GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 273

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 273

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

wJ magazine 7 verondersteld slechts de laatste vraag te stellen. De Telegraaf en het Algemeen Handelsblad vermoeden kennelijk ook een zeer matige interesse bij hun lezers voor wat er echt gebeurd is en - gezien het commerciële succes van deze dagbladen - mogelijk terecht. De landelijke kranten die nog het meest geneigd zijn een antwoord te geven op de vraag .,Wat is er in het parlement gebeurd? zijn NRC-Handelsblad. De Volkskrant en Nederlands Dagblad (Geref. Politiek Verbond), zo blijkt uil de eerste resultaten. Slechts de abonnee op de Handelingen krijgt na een week een volledig antwoord thuisbezorgd, maar wie heeft tijd om dat allemaal te lezen? Er is bovendien nog wel wat meer gebeurd in de wereld, in het eigen gewest, de eigen woonplaats, de eigen kennissenen vriendenkring, de eigen werkomgeving, en het eigen gezin dat aandacht vergt. Zelfs de meest meelevende burger in ons land heeft per dag slechts luttele minuten beschikbaar voor de Tweede Kamer in de tijd die hem rest tussen werken en slapen. De publieke belangstelling is een voortdurend overstromende emmer, waarboven dagelijks nog nieuwe kranen worden opengedraaid. De meeste informatie stroomt weg zonder dat daarvan kennis is genomen. Een brievenbusonderzoek zou kunnen leren dat reeds aan mededelingen per drukwerk (betaald of gratis) de gemiddelde Nederlandse burger een veelvoud aan informatie krijgt toegezonden van wat hij zou ktinnen verwerken. Daarbij komt dan nog de informatiestroom via diverse radio- en televisiezenders. Alleen om een selectie te maken uit wat reeds bij hem thuis aan informatie wordt aangeboden, zal hij per dag een kwartier tot een half uur moeten uittrekken. En dan pas begint het eigenlijke kennisnemen van wat gekozen is uit het gebodene. In deze stortvloed van informatie behelpt hij zich zo goed en kwaad als dat kan met selecteurs (een krante- of weekbladredactie of omroep die selectienormen hanteert, waarvan hij denkt dat ze het meest overeenkomen met de zijne). Zijn vraag is allang niet meer: wat is er gebeurd in het parlement? Noodgedwongen bedoelt hij: ,,op zijn best": ,,Is er nog iets heel belangrijks gebeurd in het parlement, dat ik per se moet weten?" En aangezien hij niet als - naar verluidt - Napoleon een krant kan laten vervaardigen die door de redactie geheel afge-

stemd is op zijn prive-belangstelling, behelpt hij zich met een massa-communicatiemiddel. Hij schaart zich in een groep met een verwante interessesfeer, die gezamenlijk wel een krant kan financieren. Dat ,,verwante interessesfeer" moet onderstreept. Een krant van mensen die zeggen dat ze zich niet met politiek bemoeien, zal een andere inhoud o.a. over het parlementaire gebeuren hebben dan een krant met een hevig in politiek geïnteresseerde lezerskring. In feite weerspiegelt de praktijk van de parlementaire berichtgeving slechts mate en gerichtheid van interesse van het Nederlandse volk zoals zich dat in diverse lezerskringen heeft opgesteld. Niet zozeer het feit dat er kranten zijn met een uitzonderlijke magere berichtgeving over het parlement (De Telegraaf en Algemeen Dagblad) is belangrijk; wèl het feit dat juist deze dagbladen hoge oplagen halen. Een visie op de betekenis van het parlement van de dagblad-uitgever valt uit de inhoud ook niet op te maken. NRCHandelsblad en Algemeen Dagblad worden beide uitgegeven door de NDU. De krant is koopwaar geworden, een ontwikkeling die versterkt is door ontzuilingsverschijnselen. De oude zuilkranten, die in beginsel niet werden uitgegeven uit 'n commercieel motief (er moest vaak dik geld bij) en die in het kader van hun doelstelling grote aandacht aan het parlement schonken, moeten het nu zelf rooien, zonder zuilsteun. In een beschouwing in NRC-Handelsblad van 26juli 1975 wees drs. J. Th. J. van den Berg daar al op. ,,De oude zuilkranten hebb'en zich ,,in de slag" moeten begeven om de lezersgunsl en zich daarin - veel meer dan ze willen toegeven - het voorbeeld van massakranten als De Telegraaf en Algemeen Dagblad voor ogen gesteld. Ze zijn gemiddeld niet in staat gebleken tot een eigen benadering, zonder politieke cathechismus, maar ook zonder benadrukking van het incident. Veelal geven ze nu een eigenaardige mengeling te zien van incident-journalistiek en eigengemaakte catechismus. De getalenteerde parlementair journalist kan daardoor bij zijn eigen krant het belangrijke verhaal (,,niet lekker genoeg") niet meer kwijt en wijkt dan vaak uit naar een andere baan, of legt zich bij de situatie neer.'' Overigens meende Van den Berg optimistisch ,,er zou op z'n minst voor één krant ,,geldmee zijn te verdienen'' elke dag een goed en helder parlementair overzicht te geven."

De hoop dat althans een krant ,,brood" zou zien in een goed en helder parlementair overzicht is tot dusver niet in vervulling gegaan. Vroeger is dat er wel geweest. Parlementair commentator van het Parool H. A. Van Wijnen herinnerde daaraan in 1976 aan in een somber gestemd artikel in Christelijk Historisch Perspectief, waarin hij stelt dat zich de laatste jaren een sterke oriëntatieverschuiving in de parlementaire journalistiek heeft voorgedaan ,,van het formele wetgevingsproces naar de politieke kermis". ,.Parlementaire verslagen die getrouwe samenvattingen van de kamerdebatten zijn. komen in de Nederlandse kranten eigenlijk niet meer voor. Het beknopt verslag, zoals dat in Engeland in de Times, de Guardian en de Daily Telegraph over de vergaderingen van Lagerhuis en Hogerhuis verschijnt, is in de Nederlandse kranten over de gehele lijn verdwenen. (.. .)Het uitvoerig verslag (dat al lang niet meer zo uitvoerig was als hel vroegere Beknopt Verslag, dat kranten als de N.R.C, en de Volkskrant hei langst hebben gehandhaafd) heeft plaats gemaakt voor achtergrondsbeschrijvingen, nieuwanalyses, commentaren en incidentvermelding." Zijn conclusie is dan ook: ,,De openbaarheid van de vergaderingen van de Kamers wordt niet langer continu geëffectueerd door de pers." Hoe belangrijk vindt het parlement zelf die openbaarheid'!' Het entreegeld dat geheven wordt voor de elektronische publieke tribune zal dat ongeveer aangeven. (BvK)

Drs. H. J. Brinkman voorzitter College van Bestuur Drs. H. J. Brinkman is op 27 juni door het bestuur van de Vereniging voor Wetenschappelijk Onderwijs op Gereformeerde Grondslag benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur als opvolger van dr. K. van Nes. Drs. Brinkman is sinds 1972 reeds lid van het College van Bestuur, daarin benoemd door de Universiteitsraad. De benoeming gaat 1 september in. De heer Brinkman heeft voor de Universiteitsraad zitting in het College van Bestuur tot l september 1980.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 273

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's