GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 35

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

zoekend bezig zijn naar de juiste manier. We stelden ons voor een tijd mee te doen in een beperkt aantal klassen van een school voor lager beroepsonderwijs, als,,leerling" temidden van jongens en meisjes om vandaaruit kontakten op te bouwen. Na enkele gesprekken met direktie, ouderkommissie en lerare(sse)n die aanvankelijk wat vreemd opkeken (van zo'n soort onderzoek hadden ze nog nooit gehoord; kón dat wel?) maar ons toch welwillend tegemoet traden, konden we ons in verschillende klassen introduceren. Jan Hazekamp draaide mee in twee jongensklassen van de afdeling ,,bouw", en Pauline Naber in twee meisjesklasseri van het lager huishoud- en nijverheidsonderwijs. De reakties van de jongens en meisjes op onze aanwezigheid en uitleg van de bedoelingen waren zeker niet afwijzend. Ze vonden ook wel dat er relatief veel aandacht is voor middelbare scholieren en niet voor hen. En het negatieve beeld van „die jeugd van tegenwoordig" mocht wat hen betreft best wat bijgesteld worden. Zo hebben we beiden ruim een half jaar lang als „leerling" twee ochtenden per week in twee vierde klassen gezeten. Aanvankelijk was dat natuurlijk over en weer wel vreemd, maar in de loop van het schooljaar wende het, en werd het vanzelfsprekend dat we er waren. Wij werden net als alle andere klasgenoten tot de orde geroepen door de leerkracht als dat nodig was! Langzamerhand leerden we de klasgenoten kennen, niet alleen in de klas, maar ook daarbuiten. We werden mee uitgenodigd naar het schoolplein, de snackbar in de buurt. Jan door de jongens, Pauline door de meisjes. Steeds meer werden we bij de vrijetijdssituaties van de scholieren betrokken. En zo gebeurde waarop we gehoopt hadden: we werden hier en daar deelgenoot gemaakt van „hun" wereld: in de disko, thuis kletsen op de slaapkamer, uitgenodigd op een verjaardag, met elkaar naar de kermis, winkelend in de stad, mee op werkweek naar Londen, en met een schoolreisje van de klas. Vrienden en vriendinnen van buiten de schooi, leerden we door een „sneeuwbaleffect" kennen. Deze jongeren bezochten weer vaak een ander soort school (mavo, streekschool of vormingscentrum), of waren al van school af. Onze aanwezigheid in de klassen eindigde met de diploma-uitreiking aan de vierdeklassers. Daarna gingen we wel door met de kontakten die we al gelegd hadden. Hierdoor is het ons mogelijk de ervaringen omtrent de overgang naar een andere school, de werksituatie of werkloosheid te vernemen. Niet alleen wijzelf zitten nog met vele vragen die we willen stellen, ook verschillende jongens en meisjes (enkelingen en groepjes) willen graag verder praten over zichzelf. Bovendien blijkt er steeds meer interesse te zijn voor wie wij nu eigenlijk zijn en wat we nou precies doen. Onze stelregel is dan ook dat ondanks de onderzoeksfasering (de fase van intensieve gespreksvoering denken we deze maand af te sluiten, daarna komt de verwerking van het materiaal), we kontakten met

VU-Magazine10(1981)1 (januari)

de jongeren niet meteen afbouwen. We doen dit alleen op initiatief en naar aanwijzingen van hün kant. Het nog blijven zien van een aantal jongens en meisjes is gewoon een leuke kant van deze wijze van onderzoek doen! De taakverdeling naar sekse — Jan spreekt met jongens, Pauline met meisjes — hebben we met opzet zo gekozen. Binnen het gangbare sociaal-wetenschappelijk onderzoek is de aandacht vooral gericht op op-

Kón dat wel, twee wetenschappers gewoon als leerlingen in de klas? vallende jongeren, en dan meestal op jongens. Meisjes „zijn er niet", in ieder geval vaak niet binnen het blikveld van de onderzoeker(s). Door hun opvoeding gedragen meisjes zich doorgaans niet op een voor de omgeving ,,lastige", agressieve of bedreigende manier. Pas wanneer meisjes op opvallende wijze, via prostitutie of druggebruik onder de aandacht van instanties komen, reageert men, uit bezorgdheid op hun aanwezigheid. Hoe nu het leven van alledag van meisjes eruitziet, hoe ze een school of beroep kiezen, hoe ze hun relatie met ouders beleven, welke plaats ze in de vriendengroepen innemen, hoe ze het zelf vinden in disko's, welke positie buitenlandse meisjes op school en daarbuiten innemen, daarover is nog weinig bekend. Dankzij de bijdrage van Vrouwen VUhulp kan Pauline Naber daar iets aan doen. Een belangrijk doel van ons onderzoek is

om door middel van de verkregen inzichten mee te werken aan sociaal-pedagogische theorievorming over de levenssituatie van de jongeren in Nederland. Hierover praten we met en schrijven we voor kollega's aan verschillende universiteiten, maar ook willen we d.m.v. boeken en artikelen materiaal aandragen voor opleidingen waar de leefwereld van de jongeren aan de orde komt (sociale en pedagogische akademies). We werken samen met de school en de welzijnswereld in de betreffende stad om beleidsmatig, op jeugdwelzijnsnivo, ons steentje bij te dragen aan ontwikkelingen in een progressieve richting.,,Progressief" in die zin, dat we het voortdurend negatief reageren op jeugdig ,,wangedrag" afwijzen, maar wel bereid zijn mee te zoeken naar oplossingen die struktureel iets aan de maatschappelijk moeilijke situatie van veel jongens en meisjes van het lager beroepsonderwijs en de mavo kunnen verbeteren. Zo zijn we op school betrokken bij het projekt ,,keuzevrijheden" vanwaaruit geprobeerd wordt de traditionele beroepskeuze van meisjes en jongens te doorbreken. Immers door het overaanbod van arbeidskrachten in de verzorgende en administratieve beroepen dreigen met name meisjes werkloos te worden. Vandaar dat leerkrachten op ,,onze" school proberen jongens en meisjes bekend te maken met beroepen die doorgaans buiten hun gezichtsveld vallen. Meisjes kunnen ook automonteur worden en jongens kinderverzorger. Overigens makkelijker gezegd dan gedaan! Ten slotte denken we aan een boekje voor jongens en meisjes zelf, alsook voor hun ouders. Zoiets kan dan als diskussiemateriaal gebruikt worden in diverse school- en vormingssituaties. Literatuur: Jan Hazekamp: Arbeidersjongeren, een sociaal-pedagogische kritiek, uitgegeven door Boom in Meppel, ƒ 19,50.

Kreten op het schoolbord in de school van Pauline Nalier en Jan Hazekamp

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's