GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 137

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 137

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verwachting van hulp emotioneel probleem Ruim anderhalf jaar - van januari '70 tot november '71 - verbleef dr. P. H. Streefland in Karachi, grootste stad van Pakistan. Hij deed daar het veldwerk voor een sociologisch onderzoek in een wijk, 'Slaughterhouse' (= Slachthuis), die in meerderheid door christenen wordt bewoond die afkomstig zijn uit het deel van Pakistan dat de Panjaab wordt genoemd en die het door de moslim-meerderheid in het land gering geschatte beroep van 'sweeper' (schoonmaker) beoefenen. Te oordelen naar de beschrijvingen die dr. Streefland van Slaughterhouse geeft in zijn onlangs verschenen proefschrift ('Slaughterhouse, een samenleving van christen-Panjabi-sweepers in Karachi, Pakistan') is de wijk weinig meer dan een ghetto. Het verrichten van onderzoek onder de bewoners daarvan (dan wel niet de allerarmsten van Pakistan, maar stellig de meest geminachte) was dr. Streefland niet in de koude kleren gaan zitten. 'Mijn komst wekte duidelijk verwachtingen van hulp', schrijft hij, 'en dit was, vooral ook emotioneel, één van de meest problematische aspecten van het onderzoek. De verwachtingen hadden voor een deel betrekking op de algemene positie waarin de gehele groepering verkeerde en hield als zodanig nauw verband met de langdurige afhankelijkheidsrelaties ten opzichte van koloniale overheid, zending en missie en met het voortdurend streven naar positie-verbete-

ring via het zoeken naar aansluiting bij geprivilegieerde categorieën dat uit de geschiedenis van de CPS (christen-Panjablsweepers) naar voren komt. Steeds weer werd voor mij een beeld van de CPS geschetst waarin ze werden voorgesteld als de allerarmsten en de ongelukkigsten van Pakistan. Daaraan werd dan onmiddellijk een vraag gekoppeld naar de hulp die ik kwam verlenen, vaak in de vorm van een duidelijk verzoek: 'Sahib, neem ons mee op een schip naar je eigen land'. Naarmate het duidelijk werd dat mijn antwoord, dat ik geen hulp kwam brengen, serieus bedoeld, was, kregen de verzoeken dikwijls een verwijtende klank: 'Ja sahib, je zit hier nu wel mooi met ons op de 'charpoi' (bed) maar wat heb je voor ons gedaan, wat heb je voor deze 'quam' (hier: volk) gedaan?' Speciale aandacht wordt in het proefschrift besteed aan conflicten omdat juist daarin een mogelijkheid ligt inzicht te krijgen in de structuur van een samenleving en de sociale processen die zich daarin afspelen. Een niet eenvoudige opgaaf om in een woonwijk waar zo weinig privacy bestaat en de kans op een rustig interview zo klein is, de bewoners uitgerekend naar onderlinge wrijvingen te vragen. In weerwil van dergelijke moeilijkheden slaagt dr. Streefland erin de vdjk uitvoerig 'in kaart' te brengen. Hij schetst onder meer bij wie het leiderschap in de wijk vroeger berustte, bij wie het kwam te

Dr. P.H. streefland

berusten na een bestuurlijke hervorming; waar de scheidslijnen tussen personen of groepen liggen, bijvoorbeeld door de aard van het werk, de scholingsgraad, hoe conflicten ontstaan en verlopen. In het artikel dat VU-magazine uit het proefschrift van dr. Streefland samenstelde, is dergelijke, wat meer gespecialiseerde sociologische kost buiten beschouwing gelaten. Een paar aspecten van meer algemene aard (het wel en wee van een christen-minderheid in een moslimstaat) werden erin naar voren gehaald.

sweeper

een gemiddelde broodwinning 'De overheersende impressies van een westerse waarnemer die de wijk voor het eerst bezoekt, zijn de vuilheid ervan en de geweldige concentratie van mensen. Op plaatsen die niet direct aan een huis of erf grenzen, liggen hopen vuil - bij een langer bezoek merkt men dat die er vaak wekenlang blijven liggen en de latrines zijn omzoomd met

uitwerpselen. Enkele straten worden over de gehele breedte als toilet gebruikt door de kinderen, die, totdat ze eenjaar of tien oud zijn, hun behoeften doen in de open lucht. Ook worden de straten bevuild door de talloze geiten, schapen, koeien, kippen en honden die in de wijk rondlopen.

De vuilheid van het gebied (. . .) hangt nauw samen met andere negatieve aspecten van de woonomgeving en kan daarvan niet worden losgemaakt. Een grote bevolkingsdichtheid, een tekort aan latrines en de afwezigheid van een adekwate voorziening voor het verzamelen van huisvuil (. . .) leggen de basis voor de vervuiling. Voorts is belangrijk in dit verband, dat van een gevoel van collectieveverantwoordelijkheid voor de leefomgeving niet veel te merken is in Slaughterhouse', aldus noteert dr. P. H. Streefland in zijn proefschrift over zijn eerste 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 137

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's