GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 262

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 262

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 40

Uit de hortus door Daan Smit

Tillandsia Van alle bromelia-achtigen wordt Tillandsia -het minst gekweekt. De bekendste soorten zijn Tillandsia lindeniana en Tillandsia morreniana, die beiden platte bloemstengels vormen, tussen waaruit de grote violet-lila bloemen te voorschijn komen. Beide soorten worden als potplant gekweekt en doen het redelijk wel in de huiskamer. Zoals vrijwel alle bromelia-achtigen sterven ook Tillandia's na de bloei af, doch zorgend.m.v. jonge uitlopers voor het nakomelingenschap. Om van zo'n jonge scheut weer een bloeibare plant te kweken is een echt geduldwerkje, omdat er wel 3-5 jaar mee heen gaat voordat het eindelijk zover is. Zo'n nieuwe scheut mag pas van de oude plant worden afgehaald wanneer deze al flink groot is. Het beste is ze dan in zuivere naaldenbosgrond in een niet te groot potje verder te kweken. Beide hier zojuist genoemde soorten houden van veel licht, doch geen zon. Anders is het met de nu volgende soorten, die de laatste tijd vooral uit Zuid-Amerika worden geïmporteerd en het in huis vrij goed doen. Het betreft hier o.a. Tillandsia aeranthos, Tillandsia pruinósa, Tillandsia caput-medüsae en anderen die grijs blad hebben. Juist die gnjsbladige soorten kunnen zich in onze droge huiskamers zo goed handhaven, omdat het blad bedekt is met vele duizenden kleine grijze schildjes, die de verdamping tegengaan. Ze leven in de vrije natuur op boomtakken, cactussen of op kale stenen muren en halen hun voedsel en vocht uit de lucht. Daarom is het ook onjuist deze soorten op te potten, omdat ze dan binnen de kortste keren zullen weg rotten.

Tillandsia pruinósa

Tillandsia lindeniana Een goede methode waarbij succes verzekerd is, is ze b.v. tegen grillige stukken druivenhout te binden. Aan de basis van de plant, waar de luchtwortels zitten, wordt wat coniferengroen (van de Thuja) meegebonden, waaruit de spaarzame worteltjes nog wat voedsel kunnen opnemen. Om binnenshuis voldoende vocht te kunnen opnemen moeten ze dagelijks worden besproeid, of gedoopt in regenwater. Gedurende de zomermaanden voegen we hieraan wat vloeibare plantenmest toe, dat we eens in de 2 weken over de plant vernevelen. Tijdens de

lichtarme wintermaanden gaan de planten vaak wat achteruit. Om ze weer op kracht te laten komen, hangen we ze na half mei buiten in de tuin. Ze mogen dan in de volle zon, b.v. aan de waslijn of in een boom gebonden worden, nadat we ze langzaam aan het felle zonlicht hebben gewend. Het voordeel van het buiten hangen is, dat ze op natuurlijke wijze vocht en voedsel uit de lucht kunnen opnemen. We gieten alleen tijdens langdurige droogte perioden, doch blijven dan wel om de 2 weken bijvoeden met kunstmest.

Tillandsia aeranthos

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 262

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's