GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 460

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 460

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 18

Wl magazine 19

landse regering mogelijk op dit punt omdat men aan de hand van twee proefboringen meent te kunnen vaststellen of de zoutkoepel in aanmerking komt". Voor de reaktie van ir. Hamstra terug naar Petten, het bolwerk van het ECN. Hamstra: „Inderdaad. Maar wij pretenderen in het geheel niet met twee proefboringen de zoutkoepel verkend te hebben. Zelfs al zou je er tientallen boringen verrichten dan nog weet je niet wat daar vlak naast zit. Wel zou je wat meer kunnen vinden met metingen van boorgat tot boorgat. Toch zit je ook dan nog steeds op éénzelfde lijn. Ook kun je geofysische metingen doen: de geluidssnelheid verschilt van zoutsoort tot zoutsoort. Als je een geluidssignaal uitzendt kun je de geluidsvertraging meten en interpreteren. Maar het punt is: die zoutsoorten zijn niet gevaarlijk. In Duitsland worden deze zouten door mijnbouw gewonnen. Als dat gevaarlijk was, zou dat immers niet kunnen. Dus is het moge/ijk daarin ff en mijn te bouwen".

tumen (een soort asfalt; Klarisse Nienhuys: „een abominabel slecht verpakkingsmiddel")

en het slib (zie schema) en inderdaad een heel kleine hoeveelheid laag- en middelaktief afval, maar, zeggen ze: als je dat een tijdje laat staan, kun je het zo in zee lozen. In tegenstelling tot de mythe dat het allemaal om KSA gaat, gaat het in feite dus om een veel groter volume, echt aanzienlijk veel groter."

De aanduidingen LAVA, MAVA en HAVA hebben te maken met de straling aan de buitenkant van het vat. Als je dus een HAVA-tankje van 200 liter stopt in een 1000-lltervat en je vult de rest bij met beton, heet het ineens LAVA. Het is een indeling gemaakt voor transporten, voor de arbeiders die de vaten moeten hanteren, maar het zegt, niets over de inhoud van het afval.

Een stapje verder In het opwerkingsafval zit zo'n 3% plutonium (dat aangroeit tot 5) van de oorspronkelijke hoeveelheid. „Maar we gaan nog een stapje verder" zegt Klarisse Nienhuys, „want wat gebeurt er nu eigenlijk met het plutonium dat we uit de verbruikte splijtstof halen? Het wordt in nieuwe staven gestopt en weer gebruikt, maar niemand beseft dat er dan ook weer plutonium uit de reaktor komt, zelfs meer dan normaal. Uit een gewone reaktor komt 250 kilo plutonium en uit een reaktor die zoveel mogelijk geladen is met mengoxide (een mengsel van plutonium- en uraniumbrandstof) bijna 500 kilo. Dat komt met de bekende opwerkingstechnieken weer gedeeltelijk in het afval i:erecht."

Kernsplijtingsafval en nog wat En dan is er het kernsplijtingsafval (KSA). Dat onstaat in een opwerkingsfabriek bij het terugwinnen van plutonium en uranium uit gebruikte splijtstof. Het KSA wordt opgeslagen in gekoelde tanks en zal vóór opberging worden ingesmolten in glas. Over KSA valt nog iets meer te vertellen, vindt Klarisse Nienhuys. Ze heeft een lang verhaal dat ik

Wat is radioaktief? Radioaktieve stoffen zijn opgebouwd uit radionucliden. Dat zijn atomen met een zeker aantal neutronen en protonen die instabiel zijn opgebouwd en door radioaktieve ontleding overgaan naar een stabiele toestand. Deze radionucliden zenden straling uit, die schade kan aanrichten aan levend weefsel. Je kunt dat meten: een dosis straling wordt gemeten in „rad." Eén rad is 0,01 joule per kg. De natuurlijke straling veroorzaakt in mensen een tiende rad per jaar. Door verval verdwijnen de radioaktieve atomen en daarmee de straling. De tijd die verloopt totdat zo'n stof vijftig procent van die aktiviteit verliest heet halveringstijd. Hier volgen een paar van de belangrijkste radioaktieve stoffen met een lange halveringstijd:

uitgewerkte splijtstof elementen |—| opwerkingsfabriek uit kerncentrale

1 staven in stukjes gehakt en opgelost t o t , .soep"

onoplosbare hulzen van staven en konstructiemateriaal

1 chemische behandeling

1 opnieuw gebruikt

plutonium en uranium

KSA

Per jaar op te bergen radionucliden af l(omstig van een productie van 3500 M We na 10 jaar vervaltijd. Radionuclide

Halveringsti}d

Strontium-90

Cesium-137 Technetium-99 Americium-241 Americium-243 Plutonium-239

28 30 210000 433 7950 24000

jaar jaar jaar jaar jaar jaar

1 curie radioaktiviteit komt overeen met 37 miljard desintegraties van radioaktieve atomen per sekonde.

