GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 396

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 396

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vi} MAGAZINE \0 fende de sexe van de betrokkenen, valt opnieuw een opmerkelijke overeenkomst te constateren tussen de resultaten van verschillende onderzoekers. Zij treffen de volgende rangorde aan naar afnemende mate van (psychisch) zich welbevinden: gehuwde mannen, gehuwde vrouwen, ongehuwde vrouwen en ongehuwde mannen. Dezelfde rangorde wordt vermeld betreffende een toeneming in geregistreerde pogingen tot zelfmoord. Ook eenzaamheidsgevoelens bleken in dezelfde rangorde te zijn verdeeld over een groep van ondervraagde Nederlandse mannen en vrouwen tussen ,30 en 55 jaar, respectievelijk 10%, 27%, 32% en 38% sterk eenzamen onder deze categorieën. Gove vatte zijn onderzoeksresultaten als volgt samen: het schijnt in onze (de Amerikaanse) samenleving zó te zijn, dat het gehuwd-zijn gunstiger is voor mannen dan voor vrouwen, terwijl het alleenzijn, als je dat al gunstig zou mogen noemen, in verhouding gunstiger uitvalt voor vrouwen dan voormannen". Vooralsnog houden we het erop dat deze conclusie ook opgaat voor de Nederlandse situatie. Overigens kan met het voorafgaande niet aangetoond zijn dat eenzaamheid volledig onbekend zou zijn onder gehuwden. Minder frequent en misschien ook van minder diep ingrijpende aard, treffen we eenzaamheid zeker ook aan onder gehuwde vrouwen. Bepaalde levensfasen van de gehuwde vrouw kunnen als in dit opzicht riskant worden omschreven. Dit geldt bijvoorbeeld ook wanneer buurtcontcaten niet of niet in voldoende mate aanwezig zijn. Frenken wijst mede naar aanleiding van de cijfers van het onderzoek ..Vrouw 1978". op het gevaar dat gehuwde vrouwen met kleine kinderen lopen om sociaal geïsoleerd te raken. Dit zou vervolgens weer kunnen leiden tot wat hij aanduidt met de term ..huisvrouwen-depressi viteit". Verschillen dus in eenzaamheidsgevoelens tussen de diverse categorieën van de bevolking, gezien naar burgerlijke staat en sexe. Een eerste verklaring voor deze verschillen lijkt niet moeilijk te geven. Ons interesseert de nadere bestudering van achtergronden en oorzaken. Deze nadere verklaring van omvang en spreiding van eenzaamheidsgevoelens zoeken we in de samenstelling van het netwerk van gerealiseerde sociale relaties.

Relaties op niveau Relaties tussen mensen verschillen in allerlei opzichten. Wat ons met name

relaties naar niveaus van oppervlakkigheid en diepte en kenmerken van de relaties op elk der niveaus. Het eerste niveau wordt gekarakteriseerd door eenzijdige aandacht van de een voor de ander. Het zoeken van toenadering gebaseerd op belangstelling voor de ander respectievelijk anderen én op de behoefte aan nieuwe contacten, onder voorwaarde dat de ander in principe bereikbaar is (de sociale en de geografische afstand tussen beide personen moet redelijk klein zijn). Er is nog geen sprake van interactie, respectievelijk wederkerigheid in de relaties. Wordt deze interactie wél gerealiseerd, dan komt de relatie daarmee op niveau twee: het zogenaamde oppen'lakkige contact. Hetinteracteren verloopt dan via bepaalde strikte regels. De onderwerpen waarover wordt gecommuniceerd zijn beperkt tot meer oppervlakkige. Er isgeen sprake van dat zaken die persoonlijke problemen of geheimen betreffen in deze relaties aan de orde worden gesteld. Men gedraagt zich ten opzichte van elkaar zoals dat ,.betamelijk" is, conform de normen -die hieromtrent functioneren in de samenleving. Deze oppervlakkige relaties vinden hun waardering en hun reden van bestaan in de specifieke functies zoals deze door de relatie kunnen worden vervuld: wat gezelligheid, een wederzijds bevredigend gespreksonderwerp, en dergelijke. Beide personen zijn bereid tijd uit te trekken voor deze contacten. Vele menselijke relaties gaan niet verder dan dit niveau!

interesseert is de vraag naar de verschillen in diepgang van de relaties en de betekenis welke bepaalde soorten van relaties kunnen hebben voorde betrokkenen. Er zijn verschillende theoretische ideeën omtrent de indeling van relatie-vormen naar diepgang of mate van intimiteit. Voor ons doel zijn de ideeën zoals beschreven door Levinger en Snoek goed bruikbaar. Zij geven onder andere een overzicht van

Het derde niveau van relatievormen betreft de zogenaamde gemeenschappelijkheid. Voorwaarde voor het uitgroeien van oppervlakkige relaties tot gemeenschappelijkheid is dat wederzijdse sympathie, een bepaalde affectie ten opzichte van elkaar, wordt aangetroffen. Ook de omstandigheden voor interactie moeten aan bepaalde minimum-vereisten voldoen. In het algemeen verloopt de interactie meer spontaan en soepel dan in de meer oppervlakkige contacten. Wederzijds worden diepste gevoelens geuit en zorg voor eikaars welzijn is in deze relatie gewaarborgd. Karakteristiek is dat beide personen zich verantwoordelijk achten voor het voortbestaan van de relatie. Het kost steeds meer moeite de relatie te verbreken. In de meest intense vorm wordt de relatiezelf dan ook expliciet onderwerp van gesprek en van aandacht. Gemeenschappelijkheid in normen en waardenoriëntatie, in handelen en denken, naast genegenheid vormen de belang-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 396

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's