GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 75

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magaüne 29

Timorese

'ROTI

Tetun-gebied is. Om dit te verklaren moeten we van deze pre-historische taal- en volkenkundige gegevens overgaan naar de historische gegevens.

Sandelhout In de 12e eeuw wordt Timor al genoemd als onderhorig aan het rijk van Kediri, zo ook in de tijd van Madjapahit in het beroemde epos de Nagara-Kertagama uit 1364, waarvan het unieke manuscript door koningin Juliana aan Indonesië is teruggegeven. Invloed van enige betekenis heeft Java echter niet uitgeoefend evenmin als China, dat reeds vele eeuwen handel voert op Timor om daar sandelhout vandaan te halen dat gebruikt werd voor de reukoffers in de Chinese tempels. In 1436 wordt Timor in een Chinees rapport genoemd: „Er zijn 12 havens of handelsnederzettingen elk onder een eigen hoofd". Doch reeds 1000 jaar daarvoor noemen Chinese bronnen eilanden van Indonesië. Ze zouden in die tijd al wel contacten met Timor gehad kunnen hebben, want sandelhout is een zeer aantrekkelijke handelswaar. Als de Portugezen in 1511 Malakka veroveren blijkt er reeds een levendige handel op Timor te hebben bestaan in de 14e eeuw. „Daar is een overvloed van wit sandelhout, dat de Moren in India en Perzië op hoge prijs stellen", schrijft Duarte Barbosa reeds in 1518. In 1522 deed het enig overgebleven schip van de vloot van Magelhaes Batugede Timor aan. Pigafetta, die het journaal heeft

geschreven, vertelt: „Aan de andere zijde van het eiland zijn vier broers, die de koningen van dat eiland zijn. Waar wij waren, waren steden en enige van hun hoofden". De vier namen die hij noemt zijn Tetun-rijken, waarvan er ten minste twee in Oost-Timor liggen, die te zamen de Meromak O'an, de zoon van God, als sacrale vorst erkenden, evenals de voornaamste vorst van de Atoni dit deed. Er was een vage politieke eenheid die het grootste deel van het eiland omvatte. Alleen de Helon in het uiterste westen, in de omgeving van Kupang en de volken in de oosthoek van h,et eiland vielen daarbuiten. Hoeveel deze eenheid heeft betekend is onbekend. Niet zoveel dat de vele vorstendommen onderling geen sneltochten hielden, maar de verhalen vertellen wel van oogstgaven die gebracht hoorden te worden aan de Meromak O'an. Hij werd algemeen als superieur erkend, wat niet betekent dat er enige vorm van bestuur zal zij n geweest. We weten erweinig vanhoewelde Portugezen al sedert de verovering van Malakka grote aandacht hebben gehad voor Timor. Op de grote wereldkaarten van Gerolamo da Verrazona in de Borgia Galerij in het Vaticaans Museum staan op de kaart van Zuidoost-Azië alleen S umatra, Timor en de M olukken.

„Kompeni" Nu, 450 jaar later, zijn het weer Timor en de Molukken die onze aandacht vragen. In 1562 stichtten de Portugezen een fort op het eiland Sülor ten oosten van Flores, van

waaruit zij handel dreven op Timor. In de 17e eeuw komt er concurrentie van de VOC, van de „KompenF' zoals de Timorezen het Nederlandse bestuur tot 1942 aanduidden. In 1613 veroverde zij het fort Solor, „...250 weerbare zwarten en mestiezen en ongeveer 30 Portugezen", ziek en gezond, met 7 Dominicaner monniken" kregen vrije aftocht. Ze vestigden zich te Larantuka in Oost-Flores. De Amsterdammer Jan de Hornay werd opperhoofd op Solor. Hij liep over naar de vijand en werd het bekwame hoofd van de mestiezen of Toepassen, zodat noch de Hollanders, noch de Portugezen de rijke handel in handen kregen. Van Solor uit werd in 1642 een inval gedaan in Timor. Een 90 man, meest mestiezen, landde in Noordwest-Timor en stootte door tot het hart van het Tetun-rijk. Dit heeft zich nooit meer geheel hersteld. De Hollanders stichtten in 1653 fort Concordia te Kupang doch konden de handel niet in handen krijgen. Zij werden zelfs rechtstreeks bedreigd door de Toepassen. In 1656 verscheen de door zijn „Amboinse Oorlogen" gevreesde De Vlaming van Oudshoorn in de baai van Kupang met een grote vloot. Tweemaal trok hij de vijand tegemoet, maar beide keren werd hij bloedig terug geslagen. Hij stond hier, anders dan in de Molukken, tegenover een vijand die ook geweren had en bovendien het terrein kende. Er ontstond paniek. „De vijand seinde d'onse het gebruik van 'er geweer ten besten niet machtich waren, sijn tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's