GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 36

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ting nemen ze 10 % van de bruto fabriekswaarde en commerciële produktie voor hun rekening, 7,5 % van de werkgelegenheid in de steden en 3 % op het platteland. Deze groep groeit momenteel, in aantal en invloed. Dan is er de kleine groep rijke zwarte boeren in de communale gebieden en de commerciële sector. Ook zij maken, evenals de commerciële blanke boeren, gebruik van de goedkope zwarte arbeidskrachten. Zowel handelaren ais deze groep rijke zwarte boeren hebben er het meeste baat bij als land van de inefficiënte boeren wordt afgenomen en herverdeeld. Zo'n landhervorming zou het ontstaan van een zwarte bourgeoisie kunnen stimuleren. Als laatste is er de groep Afrikanen met middelbare en universitaire opleidingen. Zij profiteren het meest van een Afrikanisering van de geschoolde werkgelegenheid. Blanke overheersing betekende in 1969 dat 37 % van de niet-Afrikaanse bevolking werk had in de publieke sector; thans worden deze functies overgeheveld naarzwarte Zimbabweanen. Al deze groepen kunnen er hun voordeel van doen als de blanken worden teruggedrongen in hun posities, zonder dat een socialistische politiek wordt doorgevoerd, waarbij verdeling van macht en produktiemiddelen centraal staat en de plattelandsbevolking en de industrie-arbeiders een cruciale rol krijgen toebedeeld. Zulke groepen kunnen dan ook gezien worden als steunpilaren van Mugabe's gematigde, reformistische koers, zoals we hierboven hebben aangeduid.

Landbouwbeleid Mugabe's strategie berust dus niet op een directe steun van massa-organisaties in de verschillende klassen in het land. Het is meer een ,,van boven naar beneden"-benadering dan een omgekeerde. Deste belangrijker is het voor de regering om de bevolking op z'n minst tevreden te houden en weerstanden tegen zijn beleid onder grote groepen, te voorkomen. Gegeven de situatie in Zimbabwe is het niet verwonderlijk, dat plattelandsontwikkeling en landbouwbeleid de hoekstenen vormen in de strategie van de regering. Wat is nu het feitelijke landbouwbeleid van de regering Mugabe? Allereerst werd de regering bij de Onafhankelijkheid geconfronteerd met ongeveer 1,5 miljoen ex-strijders, vluchtelingen en andere ontheemden. De meeste van hen zijn intussen teruggekeerd naar hun oude woonplaatsen. Daarmee zijn de reeds overbevolkte gebieden nog

34

meer onder druk gezet. Een schatting van het aantal gezinnen dat voor hervestiging in aanmerking komt uit op 220.000. Willen deze gezinnen een als redelijk bestempeld inkomen moeten verdienen (ongeveer duizend gulden per jaar) uit akkerbouw en veeteelt, dan zouden ze per gezin ca. 36 ha nodig hebben. De totale hoeveelheid land die dan nodig is, bedraagt een kleine 8 miljoen ha ofwel: precies datgene wat er aan goede grond beschikbaar is in het blanke gebied. Het gevolg zou dus zijn dat de hele bestaande blanke commerciële sector opgeslokt zou moeten worden. Deze rigoureuze landverdeling zou een produktieverlies, vooral op korte termijn, betekenen. Het duurt namelijk enkele jaren voordat de nieuwe boeren geïnstalleerd én produktief zijn. Men besloot, als compromis, ook de slechte landbouwgrond uit de commerciële sector erbij te betrekken, wat neerkomt op een totaal van 15,5 miljoen ha grond. De regering wil voor het emd van dit jaar50.000 gezinnen hervestigen en in drie jaar tijd 162.000 families, dit is 74 % van het totale aantal van 220.000. Dit is een nogal ambiteus plan — maar hierboven is al gebleken dat Mugabe zulke ambities moet hebben om zijn achterban aan zijn kant te houden. Bij de herverdeling van het land is de regering gebonden aan de,,Lancaster House Agreements", wa&rin staat dat land nietonteigend mag worden, maar dat compensatie betaald moet worden. De regering is in eerste instantie aangewezen op land, dat (blanke) boeren te koop aanbieden en land dat niet of weinig gebruikt of verlaten is. Het is moeilijk recente gegevens hierover te pakken te krijgen. Naar schatting was er in december 1981 ruim 500.000 ha en in juni 1982 een kleine 800.000 ha aangekocht. Is een stuk grond aangekocht, dan bekijkt men eerst hoeveel families erop kunnen wonen. Daarna legt men een basisinfrastructuur aan, die bestaat uit de aanleg van wegen, waterputten, voorzieningen voor het vee, scholen en klinieken. Dan besluit men welke mensen erop kunnen wonen: voormalige vrijheidsstrijders, vluchtelingen of landloze boeren, die zich als boer willen vestigen. Om het proces te bespoedigen, worden tegenwoordig ook wel de families eerst gevestigd en worden pas daarna de voorzieningen aangelegd (versnelde hervestigingsgebieden). Er zijn drie typen nederzettingen: Model A: Landpacht: Dit voorziet iedere familie van grond om gewassen te

verbouwen en om het vee te laten grazen. Men hoopt dat de boeren gewassen voor de markt gaan produceren en zich minder op de veeteelt richten. Medio 1982 zouden al bijna 6.000 gezinnen zijn gehervestigd op 12 verschillende projecten op in totaal bijna 400.000 ha. Als een variant op dit model zijn bijna 2.700 gezinnen in een 10-tal ,,versnelde hervestigingsgebieden" ondergebracht op in totaal 130.000 ha, in afwachting van nog aan te brengen voorzieningen. Model B: Coöperaties: Dit plan voorziet in gemeenschappelijke akkerland, met wat land om het vee te laten grazen. Hiervan waren er medio 1982 5 gestart met bijna 1.000 gezinnen op in totaal 21.500 ha. Model C: Staatsbedrijven: Collectieve boerderijen worden gecombineerd met stukken land van 5 ha voor eigen gebruik. Tijdens het droge seizoen wil men het gemeenschappelijk land irrigeren en tijdens het regenseizoen kan men de individuele stukken verbouwen. De minister van ,,Local Government and Town Planning" mr. Chinengundu heeft gezegd dat er 700 groeipolen en servicecentra door het hele land zullen komen (waarvan er 80 in Matabeleland). leder centrum bestrijkt 10.000 mensen. Er zouden medio 1982 al 336 landbouwmarketing- en inkoopverenigingen zijn, verenigd in 12 coöperaties met in totaal zo'n 50.000 leden. Naast de feitelijk aanwezige hoeveelheid land, zijn er verschillende andere factoren die de voortgang van het hervestigingsprogramma belemmeren. Allereerst: de hervestiging is duur, zeker als de grond nog moet worden aangekocht. En Zimbabwe kampt nog steeds met financiële problemen doordat de exporten tegenvallen (Zimbabwe's loonkosten stijgen en de internationale markten krimpen). Een tweede factor is een technische: volgens één VN-schatting zou Zimbabwe over niet meer personeel en materieel beschikken dan om 10.000 gezinnen per jaar te hervestigen — slechts 1/5 van wat de regering wil. Er zal dus aanzienlijke ondersteuning nodig zijn door meer dan 20 % van het programma te realiseren.

Harare versus „Matabeleland" Het lijkt er dus op dat de regering haar — op zich erg ambitieuze — plannen voor hervestiging en landbouwontwikkeling, serieus neemt. Slaagt ze erin

VU-Magazine12(1983)1 januari1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's