GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 362

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 362

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 magazine 8

•• IP

^^^PH^^^"^ ^^^H^Vrti^^H|UK. ^ S V ^ ^ ^E^^osH^iKa^V '

^HL_ W^^M '

^^Hj^,. ^ ^ L ^ ''"*•. %-%

f

ym

Werkdag De Kerkdienst in Lunteren (11 december '76)

lopen, is dat het streven naar betamelijkheid en goede orde tot een zo strakke reglementering leidt, dat het spontane niet meer aan bod komt en het initiatief van gemeenteleden - die toch deelneming aan de kerkdienst opgeroepen zijn- geen kans krijgt. De kerkdienst is keurig geïnstitutionaliseerd maar voor deze mensen is dat de dood in de pot. Het andere uiterste (maar ik ben nog nooit iemand tegengekomen die, in welke zaak dan ook, voor ,,het andere uiterste" zich met zoveel woorden uitsprak) heeft ook zijn bezwaren. Na de gevoelige verliezen van de PPR in de laatste tweede kamer-verkiezing heeft deze partij een commissie naar de oorzaken laten zoeken. Als één van de belangrijkste werd genoemd ,,overdemocratisering": iedereen kreeg en greep de kans zijn zegje te zeggen, het beleid van leidinggevende organen werd doorkruist en niet erkend - en het gevolg was een zo nu en dan gezellige maar op den duur irriterende en frustrerende warboel (ik geef wat ik in de krant las met eigen woorden en mogelijk enige inleg weer). De geschiedenis heeft overvloedig bewezen dat een instelling van welke aard ook - om te overleven niet zonder ordening, verdeling en erkenning van bevoegdheden en verantwoordelijkheden kan. Wat de kerkdienst betreft: het is meer dan eens gebleken dat tenminste één ding erger is dan een kerkdienst waarin één het voor het zeggen heeft, nl.: een kerkdienst waarin iedereen het voor het zeggen heeft. Het is overigens van belang te bedenken dat ,,democratisering" van origine een politiek en niet een kerkelijk begrip is - al is tegelijk waar dat de reformatorische kerk door ambtsdragers door de gemeente te laten kiezen een belangrijke bijdrage aan de politieke democratisering geleverd heeft. Met betrekking tot de kerkdienst zou in heel andere categorieën gedacht worden. Het is dan niet van belang wie het daar voor het zeggen heeft maar

wie wat f e zeggen heeft. Dat is niet per definitie de ambtsdrï^er of de predikant, nog minder de theoloog. Het geloof in de uitstorting van de Heilige Geest houdt in dat de Heer door elk gemeentelid iets kan zeggen wat voor allen van belang i s . " Tenslotte het deel van de nabeschouwing van prof. Fiet onder de kop:

Organisatie van de profetie ,,In de weergave van wat op de werkdag werd besproken kwam een spanning naar voren tussen de opvatting dat in de prediking profetisch gesproken moet worden, bijv. over concrete problemen van de samenleving en de opvatting dat de preek uitieg van de Bijbel moet zijn waarmee de gemeenteleden dan zelf aan het werk moeten gaan om er de consequenties uit te trekken voor de levenspraktijk. Met die laatste opvatting gaat dan vaiak samen de beduchtheid dat de predikant teveel de gemeente zal opzadelen met zijn privé-opinies over allerlei zaken die hij voordraagt alsof het goddelijke waarheid was. Er werd ook opgemerkt dat de woorden van de predikant in een preek iets anders zijn dan Gods Woord. Eerst een opmerking over dat laatste. Wat hier gezegd werd, lijkt nogal vanzelfsprekend te zijn; intussen moet wel bedacht worden dat juist in de reformatorische traditie, met name in de theorie over de prediking, een uit een calvinistisch belijdenisgeschrift stammend zinnetje een grote rol gespeeld heeft: ,,de prediking van het Woord van God is het Woord van God". Daarmee is nooit bedoeld dat een predikant een bijzondere inspiratie van de Heilige Geest ontvangt of een zodanige verlichting dat hij - ver boven eigen denken en verzinnen u i t in de prediking van God komende woorden kan spreken. Bedoeld is dat die prediking die werkelijk , ,bediening van het Woord" is, de kracht heeft van een boodschap van God aan mensen. God spreekt mensen door mensen aan - door mensen nl. die luisterend-naar-

Hem spreken. De troost, de vermaning, de bemoediging enz. die de predikant vanuit het Woord van God uitspreekt, is troost, vermaning, bemoediging die van God komt. Dat prediking in de kerk gezien wordt als een ambtelijke dienst, hangt daarmee samen. Daarmee wordt niet gezegd dat het werk van de predikant iets heel bijzonders en verhevens is; de predikant doet er goed aan óók te bedenken dat het een hem opgedragen handwerk is dat hij altijd beter moet leren, gewoon door hard er aan te werken. ,,Ambtelijke dienst" wil zeggen: je kunt het zomaar niet doen, op eigen gezag, je kunt het alleen maar doen omdat je ervoor aangewezen, ermee belast bent. ,,Ambtelijke dienst'' wil ook zeggen: je hebt niet het recht van de preek een expositie van privé-inzichten en gevoelens en opinies te maken; je bent juist bezig met een onderneming die erop gericht is dat mensen ,,elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus" (2 Cor. 10, 5) - en dat begint met de bedenksels van de mens die geroepen is om te preken.

Proces Maar dat betekent niet dat de predikant ermee moet of ermee mag volstaan aan de gemeente duidelijk te maken wat een bepaald bijbelgedeelte betekent. Preken is nodig, omdat God niet over een afstand van eeuwen heen mensen wil aanspreken maar nu, in en met het oog op hun situatie van het moment. Een preek bewerkt te weinig als de hoorders aan het eind weten: ,^dat staat er dus in dat Schriftgedeelte"; te weinig ook, als ze weten: ,,dat heeft God ooit eens aan bijv. Israël gezegd". Een preek moet een proces op gang brengen waarin de hoorders gaan verstaan wat God hun te zeggen heeft. Een predikant staat dus niet de Bijbel uit te leggen voor de gemeente; hij staat a.h.w. met de gemeente, in hun situatie te luisteren en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 362

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's