GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 155

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 155

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine 20

) ^ magazine 21

zij daarvoornog niet bestonden. — Een air van grandeur, gewoonlijk versluierd door het voorwenden van een culturele missie, een restant van het koloniale idee van de plicht vandeblankeman." Een merkwaardige coalitie, constateren de auteursbij dit artikel. ,,Niets zou natuurlijk verder kunnen afstaarr van de kerkelijke en humanitaire organisaties, die de ontwikkelingshulp ondersteunen, dan zij die hun ontwikkelingspogingen zien als pogingen om militaire ambities te bevorderen. Niettemin staan zowel de kerkleiders als de meest verbeten generaals zij aan zij bij het bevorderen van hulp aan de onderontwikkelde landen; zoals in de Profeten zitten ze daar. schaap en leeuw te zamen. Niets zou verder af kunnen staan van de humanitaire en socialistische supporters van ontwikkelingshulp, dan de hebzuchtige, winstzoekende honger naar schaarse grondstoffen en exportmarkten van de grote ondernemingen, die evenwel met hen samenwerken bij het doordrukken van hulpprogramma's in de verschillende parlementen. Niets zou degenen die geloven in de culturele missie van hun vaderland in de onderontwikkelde landen vreemder kunnen voorkomen dan de ondersteuning die hun regeringen geven aan de meest ondemocratische en primitieve bestuurders aldaar, omdat zij blijkbaar een duidelijk politiek doel dienen. En toch, ondanks de duidelijke inconsistentie in doeleinden en het duidelijk antagonistische karakter van de sociale en politieke krachten, die samengaan in de ondersteuning van buitenlandse hulpprogramma's, heeft niemand tot nu toe de fundamerttele vraag gesteld of hulp, die gegeven wordt vanuit zulk een verscheidenheid aan motieven, eigenlijk allen die deelnemen aan de promotie ervan kan bevredigen. Is het niet waarschijnlijker, dat de doeleinden van de ene groep, laten w e zeggen die van de handelaren, beter gediend worden dan die van bij voorbeeld de humanitairen en militairen; en dat in feite het doel waarvoor enkele groepen de hulppogirtgen ondersteunen in het geheel niet gediend worden, of zelfs negatief beïnvloed worden?"

Doeleinde Het heeft enige tijd geduurd voor dat de kerkelijke en humanistische „coalitiegenoot" zich kri-, tisch begon af te vragen of zijn doelgroep, de allerarmsten, wel bereikt werd. Een groot deel van de bevolking is zich stellig nog niet bewust van de uiteenlopende doeleinden, die door middel van ontwikkelingshulp kunnen worden nagestreefd. Onbekendheid met het internationale handelsverkeer, speelt daarbij een rol. In zijn rede „ Wereld in wording en nood" in 1960, waarin Biesheuvel — na een reis naar India — oproept tot een sf>eciale belastingheffing „om de nood in de achtergel even gebieden te helpen lenigen", wijst hij weliswaar ook op de enorme potentiële markt die India met een half miljard inwoners biedt en verwondert hij zich over de matige belangstelling van het Nederlandse bedrijfsleven om daar bedrijven te stichten. Maar dat laatste

gen, maar die schok is een gevolg van een w a t eenzijdige beeldvorming over het begrip „ontwikkelingshulp". Omstreeks de periode dat de Evaluatie-nota van een aantal Nederlandse wetenschappers verscheen begint het vermoeden post te vatten dat er een kloof gaapt tussen de werkelijkheid van Nederlands ontwikkelingshulp en het beeld dat ervan bestaat bij de publieke opinie.

Enquête

wikkelingshulp ook in feite niet veel anders dan „promotion" voor het Nederlandse bedrijfsleven", meent VU-econoom d r Henk Tieleman in het maartnummer '78 van de Internationale Spectator, „Een belangrijk element bij de keuze van de Nederlandse hulp was dan ook dat de betrokken landen hun weg in het Nederlandse bedrijfsleven moesten leren vinden, zoals een brochure van de Voorlich tingsdienst Ontwikkelingssamenwerking in 1973 nog vermeldde."

