VU Magazine 1978 - pagina 411

MU magame 13

\

op wijzen dat bij de UCN-demonstratie 27.000 mensen te hoop liepen die door de politie werden begeleid. In een stad als Almelo werd het verkeer plat gelegd. Dat hebben we geleerd van prof. Hulsman. Die zei: als er vijf mensen op straat gaan zitten, waarom komt de politie ze er dan van af knuppelen? Dat doen we niet meer. We leiden het verkeer om, zodat 27.000 man op gepaste wijze kunnen demonstreren. We hebben een antwoord gevonden op dergelijke betogingen, waarvan we gezegd hebben: deze stem moet gehoord kunnen worden en hoe begeleiden we dat? Er worden dan kosten noch moeiten gespaard om dergelijke processen in de maatschappij zo soepel.mogelijk te laten verlopen".

Geweldige pretentie

politie hebt. Je begint niet zo veel met begrippen als rechtsstaat". De heer Deetman vroeg om verduidelijking, waarop de heer Van der Meulen uitlegde dat er zijns inziens sprake is van een ,,continuüm" (doorlopende schaal). ,,Er is niet de rechtsstaat en de politiestaat. Staten zweven daar tussenin. Het is ook niet zo, dat onze rechtsstaat zich steeds aan de grondwet zou houden. In de tijd dat Nederlandse militairen naar Indonesië werden gestuurd, stond in de grondwet, dat geen enkele Nederlander kon worden verplicht om z"n dienst te vervullen buiten het rijk in Europa. Maar de Nederlanders die weigerden om naar Indonesië te gaan, werden opgesloten en als ze deserteerden kregen ze tien jaar gevangenisstraf. Je kunt niet zeggen, dat er staten zijn die voldoen aan de criteria van de rechtsstaat, zekerde Nederlandse staat niet."

Mr. J. D. van der Meulen, verbonden aan de juridische faculteit van de Universiteit van Amsterdam en getuige tegen de stelling, sprak voornamelijk Formeel-materieel over de rechtsstaat. Wat is dat? De In zijn slotpleidooi zei prof. Bianchi heer Deetman had gezegd dat in een dat de tegenpartij het begrip rechtsrechtsstaat het recht als norm, als staat bijzonder formeel had opgevat. hoogste gezag, wordt gehandhaafd, ,,Wanneer je gaat praten over een doch de heer Van der Meulen vond die materiële rechtsstaat kan de enorme definitie allerminst bevredigend. ,,0p pretentie, dat ieder zich zonder angst grond van zo'n definitie zijn alle staten moet kunnen inzetten voor vrijheid en rechtsstaat, want alle staten hebben recht in veel gevallen niet worden recht, ook nazi-Duitsland, ook Chili. waargemaakt. Ik heb in zekere zin Je kunt met het begrip rechtsstaat niet waardering voor de heer Bijl toen hij veel beginnen, behalve dan als een sprak over ,,zwarte bladzijden" in de soort demagogisch instrument. Het is Nederlandse politie-geschiedenis, een geweldige pretentie om te zeggen maar ik wil er wel op wijzen, dat dit in dat onze rechtsstaat, dé rechtsstaat feite nakaarten is. Het wil niet zeggen, zou zijn. Geen enkele staat voldoet dat je geen angst behoeft te hebben aan alle voorwaarden die hem tot voor wat er volgend jaar of het jaar rechtsstaat zouden maken. Als je re- daarop zou kunnen gebeuren. Nu weet delijk bent, zul je moeten zeggen dat je wel, dat dan de politie in 1995 zal de ene staat een beetje meer in de zeggen: ,.dat was toen een zwarte richting van een rechtsstaat gaat, de bladzijde", maar ondertussen kunnen andere een beetje minder. Je kunt het de mensen nu er angst voor hebben. aforistisch misschien zó zeggen: het Het zegt iets over de rechtsstaat dat verschil tussen rechtsstaat en een po- wanneer het over politieke vrijheid litiestaat is, dat in een politiestaat mis- gaat, het vaak een kwestie is van naschien geen recht is, maar dat het wel kaarten. De pretentie (zoals die uit de vast staat datje in een rechtsstaat wel stelling spreekt) is veel te groot."

Zonder angst De heer Deetman wilde, alle argumenten afwegend.de stelling voor zijn rekening nemen. .,Natuurlijk weet ik wel, dat aan de stelling beperkingen kunnen worden opgelegd. Ik heb een aantal voorbeelden gehoord, maar die dateerden van een aantal jaren terug, soms uit het verre verleden. Ik denk. dat we in de huidige situatie de stelling kunnen handhaven. Voor wat betreft de juridische aspecten heb ik geprobeerd duidelijk te maken, dat men geen angst behoeft te hebben. Voor wat betreft de materiële kant hebben we de situatie, dat. wanneer hel gaat om financiële zaken men een beroep kan doen op het sociale zekerheidstelsel.( . . . ) Het is natuurlijk zo. dat wanneer men zich wil inzetten voor vrijheid en men wil dat doen zonder angst. men zich wel moet realiseren, dat men in een samenleving opereert waar anderen zijn die een andere vulling geven aan de begrippen ,, vrijheid en recht". Dat betekent dat men over een weer de nodige beperkingen in acht moet nemen. Maar ik dacht dat men in de situatie zoals die op het ogenblik in Nederland is, zich zonder angst kan inzetten. Tenslotte: wanneer er niet geoorioofde beperkingen zijn. dan is er nog altijd het pariement dat controleert. Wanneer hier de benadering van gevaarlijke personen ter sprake wordt gebracht, dan kan ik erop wijzen dat in de Tweede Kamer gezegd is: de richtlijnen moeten openbaar gemaakt worden want men moet weten op welke wijze de overheid zijn dienaren laat optreden." Voordat de discussie begon, was door de toehoorders over de stelling gestemd. De uitslag was: 32 tegen. 8 voor, 3 geen mening. Na afloop werd de mening van de zaal wederom gepeild. De uitslag was: 33 tegen, 9 voor en 2 geen mening. De enige conclusie die mogelijk was, luidde: er heeft na afloop één persoon meer gestemd dan bij de stemming vooraf. (cjl.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen