GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 246

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 246

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

de discussie over de binnengekomen brieven werd nog eens vastgesteld dat het congres geen kerlteiijke bijeenkomst was, maar alleen 'een principiële discussie over de calvinistische leer'. Alsof de kwestie zo kon worden afgedaan. Baron Dufour die de gemeenschapF>elijke vergadering van de internationale en de Duitse commissie leidde, sprak in zijn OF>eningswoord de wens uit, dat noch op deze vergadering noch op het congres politieke of kerkpolitieke kwesties zouden worden aangeroerd, maar alleen 'Fragen des Glaubens'. Daarmee was op de eerste vraag van De Saussure al een heel duidelijk antwoord gegeven. Bij de discussie over de vraag naar de houding tot de Belijdende Kerk, bracht Rutgers naar voren, dat 'vanzelfsprekend' het congres geen positie in de Kerkstrijd kon betrekken, zich daarin ook niet wilde mengen, maar dat anderzijds ook niet beschouwd mocht worden als tegen de Belijdende Kerk gericht. Men kwam er die dag niet uit, ook niet in een avondvergadering met drie plaatselijke predikanten. Men besloot toen na te gaan, of de Reformierte Bund tot een positieve houding tegenover het congres te bewegen zou zijn. Daartoe voerde P. Jacobs diverse gesprekken met mensen uit Wuppertaler kring. Was de oorlog niet tussenbeide gekomen, dan was het congres misschien nog wel doorgegaan.' Tot zover van Roon.

Motie De Commissie internationale Samenwerking (commissie buitenland), die het College van Bestuur van de VU kort geleden adviseerde om 'n deputatie naar het calvinistisch congres in Potchefstroom te maken, bleek minder op de hoogte van de geschiedenis van de Calvinistische internationale dan dr. Ger Van Roon de auteur van bovenstaand verhaal. Als lid van de Universiteitsraad diende deze mede de motie in om géén delegatie te zenden, v\/ant 'deelname aan iiet Potchefstroomse congres, zou op z'n minst op kwade voet staan' met het 8 oktober genomen besluit tot verdragsverbreking. De 'commissie-buitenland' werd door Van Roon gekapitteld. De conferentie van 1934 was niet gewijd aan het bijzondere karakter van protestantse instellingen, zoals men het College van Bestuur had voorgelicht. Voorts was het slechts een congres van personen geweest, dat nimmer officiële VU-steun had gekregen. Die was beperkt gebleven, zo meldde de historicus, tot een thee-ontvangst. Hij wees op de congressen van 1936 en 1938 (waarvan men kennelijk in Zuid-Afrika niet op de hoogte was), en vervolgde: 'Was de oorlog niet uitgebroken dan v/as zeker nog een volgend congres in nazi-Duitsland doorgegaan onder leiding van een Duitse diplomaat en met 'n deelsubsidie van nazi-ministeries met helaas een VU-hoogleraar in het voorbereidende comité. Ook ten aanzien van de uitnodigingen zou de paralleltussen 1940 en 1975 niet oninteressant zijn, zonder dat we die overigens willen identificeren. Is het beroep op de geschiedenis misplaatst, die geschiedenis zou ons 35 a 40 jaar na dato en in de nadagen van de Vietnamese tragedie, waaraan de blanke overheersing na lange tijd een einde is gekomen, nog wel iets kunnen leren, maar dan niet in de door de

meerderheid van de Commissie Internationale Samenwerking aangeduide richting.' 'V/e hebben véél goed te maken' zei Van Roon voorts in de Universiteitsraad, En hij betreurde het dat er - na de verdragsverbreking - nog steeds geen buitenlands beleid is ontwikkeld door de VU. 'Je kunt niet vanuit de losse hand een dialoog voeren'. Ook de studenten in de Universiteitsraad bleken tegen het zenden van een VU-delegatie. Hans Van Dijk wees op het reisje op de derde (vrije) dag van de conferentie naar Soweto te organiseren door het Zuidafrikaanse departement van Informatie als 'n aanwijzing hoe nauw de relatie is tussen Potchefstroom en de Zuidafrikaanse regering. De meeste UR-leden schaarden zich echter achter het standpunt van de College van Bestuur, dat vond dat de VU op 'n dergelijke internationale conferentie niet mocht ontbreken en dat dit geen verzwakking betekende van de VU-veroordeling van apartheid. In de Universiteitsraad lichtte drs. H. J. Brinkman de beslissing van het College van Bestuur toe. 'De moeilijkheid was ook voor ons hoe je dit in verband brengt met de opzegging van het verdrag met Potchefstroom. We hebben daarbij overwogen dat dit verdrag de uitwisseling van docenten betrof en dus - strikt genomen - participatie van de VU in het onderwijs van Potchefstroom, maar dat de opzegging van het verdrag niet betekende dat enigerlei vorm van betrekking met de Potchefstroomse universiteit onmogelijk werd geacht of dat de Potchefstroomse universiteit daarmee niet als een verwante instelling ergens werd erkend. Een andere moeilijkheid was: ga je ergens naar 'n conferentie, breng je dan in rekening het politieke systeem van het land waarin de conferentie plaatsvindt en de positie t.o.v. dat systeem van de organiserende instelling. Ik dacht dat je op 't ogenblik kunt zeggen, dat sinds althans het eind van de vijftiger jaren er vanuit gegaan wordt in internationale wetenschappelijke contacten dat het regeringsbeleid van 'n bepaald land en het daar bestaande politieke systeem, alsmede de houding van de organiserende instelling t.o.v. dat systeem géén reden is om 'n wetenschappelijke bijeenkomst te boycotten. Dat betekent overigens in het geheel niet dat deelneming aan zo'n bijeenkomst enigerlei vorm van instemming inhoudt met het daar bestaande systeem, het daar gevoerde beleid en de daar heersende opvattingen. Als de VU in september deelneemt aan de conferentie van de International Association of Universities in hJloskou dan betekent dat niet enigerlei vorm van instemming met de daar gangbare opvattingen en systemen.' Drs. Brinkman wees er voorts op dat de VU zich in 'n brief aan de PU duidelijk heeft uitgesproken over de apartheidspolitiek. 'Ook bij tegenstanders van apartheid heeft deze brief veel duidelijkheid geschapen en waardering gevonden.' 'n Moeilijkheid voor het College van Bestuur was ook dat de VU indertijd (onder een andere bestuursstructuur) 'ja' had gezegd op 'n verzoek van Potchefstroom om 'n dergelijke conferentie te organiseren, maar daaraan nooit gevolg had gegeven. ' 'n Tweede moeilijkheid was dat het College van Bestuur pas in maart heeft kennisgenomen van de uitnodiging. De voorbereiding van de conferentie was intussen al zover gevorderd, dat het voor ons eigen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 246

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's