GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 35

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

yn rmgadne 33

lijkt zou willen zien en de nadelige konsekwenties die er uit voortvloeien zou willen vermijden. Maar de rapporten, waarop ons onderzoek voor een deel berust, zijn nu juist geschreven om aan te tonen dat die konsekwenties er nu eenmaal zijn en dat we in de toekomst toch zullen moeten kiezen tussen deze op zichzelf nastrevenswaardige zaken. Wat de toekomstbeelden voor andere man-vrouw-verhoudingen betreft zien we iets dergelijks. Aan de ene kant zal men sterk steunen dat de vrouw haar taak houdt om baby's en kleine kinderen op te voeden en te verzorgen (41%). Aan de andere kant steunt men dat man en vrouw beiden evenveel tijd moeten besteden aan de opvoeding van de kinderen (39%). De eerste uitspraak komt uit het toekomstbeeld waarin de vrouw een halve baan heeft. En beide toekomstbeelden verdragen elkaar niet omdat ze uitgaan van geheel verschillende basis-ideeën, zodat ook hier een keuze gemaakt moet worden. 8. Dilemma's voor beleidsinstanties Als we nu ai deze gegevens overzien is het uitermate moeilijk om hieruit konklusies te trekken, waar aktiegroepen, politieke partijen, vakbon-

f}

den en overheids-instellingen wat aan zouden hebben. Immers, we kunnen niet zonder meer zeggen welk beleid optimaal zou aansluiten bij de wensen en de steun van de bevolking. Wel kunnen we aan de hand van deze gegevens enkele dilemma's verduidelijken waar iedere beleidsinstantie mee te maken krijgt, als hij steun bij een grote groep mensen zoekt. Dilemma 1 Doelstellingen voor beleid moeten konkreet zijn, maar konkretere doelstellingen worden minder gesteund dan abstrakt geformuleerde doelstellingen. Het bleek in paragraaf 5 dat er meer steun was voor de politieke waarde milieu dan voor het toekomstbeeld milieu. Dilemma 2 Voor het ontwerpen van beleid is het noodzakelijk dat de beleidsmaker beschikt over een waardenhiërarchie (hij moet weten welke waarde het belangrijkste is en welke daarna, etc.) maar de hiërarchie van voorkeuren verandert als doelstellingen konkreter worden. Welvaart bleek de belangrijkste politieke waarde te zijn, maar het verstedelijkingstoekomstbeeld waarin deze waarde vorm kreeg, wist maar weinig

steun te verwerven bij de respondenten. Het ligt voor de hand dat deze hiërarchie weer anders zou worden als deze toekomstbeelden nog konkreter gemaakt worden. Beleidsdoelstellingen mogen tot op zekere hoogte best strijdig zijn, maar het is dan noodzakelijk dat men aangeeft welke van de strijdige doelstellingen de hoogste prioriteit krijgt. Hieruit volgt dan het derde dilemma. Dilemma 3 Als men prioriteiten bepaalt voor onderling strijdige beleidsdoelstellingen, krijgt men minder steun voor zijn beleid (zie par. 7). En minder steun betekent: minder macht. Als we deze dilemma's overzien, dan blijkt hieruit dat de verleiding voor politieke partijen, aktie-groepen en overheidsinstellingen groot is, om de beleidsdoelstellingen maar zo vaag te houden dat ze brede lagen van de bevolking aanspreken. Bovendien is de verleiding groot om meer te letten op de steun die men kan krijgen door bepaalde beleidsdoelstellingen in het beleidsprogramma op te nemen dan op de onderlinge strijdigheid van deze doelstellingen. Toch is het de vraag of we ons anno 1979 nog wel dergelijke vaagheden en strijdigheden kunnen permiteren. 1. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Rijks Planologische Dienst, het Ministerie van Sociale Zaken, het Sociaal Cultureel Planbureau en het Ministerie van C.R.M. De koördinatie berust bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de uitvoering bij de Vakgroep Sociale Psychologie van de Vrije Universiteit. 2. De gegevens in deze paragraaf zijn ontleend aan een studierapport van de Rijks Planologische Dienst: Scenario's ten behoeve van de Verstedelijkingsnota. Uitgegeven bij de Staatsuitgeverij. 1975. De tekst van deze en de volgende par^raaf is letterlijk overgenomen uit het boekje „Kiezen voor de toekomst", dat voor dit onderzoek geschreven is. 3. De gegevens in deze paragraaf zijn ontleend aan een studierappoit van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; De emancipatie van de vrouw. Staatsdrukkerij, Den Haag. 1976. 4. Dit zijn de onder hoofdstuk 2 en 3 genoemde rapporten. 5. Op aanvraag is de auteur bereid hierover rapporten toe te sturen. Het adres is: Vakgroep Sociale F'svchologie. De Boelelaan 1081. Postbus 7161. 1007 MC Amsterdam. 6. Zie onder noot 2. 7. Zie onder noot 3.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's