GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 486

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 486

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrouwelijke artsen in aktie

jChirurgie is bij uitsteic een macho-vale' Ergens in Nederland rijdt een huisarts, op weg naar een patiënt. Naast hem zit zijn zoontje. Op een gegeven moment krijgen ze een ongeluk. De vader heeft slechts enkele kneuzingen maar het zoontje is ernstig gewond. In hetziekenhuiswaar hij naar toegebracht wordt, constateren de artsen zodanige kwetsuren dat opereren noodzakelijk wordt. Alles wordt in gereedheid gebracht voor de operatie. Dan komt de chirurg de operatiekamer binnen, ziet het kind, en zegt: ,,0 nee, dit kind kan ik niet opereren want het is mijn eigen zoon!" Hoe is dat mogelijk? Een geliefd raadsel op feesten en partijen. De antwoorden variëren meestal van ,,hij heeft de zoon geadopteerd", of: ,,de huisarts, die ook chirurg is, was toch niet zo ernstig gewond", tot ,,er had een verwisseling bij de geboorte plaatsgevonden". Weinig mensen komen echter op het idee dat de chirurg in dit geval de moeder van de jongen was. Het is een vergissing die wel vaker wordt gemaakt. Veel mensen, zowel mannen als vrouwen, artsen en patiënten, zien een vrouw in een witte jas in eerste instantie voor een verpleegster aan. Veel patiënten die voor het eerst een huisarts bezoeken, kijken heel vreemd op als die huisarts een vrouw blijkt te zijn, of vragen: ,,ls uw man ook thuis?" Deze problemen van veel vrouwelijke artsen waren voor de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) aanleiding haar vijftigjarig jubileum te vieren met een congres onder de titel:,, De dokter, dat ben ik". Ongeveer duizend vrouwelijke artsen bezochten op 15 oktober dit congres in Nijmegen. De VNVA was in vroeger jaren een wat stijf gezelschap van keurige vrouwelijke artsen. Daar is nu, ongetwijfeld ook onder invloed van de vrouwenbeweging, verandering in gekomen. De VNVA heeft zich enige jaren terug al uitgesproken voor een goede abortuswetgeving, en onlangs sprak zij zich uit tegen een verwijdering van de pil uit het ziekenfondspakket. De VNVA zou qua ledental behoorlijk kunnen groeien. Op het congres werd namelijk bekend gemaakt dat het aantal vrouwelijke artsen tussen 1973 en 1983 ruim is verdubbeld: van 2.900 tot 6.000. Het percentage vrouwen onder alle artsen is gestegen van 16 tot 22, het percentage vrouwen onder dege-

408

nen die het artsenexamen behalen steeg van 19 tot 30. Enkelingen Vreemd genoeg is het aandeel van vrouwen in de uitoefening van het beroep niet met dezelfde percentages gestegen. Er zijn wel stijgingen te constateren, maar slechts zeer geringe, en bovendien in bepaalde groepen. Zo constateert de arts Corrie Hermann: ,,Zowel in 1973 als in 1983 zijn vrouwelijke huisartsen vaak assistent of de helft van een huisartsenechtpaar. Vrouwelijke specialisten zijn vaak internist, kinderarts, psychiater/neuroloog of anaesthesist, in andere specialismen is óf het percentage vrouwen laag óf betreft het een ,niet zo zwaar' specialisme. Vrouwelijke sociaal-geneeskundigen zijn heel vaak jeugdarts. Vrouwen in de ,restgroep' heb-

KUN MAN IS TWUIS, JA.WILT U ZANGLES NEMEN DAN ""^

Cartoon van Marlen Nolta uit de congresbundel „De dokter, dat ben ik"

ben vaak baantjes waar je financieel niet van kunt rondkomen. In beleidsfunctieszijn vrouwen enkelingen." Een voor vrouwen niet zo positief beeld van het Nederlandse artsenwezen. Maar hoe is de situatie eigenlijk in het aan de VU verbonden Academisch Ziekenhuis? VU-Magazine sprak met twee artsen: Margit Boer-Meisel, als gynaecologe werkzaam in het AZVU, en met Thea Dukkers van Emden, medewerkster vrouwenstudies bij het Huisartsen Instituut. Is Margit Boer bekend met de ervaringen van veel vrouwelijke artsen? Ik vraag haar dit nadat we al enige tijd over ,,serieuze" zaken hebben gesproken, en ze heeft er duidelijk plezier in deze vraag te beantwoorden: ,,Toen ik hier net als gynaecologe werkte wist ik niet precies hoe ik me behoorde te gedragen, dus ik volgde zoveel mogelijk het gedrag van de andere artsen. Als zij de telefoon opnamen, dan zeiden ze: ,met Smit'. Dus als ik de telefoon opnam, zei ik: ,met Boer'. Maar dat mocht niet van het hoofd! Nee, ik moest zeggen ,met mevrouw Boer.' Een ander voorbeeld. Toen ik samen met mijn collega's, aan anderen werd voorgesteld, zei het hoofd: ,,dit is dokter Jansen, dit is dokter Pietersen, en dit is mevrouw Boer." Ik zei toen vervolgens, bij wijze van grap uiteraard, ,,enditishetlioofd, deheer...."Enóa\ vond hij helemaal niet leuk! Huisvrouw TeVug naar de,,serieuzere" zaken. We spraken over de loopbaan van Margit Boer. Waarom heeft ze gynaecologie als specialisme gekozen, en hoe zit het met de beroemde hindernissen die vrouwen in deze beroepen op weg naar de top tegenkomen? Margit Boer

vu-Magazine 12(1983) 11 december 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 486

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's