Afval in soorten Er is afval in soorten. LAVA, laagaktief vast afval, afkomstig van gereedschap, besmette kleding en schoonmaakmateriaal. MAVA, middelaktief vast afval, afkomstig van filterslib en ionenwisselaars. HAVA, hoogaktief vast afval, afkomstig van kapotte reaktoronderdelen, sterker aktief filterslib en ionenwisselaars. Deze kategorieën worden verpakt in beton en bi-

transuranenafval

1

in het volgende schemaatje geprobeerd heb weer te geven.: Klarisse Nienhuys: „Aan de buitenkant van transuranen komt niet zoveel straling vrij. Doe je er een boterhampapiertje omheen dan hou je de straling aan de oppervlakte wel tegen. Maar als je ze in je longen krijgt is het in miljoensten van grammen al dodelijk of kankerverwekkend." Hoewel er ook andere radioaktieve stoffen in transuranenafval zitten, moet al het transuranenafval als hoogaktief behandeld worden. De andere kategorie die vrijkomt in de opwerkingsfabriek is het „gewone" laag, middel- en hoogaktieve afval, waar nauwelijks transuranen inzitten. „De Nederlandse regering, bij monde van de Interdepartementale Commissie voor de Kernenergie (ICK) miskent het laag- en middelaktieve afval uit de opwerkingsfabriek. In het meest recente rapport spreken ze nu wel over de hulzen

J

ag-, middel-, en hoogactief afval w.o. slib

t

Activiteit in curie* 6,0 X 106 8,5 X 106 1,4x103 1,8x10" 1,7x103 1,7x102

I

problemen (plutoniumdiefstal, verspreiding van kernwapens enz.). Ik geef er de voorkeur aan gebruikte splijtstofstaven helemaal niet op te werken, maar gewoon op te bergen. Ook dat is iets wat niet door de Nederlandse adviesklup, de ICK, wordt bekeken. De eerste jaren schreven ze er nooit over en in de laatste rapporten staat ronduit dat ze het niet in beschouwing nemen. Dat vind ik hoogst onverstandig."

Hoeveel? Hoeveel KSA zal er bij Gasselte of waar dan ook de grond in gaan? Een paar getallen: het gaat om 50.000 bussen van 50 liter. Dat is het afval van 25 centrales met een levensduur van 40 jaar. De bussen zullen vijftig jaar lang, maar misschien meer, in de aarde verdwijnen. Elk jaar 1000. In één gat gaan er 25, dat betekent 40 boorgaten per jaar, oftewel één keer per week vullen.

Een Amerikaan is daarmee gaan rekenen. Hij vergeleek een reaktor die dertig jaar werkt op uraniumbrandstof met een reaktor die daarmee begint en langzamerhand onderdeel wordt van een brandstofcyclus waar o.a. plutonium gerecycled wordt. Onze Amerikaan berekende de hoeveelheden afval die in beide situaties in dertig jaar wordt voortgebracht. In het ene geval (geen recycling) komt al het plutonium in het afval terecht als je er niets mee doet. In het tweede geval wordt dat verminderd met een faktor 4 tot 7 (dus 100:4 of 100:7). Klarisse Nienhuys: „Dat is nogal wat anders dan ons voortdurend wordt voorgehouden, nl. dat Boorgat, voor berging van KSA door opwerking 99,5% van het plutonium uit het afval verwijderd wordt. In tegenspraak met 0,5% Verpakking: glas zit je in een orde van 14 of 15 tot 20%. Je vraagt je af of je daar nou al dat werk voor moet doen: Kernsplijtingsafval wordt verpakt in glas, om een zoveel troep maken en deels lozen, zo slecht ver- beschermende laag te kreëren. Zoals bij elk onpakken plus nog alle bijkomende proliferatie- derdeel van de afvalopberging, is er ook over de verpakking een flinke kibbelarij aan de gang. VUmagazine is demokratisch genoeg om hier alle partijen aan het woord te laten. Eerst horen we van ir. Hamstra waarom glas gekozen is. Ook hij geeft toe dat glas niet het laatste woord heeft. Toch acht hij glas betrouwbaar en bovendien is het op industriële schaal beschikbaar. Glas smelt bij niet te hoge temperaturen, bij 800°C wordt het dun vloeibaar. Het verwarmen is simpel. Daarna kunje het in allerlei vormen gieten: in blokken, in bussen, enzovoort. Er circuleren echter hardnekkige verhalen dat radioaktief afval het glas binnen enkele jaren volledig wegvreet. Is dat niet eng? Nee. Hamstra: „Er komen dan deeltjes vrij die inderdaad stralingsschade kunnen veroorzaken. Dat is mogelijk. Ik heb het zelf niet gezien. Een barst interesseert me echter geen barst, want de bus blijft heel. Waar heb ik die glasblokken voor nodig? Om een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 460

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's