GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 230

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 230

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

de mensenrechten — 10 december — op gepaste wijze vieren. Ze bereidden een grote bijeenkomst voor in een park niet ver van het centrum van de zuidelijke havenstad Kaohsiung. De avond voor de grote dag werden twee Formosa stafleden, die met een geluidswagentje door de stad reden, door de politie gearresteerd. Toen zij na zes uur weer werden vrijgelaten, bleken ze zwaar te zijn mishandeld. Op de dag van de bijeenkomst zelf legde de politie een zwaar cordon om het park, en stond niemand toe het terrein te betreden. Er waren echter duizenden mensen naar Kaohsiung gekomen om de manifestatie mee te maken. Aan het begin van de avond verzamelde de staf van Formosa een kerngroep voor het Formosa kantoor in het centrum, en trok vandaar in een fakkeloptocht naar een groot plein. Daar werden vanaf de laadbak van het geluidswagentje enkele toespraken gehouden, maar al gauw was de hele menigte omringd door politie en militairen, die een steeds dreigender houding begonnen aan te nemen. De oppositieleiders poogden de politie ertoe te bewegen zich in te tomen, en trachtten de menigte tot kalmte te manen. Het mocht niet baten: de politie begon met traangas te gooien; de menigte vluchtte in tegenovergestelde richting en brak daarbij door het politiecordon aan de andere kant van het plein (dit werd later door de regering uitgelegd ais ,,een aanval op de politie"). De Formosa leiders loodsten de menigte weer terug naar het Formosa kantoor, waar gedurende bijna anderhalf uur een vreedzame bijeenkomst werd gehouden, met toespraken over milieuzaken, kernenergie, en de politieke status van Taiwan. Een van de leiders van de Taiwanese vrouwenbeweging, Mw. Lu Hsiu-lien, sprak in een bewogen rede over het zelfbeschikkingsrechtvan de Taiwanezen: Mw. Lu: ,,Als de Amerikanen en de Chinezen met elkaar overeenstemmen dat de kwestie-Taiwan moet worden opgelost door,, de Chinezen zelf", dan vraag ik mij af of wij Taiwanezen ook bij die ,,Chinezen zelf" horen. Zo ja, op welke manier en via welke politieke instelling heeft men zich van onze mening op de hoogte gesteld? ' De menigte:,,Helemaal niet, op geen enkele manier." Vlak na deze uitspraak kwam de politie met pantserwagens op de vreedzame bijeenkomst af, en dreef de menigte met traangas uiteen. Twee dagen later verklaarde de regering dat bij de ongeregeldheden ,,182 politiemensen en maar één demonstrant" gewond zouden zijn geraakt.

208

Op 11 december had nog in verschillende kranten gestaan dat 40 militaire en civiele politie en meer dan 90 burgers waren gewond. De regeringsverklaring kwam dus neer op een verdraaiing van de feiten, die blijkbaar was bedoeld om te rechtvaardigen wat er verder stond te gebeuren. Op 13 december werden vrijwel alle Taiwanese oppositieleiders en stafleden van Formosa gearresteerd, zelfs al hadden zij de gebeurtenissen in Kaohsiung niet bijgewoond. Al spoedig filterden berichten naar buiten dat zij in de gevangenis werden gefolt&rd. Pas na twee-en-een-halve maand, op

27 februari 1980, werd aan hun familie en advocaten toestemming verleend om hen te bezoeken. Eén van de gevangen oppositieleiders, Provincial Assembly-lid Lin Yi-hsiung, maakte daarbij zijn bezoekende moeder en vrouw duidelijk dat hij de door de geheime politie opgestelde ,,bekentenis" niet vrijwillig had getekend. Lins moeder belde dit bericht de volgende dag door naar vrienden in Japan. Drie uur na het gesprek werden zij en twee van Lins dochtertjes door ,,onbekenden" om het leven gebracht. Een derde dochtertje werd zwaar gewond. De datum was 28 februari. Van 18 tot 28 maart 1980 vond het proces tegen de acht voornaamste beklaagden (inklusief Lin Yi-hsiung) plaats voor een militair tribunaal in Taipei. Zij werden er van beschuldigd de menigte in Kaohsiung te hebben opgeruid om de politie aan te vallen. De rechtbank achtte ook bewezen dat zij de regering omver hadden willen werpen, en veroordeelde hen tot gevangenisstraffen van twaalf jaar tot levenslang. Geluidsbandjes van de bijeenkomst in Kaohsiung (die ondanks de verzoeken van de verdediging niet tijdens het proces werden gedraaid) bewijzen dat de oppositieleiders die het woord voerden de menigte tot kalmte maanden, en dat Lin Yi-hsiung zelfs niet eens had gesproken.

Van 21 tot 24 mei werden 33 minder vooraanstaande oppositieleiders en Formosa stafleden voor een civiele rechtbank gedaagd. Vrijwel allen verklaarden dat zij tijdens de twee maanden durende ondervraging waren gemarteld. Net zoals bij het proces tegen ,,de acht" ging de rechtbank niet op deze ,,kleine onregelmatigheden" in, en verklaarde dat 31 van de verdachten hadden meegewerkt aan het plan om de regering omver te werpen. Gezien het feit dat de belangrijkste oppostieleiders achter slot en grendel zaten, durfde de Kuomintang-regering het nu aan om de uitgestelde verkiezingen in december 1980 te houden. Enkele familieleden van de gevangen genomen oppositieleiders stelden zich echter kandidaat, en slaagden er in om, ondanks grote tegenwerking van de geheime politie, met grote meerderheid te winnen. Uit dit resultaat mag worden geconcludeerd dat de Taiwanese oppositie wordt gesteund door brede lagen van de bevolking. Hoe staan de autochtone Taiwanezen zélf nu tegenover de levering van onderzeeërs door Nederland? De Volksrepubliek China wordt door de meesten van hen inderdaad als een bedreiging beschouwd, en de duikboten zouden bij een eventuele aanval of blokkade door China een, waarschijnlijk minieme, rol kunnen spelen bij de verdediging van het eiland. Voor veel Taiwanezen betekent de levering echter een ondersteuning van het repressieve militaire/politieke apparaat van de Nationalistisch Chinezen. Zij zouden slechts dan met de leverantie van de onderzeeërs instemmen als Nederland van de verbeterde, zij het onofficiële, betrekkingen met Taiwan gebruik maakt om de autoriteiten in Taiwan ertoe te bewegen om de gevangengenomen politieke en kerkelijke leiders vrij te laten, en stappen te nemen om te komen tot een vrij en democratisch Taiwan. Deze Taiwanezen redeneren dat een democratisch gekozen regering op de steun van het volk kan rekenen, en daardoor veel beter in staat zal zijn om een eventuele bedreiging van de kant van China het hoofd te bieden dan een regering die gebaseerd is op fictieve ideeën zoals ,,herovering" van China. Ook wijzen zij er op dat na verloop van een aantal jaren de scherpe vijandschap tussen China en een democratisch Taiwan wat zou afslijten, en een vreedzaam naast elkaar bestaan mogelijk zou worden. Nederland kan zo een kleine bijdrage leveren tot een vreedzame oplossing van de kwestie Taiwan. Wij moeten deze kans m.i. niet voorbij laten gaan.»

vu-Magazine 10 (1981) 6 (juni)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 230

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's