VU-Magazine constateert in kringen van deskundigen inzake de ontwikkelingsproblematiek een Uit de uitslag van een in de zomer van 1971 uitpermanente verwondering dat zo weinig tot de gevoerde enquête in opdracht van de Nationale publieke opinie doordringt van w a t de nuchtere Commissie Ontwikkelingsstrategie (commissie werkelijkheid is rond de „ontwikkelingshulp". De Claus) blijkt dat inderdaad verreweg de meeste oorzaak moet waarschijnlijk gezocht worden in Nederlanders in de mening verkeren dat charitahet bestaan van de door Brenner en Weggelaar tieve en morele overwegingen de Staat der Negesignaleerde „coalitie", waarbij de ene partij derlanden drijven om aan ontwikkelingshulp te meer invloed uitoefende op de praktijk van de doen (het bedrag gaat dan tegen de 1 miljard per ontwikkelingssamenwerking terwijl de andere jaarbedragen). Het zijn ook die motieven, die vervooral de beeldvorming bepaalde. Het verschijnreweg de meeste ondervraagden persoonlijk sel doet zich nog steeds voor Bij het.begrip „ontaanspreken. Slechts 4 % van de ondervraagde wikkelingshulp" zal de tv-kijker eerder denken Nederlanders noemt als verondersteld motief aan de Nederlandse vrijwilliger in de Socutera„omdat Nederland er zelf beter van w o r d t " en filmpjes dan aan b.v. exportbevordering, hoewel 7 % meent „omdat Nederland en de ontwikkeslechts een gering deel (4,8 % in 1977) van de lingslanden er allebei beter van worden". Aan Nederlandse ontwikkelingshulp besteed werd aan de dag treedt een opvallend verschil tussen w a t projecten alsgetoond worden doorSocutera. de werkelijkheid is en wat het gros van de belasHet idee dat ethische motieven overheersen in tingbetalers meent dat er aan de hand is. Het het voortdurend laten groeien van de begrotingsidee dat Nederland onbaatzuchtig bezig is geld post ontwikkelingshulp lijkt allerminst verdweuit te delen stuit ook op weerstanden. Maar minen. Ook premier Van Agt leverde recentelijk nister Udink (Ontwikkelingssamenwerking) legt nog een bijdrage aan deze beeldvorming: „Het in een interview in Accent van 4 januari '69 uit spreekt vanzelf dat wij ons beleid toetsen aan „dat die veelbesproken hulp aan ontwikkelingsmaatstaven van ethiek. Vandaar, bij voorbeeld, landen eigenlijk niets anders is dan erop toe te de politieke afspraak dat ondanks alle financiële zien dat de kapitaalsstromen goed functioneren problemen, de ontwikkelingshulp op anderhalf op de internationale markt. Niets meer en niets procent van het nationaal inkomen zal blijven." minder En indien men zich in de internationale (interview, NRC, 17 maart '78). economie verliest in fraaie termen zoals „hulp" of „bijstand" dan probeert men zich voor de gek te houden. Wij moeten ons terdege realiseren dat het voor ons als rijke landen in ons eigen — ik zou zeggen: egoïstische — belang is dat die kapitaalsstroom over de gehele aarde uitvloeit zonder telkens en overal hinderpalen te ontmoeten." Onbekendheid met de werkelijkheid achter De tekst is duidelijk bedoeld om afkeer te overde ontwikkelingshulp moet — naar sommiwinnen van verhoging van de post „ontwikkeger indruk — zelfs een rol gespeeld hebben lingshulp" bij het deel van de bevolking dat minin de VVD-campagne tot stopzetting van ontder gevoelig is voor het humanitaire of christewikkelingshulp aan Cuba, Dit jaar gaat daar lijke motief en dat het geld liever ten eigen bate nog gewoon 15 miljoen heen. VU-ontwikzag aangewend, b.v. in de vorm van een belaskeiingseconoom drs. Coppens: ,,lk heb geen tingverlaging. Ook zij hebben niet in de gaten seconde gedacht, dat de hulp aan Cuba wat er aan de hand is. Udink lichtte de Accentmeteen zou w o r d e n doorgeknipt. Dan zou iezer&toe: Philips in de hoogste b o o m hebben geze„Alle ontwikkelingshulp, die wij geven aan lant e n . " Dr, Tieleman:,,Eerst w a s het Baggerden als India, Pakistan, Kenia, Colombia, Peru, werken en Philips. IMu is het alleen Philips. Tunesië, die wordt allemaal voor 100 % in NederHet gaat om de leverantie van medische land besteed. Dat heeft inderdaad gunstige geapparatuur, röntgentoestellen e.d. En er volgen voor de werkgelegenheid. En in dat licht w o r d t gesproken over orders van enkele bezien kan men zelfs zeggen, dat die ontwikkehonderden miljoenen aan C u b a . " Kortom, lingshulp, die straks tegen de 1 miljard per jaar de beide ontwikkelingseconomen moeten gaat bedragen, een werkgelegenheidsinstrument nog zien hoe het voor volgend jaar zal lopen is." als echt beslist moet worden over het al of In ieder geval exportbevordering, zo weten meer niet voortzetten van ontwikkelingshulp aan dan oppervlakkig geïnformeerden. Cuba, „ Tot het optreden van het kabinet-Den Uyl was de achtergrondfilosofie van de Nederlandse ont-

Cuba en Philips

blijft nauwelijks bij het publiek hangen. Wat hangen blijft is zijn verwijt dat w i j „druk doende zijn de politiek te vermaterialiseren" en z'n bewogen uitroep dat het een onhoudbare toestand is, „dat in onze wereld kinderen en volwassenen van ondervoeding en ellende omkomen." Tot de beeldvorming van het begrip „ontwikkelingshulp" dragen deze woorden meer bij dan de nota in 1962 van de gezamenlijke werkgeversverbonden waarin met het oog op onze groeiende behoefte aan afzetmarkten een pleidooi wordt gevoerd voor „een belangrijke vergroting van de financiële bijdrage van Nederland tot de ontwikkelingslanden in de toekomst". Voor sommigen is het een schok, wanneer in 1969 in de Evaluatie-nota wordt onthuld, dat in april 1963 aan de Indiase ambassadeur „in het kader van de Nederlandse consortiumhulp" een lijst van zes pagina's werd aangeboden met de exportwensen van 25 Nederlandse ondernemin-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 155

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's