GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 115

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 115

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

)ttl magazine 25 schuldige aan dit alles aan te wijzen. Barbaars gaat het toe. De Nederlandse militairen doen hetzelfde als de koppensnellende hulptroepen. „Ook zij kwamen met afgehouwen koppen van den vijand aan boord, deze als zegetekenen medebrengende". En woedend vaart Boelen daarna uit tegen „c^e ambtenaar, die vanwege het Gouvernement over hen gesteld is geweest en die door zijne onbekwaamheid, onhandigheid of door heerschen schraapzucht, oorzaak is geweest, dat dit nog in den geest der kindsheid verkeerd zachtzinnige volk tot dien staat van wraakzucht en razernij is gekomen; die ambtenaar is schuldig aan het bloed dat bij dezen hardnekkigen oorlog is vergoten geworden..." Maar over deze ambtenaar schrijft de godsdienstonderwijzer Rissakotta in z'n eerder aangehaalde rapport „ D e Resident., had de bevolking van het eiland nog in het geheel geen kwaad gedaan". En als mevrouw Van den Berg op 15 mei angstig aan iemand in het fort vraagt „ Wat hebben zij toch tegen de resident? Waarom willen zij hem vermoorden?", krijgt ze ten antwoord; „Uw man is ook een Hollander."

Christenen „ Opmerkelijk is het, dat de Saparoeëzen hun geloof aan het recht en de overtuiging om jegens het Nederlandse Gouvernement tot opstand te komen, geput hebben uit de bijbel, die in hun kerk lag opengeslagen bij een tekst, die ik mij niet herinner, doch welke tekst hen aanduidde en vermaande hunne overheden, als zijnde deze zulks onwaardig, niet meer te gehoorzamen en zich met geweld tegen hen te verzetten," schreef de marine-officier Boelen in z'n memoires. Wat hij zich herinnerde bevat een kern van juistheid, al verwarde hij 'n bijbeltekst met een vertrouwde calvinistische visie. Hij maakt de opmerking omdat hij in de dagen van de opstand op de Molukken de Nederlandse zendeling Kam niet vertrouwde, die enkele jaren eerder in Ambon was gearriveerd. Nadat de Nederlandse marine-officieren in 1817 in Ambon waren aangekomen, had Kam hen er in een maleise kerkdienst duchtig doorgehaald „alsof zij ongelovigen en slechts spotters met den godsdienst waren ". Dat was „ een grove onvoorzichtigheid" yor\ó Boelen. Ook gouveneur Van Middelkoop liet wantrouwig in sommige negorijen naspeuren of mogelijk ds. Kam het volk had opgeruid tegen het Nederlandse gezag. Er bleken geen aanwijzingen. Inz'n studie „Joseph Kam, apostel der Molukken" (1963) wordt een dergelijke rol ook in het geheel niet door dr. I. H. Enklaar toegeschreven aan de later zeer vereerde zen-' deling. Deze speelde in het geheel geen rol in het gebeuren rond de opstand; hij weigerde ook naar de rebellerende eilanden over te steken om zijn invloed op de opstandige christenen aan te wenden, waartoe Boelen hem — uit wraak over de preek — probeert te bewegen. Kam vertrok voor 'n reis naar de Minahassa en Sangir ('n al bestaand plan) en keerde pas na het bedwingen van de opstand terug. Dat hij weinig neigingen had om opstand tegen het Nederlandsgezag teprediken, blijkt ook uit een — helaas niet gedateerde — rondzendbrief, die als volgt besluit; „Evenzo moet gij allen gedachtig zijn aan alle bevelen der Compagnie, steeds ijverig een ieder in zijn ambt (taak, werkkring}, naar de leer der Apostel Paulus, Rom. 13. opdat niemand van u zijn verschuldigde arbeid vermindere; en in alles gehoorzamend aan hen, onder wier bevel wij allen in vrede en voorspoed leven, want dat behaagt den Here en is voor ons allen nuttig."

Van andere gevoelens waren de christen-opstandelingen van Pattimura, die gesteund werden door de godsdienstonderwijzers van Saparoea. Talrijk zijn de getuigen dat de schoolmeesters het volk opriepen tot de strijd tegen de gehate onderdrukker, zo de schoolmeester Joh. Sahatapy „'n grijs en stokoud man, was 'n zeer orthodox belijder van het protestantisme, en had met den bijbel in de hand en teksten uit de H Schrift tot staving van de vooronderstelde onregtvaardigheid zijnen landgenooten aangedaan, steeds hunnen geest tot oproer gewekt " (Van Doren, Matulesia). Vooral dit feit ergerde de Nederlanders, overtuigd als zij waren dat opstand tegen hun gezag, opstand tegen God inhield. Enklaar; „Me/7 nam er hevig aanstoot aan, dat de Saparuezen hun verzet tegen het Nederlands gezag op de bijbel deden berusten. Toen de hoofdplaats Saparua heroverd was, trof men in de kerk de kanselbijbel geopend bij Psalm 17 en las daar tot zijn verontwaardiging; „Hoor, Here, naar een rechtvaardige zaak... berg mij in de schaduw van uw vleugelen voor de goddelozen die mij overweldigen, voor mijn doodsvijanden die mij omsingelen... redt met uw zwaard mijn leven van den goddeloze". Dat vond men van Hollandse zijde het toppunt van huichelarij of verblinding". Zo bevreemdend is het echter niet dat de Molukse christenen in dit gebed van David hun gevoelens ten opzichte van de gevreesde,,Compagnie" uitgedrukt vonden. Tot in deze tijd toe speelt psalm 17 een rol in geschriften die zich bezighouden met de Molukse opstand. Boven haar verhaal „De juwelen haarkam" (1956) zette Maria Dermout een regel uit Psalm 1 7 „ / shall be satisfied when I awake, with thy likeness" (in de Nederlandse vertaling: „Ik zal verzadigd worden met uw beeld als ik zal opwaken"). En in het verhaal laat ze een der figuren over Pattimura zeggen: „Me dunkt, dat je de man Thomas zal ik maar zeggen, niet helemaal beoordelen kunt zonder de zeventiende psalm. " In Indonesië verscheen een boekje van kapitein Sapija over Pattimura. In het cijfer 17 van de Psalm ziet deze TNI-off icier een voorspelling van de 17e augustus 1945, de dag waarop de Indonesische onafhankelijkheid w e r d geproclameerd. Hij heeft meer van dergelijke associa-

H. M. Evertzen in de Baai van Saparoea

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 115

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's