GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 466

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 466

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

naaste met een vlammenwerper de verbrandingsdood aan te doen..." In de praktijk vielen de gevolgen voor de Vereenigingsleden mee. Net als een lid in Groningen wordt Van Bruggen de toegang tot het avondmaal ontzegd. In een andere plaats wordt een diaken voor drie maanden uit zijn ambt gezet. Daar staat dan tegenover dat in verschillende plaatsen de kerkeraden laten doorschemeren dat ze het Synode-besluit niet zullen uitvoeren. De kerken waren en zijn autonoom in het uitvoeren van de besluiten en echt harde sancties stonden ook niet in het besluit. Voor de Vereeniging was het grootste bezwaar van het Synode-besluit dat niet werd aangegeven van welke „ o n schriftuurlijke dwalingen" ze dan wel uitgingen. ,,Hier dreigt menselijke uitleggerij en opvatting te worden verheven tot Goddelijke waarheid" schrijft secretaris De Graaf. De kwestie blijft de volgende jaren de gemoederen bezig houden en bijna de gehele jaargang '38-'39 wordt in beslag genomen door het zeer uitvoerige verweer dat „ons lid J. D. Korbee" aan de Synode heeft gericht. Siuitzegei In de loop van '39 worden de verenigingsleden opgeroepen hogmaals een bezwaarschrift in te dienen bij de Synode van Sneek, waar de hele zaak, niet in de laatste plaats vanwege de vele protesten van alle kanten, nog eens op de agenda zal staan. In oktober '39 valt het besluit opnieuw maar O. W. de Graaf krijgt pas per 19 januari '40 van scriba Keizer, net als alle andere bezwaarden het besluit op papier. Dat besluit luidt dan: „a. het verzoek tot intrekking der conclusies (art. 272 Synode van Amsterdam) als niet gegrond af te wijzen; b. de bezwaarde broeders ernstig te vermanen zich te onderwerpen aan de kerkelijke vermaning en tucht en te leven naar de besluiten, die de Synode heeft genomen ten aanzien van de organisaties die op het standpunt staan van anti-militaristische verwerping van den oorlog in eiken vorm". Ook nu ontbreekt tekst en uitleg en De Graaf stelt in het Vredesorgaan vast dat de raadgeving om naar de besluiten van Amsterdam te leven zo maar weinig indruk maakt. Het naschrift laat aan duidelijkheid niets te wensen over:,,Niets nieuws onder de zon! Napoleon in 1811 op een audiëntie verleend aan geestelijken te Utrecht: „Men mag doen wat men wil, men zal niet lich t een geestelijke bekeren''. In november '39 start de Vereeniging nog een sluitzegelaktie met twintig

392

De „vredesauto" die met lectuur en sprekers door tiet tand trok om overal „waar dat maar mogelijk is en de vergunning daartoe door de burgerlijke autoriteiten wordt verleend openluctit samenkomsten te liouden"(1932)

verschillende bijbelteksten over oorlog en vrede, maar in het laatste nummer wordt al voorvoeld dat het niet lang meer kan duren of de oorlog zal ook over Nederland uitbreken. ,,Leden, mag ik U, misschien voor het laatst, tot trouw opwekken", schrijft Van Bruggen en in het slotartikel legt hij nog eens uit waarom hij het Christelijk anti-militarisme,,alleszins gerechtvaardigd" acht. Nadien is er nooit meer iets van de Gereformeerde Vereeniging voor Daadwerkelijke Vredesactie vernomen. Drogreden O. W. de Graaf en D. Fokkema sr. hebben elkaar tijdens de oorlog nog eens ontmoet in Almelo waarheen mijn opa, na Bergum en Heerenveen, inmiddels was verhuisd. Fokkema is toen nog van de trap gevallen, maar of dat reden was voor zijn vertrek in stilte vertelt de geschiedenis niet meer. Van Van Bruggen werd nooit meer iets vernomen, hij schijnt nog een aantal jaren langer geleefd te hebben dan mijn opa die in '68 op 84-jarige leeftijd overleed. Oom Luit de Graaf is niet over de hele linie somber over de teloorgang van de gereformeerde vredesactivisten. „Op de kerkeraadsvergaderingen waar dit in de vorm van IKV en ICTO nog wel eens aan de orde komt heb ik gezegd dat ik het geweldig vond dat dit soort dingen besproken werd. Vijftig jaar geleden werd je als je die ideeën verkondigde buitengesloten. Wat dat betreft zijn er verschuivingen aan de gang en nou weet je nooit waar de lawine begint". Hij heeft nog een zekere bewondering voor het idealisme in de jaren dertig: „Het was gewoon van dit is het appèl, dit is de belijdenis en per consequentie daarvan moet je ontwapenaar zijn ". Vanuit de kerk gezien vindt hij dat nog steeds een reële benadering ,,want

ook het rotste wapen is niet gevaarlijk uit zichzelf". ,,Maarz'n aanwezigheid met de mens van nu is een grote bedreiging ,,zegt z'n broer Dirk" en dat mag een reden zijn om er aktie tegen te voeren". Beiden staan sympathiek tegenover het IKV al zijn ze niet daadwerkelijk actief. Tijdens de oorlog leefde opa De Graaf een teruggetrokken leven, bij het verzet heeft hij zich niet aangesloten al was een tijdlang een jodenjongetje in het gezin ondergedoken. Van één ding heeft hij enorm veel spijt gehad: het ondertekenen van de Ariër-verklaring. ,,De ambtenaren hadden daar toen geen bez^^/aar tegen als ze maar niet hoefden te verklaren dat ze geen jood waren, want dat was racisme. Dat was een drogreden, want op die manier leverden ze toch alle joodse ambtenaren uit. Later heeft-ie gezegd ,dat is fout geweest'. Maar ja, je werd er dan uitgeschopt, je kreeg geen inkomen meer. Wat doe je dan als hoofd van een gezin", zegt Dirk de Graaf. Veel moeite had hij ook met het feit dat zijn oudste zoon Piet, mijn vader die in '57 overleden is, opgeroepen werd voor dienst in '39 en uiteindelijk toch gegaan is. Aan dienstweigeren was hij niet toe en een beroep op de wet zou ook kunnen betekenen dat hij zijn baan bij de overheid, hij was gemeente-ambtenaar, kwijt zou raken. Na de oorlog heeft opa De Graaf nooit meer de behoefte gehad een rol in de vredesbeweging te spelen. Hij besteedde zijn vrije tijd aan werk voor de reclassering en de kerk. Met zijn zoon Luit filosofeerde hij nog wel tijdens urenlange fietstochten: „Hij heeft altijd geworsteld met het idee waar sta je eigenlijk als mens. Een bepaalde consequentie zien van een overtuiging en het toch niet — ook weer op heel rationele gronden — aandurven. Wat is nou de verhouding tussen geloof en ratio. Daar kwam-ie niet meer uit".

vu-Magazine 12(1983) 10 november 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 466

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's