GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1982 - pagina 392

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1982 - pagina 392

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Hortus

Wijnruit door Daan Smit ,,Maar wee u, Farizeeën, want gij geeft tienden van de munt en We ruit en van alle kruiden, en gij gaat voorbij aan het oordeel en de liefde Gods". (Lucas 11:42). Er bestaat vrijwel geen twijfel dat de wijnruit die in Lucas wordt geciteerd tot het geslacht Ruta behoort. De vraag blijft echter min of meer open wanneer het gaat om de juiste soort. Er zijn maar liefst een 60-tal verschillende Ruta's bekend, waarvan de meeste in het wild te vinden zijn in het Middellandse Zeegebied, terwijl een kleiner gedeelte in de gematigde streken van Azië voorkomen. Met vrij grote zekerheid wordt hier echter Ruta chalepensis bedoeld, doch kan het evenzo goed Ruta graveolens zijn geweest. Het feit dat de wijnruit niet ten tijde van het Oude Testament wordt genoemd, wijst er misschien op dat het ging om het gebruik van de gewone wilde, inheemse plant, waarschijnlijk Ruta chalepensis. Dat hij gedurende de periode van het Nieuwe Testament wel wordt aangehaald, kan erop wijzen dat het ditmaal speciaal gekweekte planten betrof van Ruta graveolens, die toen in het wild minder algemeen voorkwamen. Hoe het ook zij, beide planten verspreiden een opmerkelijke penetrante geur, die een ieder die met deze planten in aanraking komt, zeker niet zal ontgaan. Omdat de gewone wijnruit, Ruta graveolens in ons klimaat vrij goed winterhard is, en R. chalepensis in veel mindere mate, zal omtrent de groeiwijze cultuur en andere wetenswaardigheden wat de eerst genoemde soort betreft, nader op e.e.a. worden ingegaan. De oorzaak dat deze halfheester, die een hoogte bereikt van 40-70 cm, na beroering zo'n sterke geur verspreid, is dat de vele etherische oiieën die blad, stengel, e.a. delen van de plant bevatten dan gemakkelijk vrijkomen. Vooral tijdens warm weer is dat heel goed te ruiken, zelfs al wanneer de plant in het geheel niet wordt aangeraakt. Als medicinaal kruid stond wijn-

358

ruit bij de Ouden in hoog aanzien. Vele eeuwen geleden werd het beschouwd als zou het voorbehoedend werken tegen velerlei besmettelijke ziekten. Het werd tevens gebruikt als anti-conceptie middel. Verondersteld werd tevens dat alleen al bij het opsnuiven van de geur een opkomende ziekte werd verdreven. Voorts gaat het verhaal dat wanneer ze verleid werden, meisjes van hun liefdesdaad werden weerhouden, alleen ai door het eten van een wijnruitblaadje. De geneeskracht die toen aan de plant werd toegeschreven, werd zeker in de eerste plaats behaald door de sterke geur, en niet, of minder door de medicinale eigenschappen ervan. Nog steeds wordt wijnruit genoemd in

Ruta graveolens (wijnruit)

de rij van keukenkruiden. De sterk aromatische, enigszins bittersmakende bladeren worden gebruikt als toekruid in sauzen, bij vlees en visgerechten en in soepen. Ondanks dat is het echter een kruid dat weinig in de keuken wordt gebruikt. Veel mensen zijn gevoelig voor aanraking met.deze plant en krijgen dan huiduitslag, die slechts langzaam geneest. Na drogen verliest wijnruit zijn geur, niet de smaak. Desalniettemin is het een waardevolle tuinplant die hoegenaamd geen eisen aan de cultuur stelt. Hij groeit goed in iedere tuingrond en is gemakkelijk uit zaad te kweken. In het vroege voorjaar binnenshuis gezaaid, verspeend en in mei buiten uitgeplant, of na half mei meteen buiten ter plekke uitgezaaid, kunnen ze hetzelfde jaar reeds bloeien. De vele geelgroene bloemen die in een soort scherm staan, verschijnen reeds datzelfde jaar na het zaaien. Naarmate de planten langer vaststaan, worden ze ook mooier. Vooral wanneer ze in het vroege voorjaar van hun uitgebloeide bloemstengels worden ontdaan. Datterugknippen kan dan zeker tot de helft gebeuren; zodoende wordt een mooie bossige- en compacte plant verkregen. Afgesneden bloemstengels zijn op water lang houdbaar. Ook de uitgebloeide, van grote zaaddozen voorziene bloemstengels zijn in droge toestand fraai te verwerken met andere droogbloemen. Tenslotte gaat het verhaal, dat een of meerdere in de tuin geplante wijnruiten katten zouden weren. Proefondervindelijk is gebleken dat ook dit een fabel is! Wie zelf eens wat van deze fraaie — doch sterk riekende planten — in zijn eigen tuin wil kweken, kan een pakje zaad aanvragen a ƒ 1,- aan postzegels -I- een zelfgeadresseerde- en gefrankeerde envelop (70 et.) bij de hortus botanicus der Vrije Universiteit, postbus 7161,1007 MC Amsterdam.

Tekening afkomstig van: dr. F. N. Mepper, Kew Herbarium, London, Engeland.

vu-Magazine 11 (1982) 10 oktober

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1982 - pagina 392

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's