GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 242

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 242

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

of Proust is, steeds bevat zijn verhaal dezelfde elementen. Dat verhaal is in wezen simpel en in enkele woorden te vertellen. Maar aan de andere kant heeft 't adembenemende consequenties en is de verscheidenheid aan verschijnselen, onderwerpen en personen die hij erin betrekt zo groot, dat het niet eenvoudig is de reikwijdte van zijn cultuurfilosofie bij benadering aan te geven. Beginnen bij 't begin, betekent beginnen bij het geweld en bij de rol die gewelddadigheid heeft gespeeld in de ontwikkeling van dat wat wij samenleving, cultuur of beschaving noemen. Dat is althans Girards veronderstelling, die hij baseert op de analyse van mythen. Voor hem zijn mythen de verhulde, overgeleverde verhalen van gebeurtenissen in de samenleving, die vertellen van een crisissituatie waarin een volk of gemeenschap geraakte en hoe deze crisis werd opgelost door het offeren, in letterlijke of overdrachtelijke zin, van één van de leden van die gemeenschap. De oorsprong van die crisissituatie is volgens Girard steeds het geweld dat voortvloeit uit de nabootsende bezitsdrang. De sociale,,oer-relatie" tussen individuen is er voor Girard één van imitatie en naijver. Het zijn rivalen die elkaar voortdurend en nauwgezet in de gaten houden. Dit betekent weliswaar dat in zekere zin individuen hun gedrag op elkaar afstemmen, maar het levert een nauwelijks leefbare situatie op. Een derde element in de relatie is het ,,object" dat — concreet of abstract — de hebzucht oproept van 't ene individu zodra de ander ernaar verlangt.

208

Zondebok

Dubbelganger Niet het object is zo zeer van belang, maar het feit dat de ander er de hand naar uitsteekt maakt het object begeerlijk Het mechanisme van de begeerte dat dan op gang komt noemt Girard ,,mimetisme": imitatie. Girard: „De begeerte wordt op bepaalde voorwerpen en eigenschappen gericiit door tussenkomst van een „dubbelganger", de ander Door het zélf te begeren geeft de dubbelganger aan wat begerenswaardig is en wat niet." Men kan constateren dat bij voorbeeld de mode en de aantrekkelijkheid van andere trendgevoelige consumptieartikelen in deze tijd nog steeds op dit principe zijn gebouwd: ,,zien kopen doet kopen" geldt juist daar, net als 't gezegde dat het gras bij de buren altijd groener is... Het is van belang hierbij te weten dat die imitatiedrift zich onbewust afspeelt. Het individu denkt dat het primair gaat om het object dat hem of haar aantrekt en ziet 't feit over 't hoofd dat daar een drang tot nabootsen achter steekt. En het gevolg is, dat men de ander ziet als sta-in-de-weg tussen zichzelf en het begeerde object. Daar komt nog bij dat de nabootsing wederzijds is en dat de gehechtheid aan het object bij de dubbelganger verhevigt doordat er blijkbaar een ander is die 't wil bezitten. De waarde ervan neemt dus toe: iets is des te meer waard naarmate het voor anderen aantrekkelijker is. Het zal duidelijk zijn dat deze imiterende hebzucht veroorzaker is van vele conflicten, waarbij op den duur het object, waarom 't allemaal begonnen is, zelfs helemaal uit het zicht is verdwenen. Men is er na verloop van tijd alleen nog maar op uit om de ander, de rivaal en tegelijk dubbelganger te overwinnen en waar mogelijk te vernietigen. Het geweld is geboren.

De imiterende bezitsdrang blijft niet beperkt tot twee individuen en een object maar is, aldus Girard, in hoge mate besmettelijk. Nabootsing en begeerte spreiden zich als olievlekken uit over de samenleving en het geweld woekert voort tot de gemeenschap in een alomvattende crisistoestand terechtkomt. Girard: „Iemand wordt van deze crisis het slachtoffer, in de meest letterlijke betekenis, en het maakt totaal niet uit wie." Om die reden spreekt Girard in dit verband ook wel van een sacrificiële crisis": één die leidt tot het opofferen van een lid van de gemeenschap. Omdat in een situatie die wordt getekend door crisis en geweld de individuen volledig identiek zijn, maakt het niet uit wie als zondebok uit de bus komt. Zeker is alleen dat, volkomen willekeurig, één individu zal worden aangewezen als de schuldige, de veroorzaker van alle onheil. En omdat de imitatiedrift zo sterk is, nemen de andere leden van de gemeenschap het wijzen meteen beschuldigende vinger naar die ene, gretig over. Het vonnis is daarmee geveld en hoeft alleen nog te worden voltrokken...

Stichtende moord De vraag ,,waarom één zondebok?", beantwoordt Girard met een fabel van een kat die zich bedreigd weet door een oppermachtig monster en informeert of 't monster zich ook kan omtoveren tot iets dat zo klein is als, bij voorbeeld, een muis. Het monster dat het bewijs van dat vermogen overmoedig levert is verloren: de kat eet de muis op en verslindt daarmee de dreiging.

vu-Magazine 12(1983) 6 juni 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 242

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's