwikkelingshulp. Verder was ontwikkelingshulp gepresenteerd als in de grond een financieel vraagstuk en het resultaat van dat gezichtspunt. Op basis van de Marshall-hulp zijn economen geneigd ontwikkeling gelijk te stellen met economische groei. Met die zienswijze wordt ontwikkelingshulp onderworpen aan een strategie ter bevorde32

ring van het nationaal belang. We zien dan ook de degradatie van de ontwikkelingshulp tot een tweede, lager niveau. De ontwikkelingshulp-politiek vloeit voort uit een economische theorie als grondslag. Met welk doel development aid wordt gegeven, ontwikkelingshulp wordt erkend als bijdrage tot de ontwikkeling van het ontvangende land. Ondanks de teleurstellende resultaten van de ontwikkelingshulp-politiek, die hoofdzakelijk vertrouwt op de invoer van kapitaal, onthielden economen zich van verwerping van zulk politiek en blijkbaar waren ze niet in staat in de plaats daarvan wat anders aan te bevelen. Dit is ten dele daaraan te wijten

In dit nummer de tweede reactie van prof. dr. O. Notoliamidjodjo uit Salatiga op liet proefschrift van dr. W. G. Zeylstra. Het eerste artikel verscheen in het meinummer van vu-magazine.

dat economen gedurende twee decaden economische gedachten identificeerden met politieke doeleinden. De meeste ontwikkelingseconomen veranderden tot bevooroordeelde verdedigers van de bestaande wereldorde. Zetten wij het onderzoek onder leiding van de auteur verder met deel II: 'De specifieke problemen van de ontwikkelingslanden', dan begint hij met uiteen te zetten, dat het begrip ontwikkeling een rationeel doel dient, namelijk om onderontwikkeling te elimineren, waarbij ontwikkeling essentieel opgevat wordt als een economisch begrip. Het is typisch de zwakke schakel tussen ontwikkelingstheorie en ontwikkelingshulptheorie dat van die eerste de laatste behoefde een begrip van onderontwikkeling hoewel de eerste voortkwam uit definities van ontwikkeling die in werkelijkheid geen ruimte overlaat voor zulk een afzonderlijk begrip. Hoe het ook zij, ontwikkelingshulp kwam in het aanzijn als politiek verschijnsel, welk hulptheorie aanvaard is als een gegeven feit en die ondernam hem te voorzien van een rationele basis. De term onderontwikkeling werd uitgevonden vanwege de politieke noodzaak een scheidingslijn te trekken tussen landen, die gekwalificeerd worden hulp te verschaffen en landen die gekwalificeerd worden hulp te ontvangen. Maar gelijk ontwikkeling is onderontwikkeling noodzakelijk subjectief Dit houdt in, dat bijna alle onderontwikkelde landen, die hulp aanvaarden van de geïndustrialiseerde landen, als standaard van vergelijking. Hoewel bewustheid van onderontwikkeling gelijktijdig ontwaakt met de verschijning van ontwikkelingshulp, moeten we weten, dat ontwikkelingen, die leiden tot de voorwaarden die onderontwikkeling herkenbaar maken, kan teruggetraceerd worden tot het begin van de zestiende eeuw. Sedertdien hebben de gebeurtenissen geleid tot de kritieke periode van kolonialisme en imperialisme. Karakteristiek voor de imperialistisch koloniale betrekking was de economische en sociale ontwikkeling, die afhankelijk was van het moederland. Evenwel, wanneer in de periode van dekolonisatie, ontwikkelingseconomen aandacht schenken aan de nieuwe onafhankelijke landen, weigeren zij daar om de actuele toestand te zien in het licht van de historie. Het gevolg is, dat de praktische hulppolitiek, met negering van het effect van kolonialisme en imperialisme, eenvoudigweg aanneemt, dat de hulpontvangende naties verantwoordelijk zijn voor hun actuele condities en in staat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 298

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's