GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 397

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 397

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'• anderszins in meer dan één opzicht tegenpolen zul'. len blijken... : Achterberg ; Houwink geldt als de ontdekker en de aanvankelijke : stimulator en begeleider van Gerrit Achterberg; alge; meen beschouwd als een der belangrijkste, zo niet de \ belangrijkste, dichters in het Nederlandse taalge' bied, van deze eeuw. Als zoveel jonge dichters toen — • en tot Houwink's grote vreugde doen ze dat nu nog — i stuurde Achterberg zijn gedichten, om te zien wat \ ,,die Houwink" daar nou van vond. : Houwink: ,,lk vond ze veelbelovend. En buitendien : meende ik erin te ontdekken dat voor hem het schrij; ven van poëzie nog een existentiële achtergrond had, • die uiteindelijk het allerbelangrijkste was; anders dus " dan voor iemand die alleen graag z'n werk gedrukt wil ; zien, wat iedereen natuurlijk graag wil. Ik heb hem '. aangemoedigd en raad gegeven." : Houwink wist uitgeverij Van Dishoeck te interesseren : voor Achterberg's eerste bundel en schreef op ver; zoek van uitgever en schrijver een inleiding voor die ; bundel (,,Afvaart"). \ Via Houwink werd Achterberg's poëzie ook in Op• waartsche Wegen gepubliceerd. Het is voor Houwink '. geen vraag of Achterberg er thuis hoorde, tussen die ; jonge protestantse dichters: „Hij paste erin vanwege '. zijn christelijke achtergrond", zegt Houwink nu, : ,,maar ik denk dat zijn poëzie, met uitzondering van ; enkele gedichten die later zijn verenigd in het bun; deltje ,,En Jezus schreef in 't zand", niet christelijk ; was in de zin van Anema c.s., nee... Ik vind achteraf, ' dat 't niet terzake doet of hij nou een christelijke '. dichter is of niet. Ik geloof dat deze dingen nu wegval: len."

criteria, dan bij voorbeeld die van Houwink en Smit, welke Heeroma aanlegt vóór het keurmerk van het christelijk dichterschap kan worden verleend. ,,De tegenwoordige tijd heeft ons geleerd partij te kiezen", schrijft hij.,,Dichten is geen neutrale bezigheid meer, maar is ten nauwste verbonden met iemands levenshouding." Vandaar zijn poging normen te ontwikkelen voor de houding die een waarachtig christelijk dichter dient aan te nemen ,,tegenover zijn werk, tegenoverGod en de gemeente". Vooral dat laatste schat Heeroma zeer hoog in omdat, naar zijn mening, de dichters van zijn tijd te zeer hebben vastgezeten in het individualisme; een ,,geestelike ziekte" die scheiding maakt,,tussen een dichter en zijn volk". Maar bij de dichters van het derde réveil ziet Heeroma weer een bewust nadenken over de verhouding van dichter en publiek. Belangrijk, ,,omdat wij weten dat het,,publiek" de Gemeente Gods is", en bovendien dit publiek er niet is ten gerieve van de dichters. Heeroma staat voor ogen „een maatschappelike verhouding tussen scheppende en ontvangende Kristelike persoonlikheden." Het is echter niet voldoende dat de dichter een ,,Kristelike persoonlikheid" is of wel eens een ,,Kristelik vers" schrijft. ,,Niet het Kristelike gedicht, maar hetKristelik dichterschap kan () grondslag zijn van een literaire beweging." Voor Heeroma houdt dit in, dat de dichter zijn talent volledig in dienst stelt van ,,God en gemeente". Kortom:,,,Poëzie van Kristelike dichters' is nog iets anders dan ,poëzie van Kristenen', want niet iedere Kristen, die tevens dichter is, behoeft daarom een Kristelik dichter te zijn. Dat hangt af van zijn levenshouding ten opzichte van het poetise instrument. Kristen zijn is een verhouding tot God, Kristelik dichter zijn is een verhouding tot God door het poetise element heen."

worden door het gemeenschappelik ideaal van een Kristelik dichterschap" Helaas voor Heeroma blijkt dit hooggestemde ideaal dra een illusie. In plaats van overbrugd te worden groeien de persoonlijke tegenstellingen binnen de Opwaartsche Wegengroep, niet alleen omdat niet ieder Heeroma's opvattingen over het Kristelik dichterschap deelt, maar meer nog om zijn eigengereide keuze, de scherpe kritiek op zijn protestantse mededichters en vooral ook om de wijze waarop hij zijn persoonlijke opvattingen in druk heeft doen verschijnen. Als H. van der Leek, in „EItheto", hem daarover publiekelijkkapittelt, is een nieuw conflict geboren. De redactie van Opwaartsche Wegen (H. de Bruin, Houwink, Van der Leek, P. H. Muller) én de uitgever laten hun medewerkers per rondschrijven weten dat dit conflict gezien moet worden als gevolg van het feit, ,,dat Heeroma de inleiding tot zijn bloemlezing ,Het derde Réveil' heeft gepubliceerd zonder eenig overleg met zijn mede-redactieleden, terwijl hij weten kon: 1. dat zijn theoretische beschouwingen door zeer velen geïdentificeerd zouden worden met de opvattingen van de redactie (van Opwaartsche Wegen-gjp); 2. dat de meerderheid der redactie zich met zijn opvattingen niet vereenigen kon. Deze daad () is het geweest, die de homogeniteit der redactie op onverantwoordelijke wijze op het spel heeft gezet."

Anemavleugei Binnen de groep jonge protestanten is een aantal dichters onder de bekoring geraakt van de DuitsZwitserse theologie, zoals ontwikkeld door Barth. Brunneren Gogarten, die in de twintiger jaren ook in ons land doordringt. Zonder nu op deze theologische discussie in te gaan, betekent deze ontwikkeling voor Werkplaats een paar toonaangevende leden van de OpwaartDeze onmin versterkt de bestaande tegenstellingen sche Wegengroep — Houwink, Van der Leek. Van binnen de groep jong-protestanten, met name tussen Randwijk — een principieel andere kijk op de christe,,barthianen" en ,,niet-barthianen", bovenmate. Het lijke organisatie in het algemeen, en een sterke relaticonflict is uiteindelijk doorslaggevend voor het uittre- vering van de waarde die men geacht wordt te hechden uit de kring rond Opwaartsche Wegen van een ten aan Heeroma's ,,Kristelik dichterschap" in het groepje onder leiding van J. van Ham, waarin we bijzonder; dit onder het allesbepalende gezichtspunt, : naast Heeroma ook W. A. P. Smit en — na lange dat de mens nimmer kan pretenderen te bouwen aar ; aarzeling — Hein de Bruin (nota bene mede-onderte- het Koninkrijk Gods, zelfs niet als christen-dichter. ; Het barthianisme legt zodoende in wezen een tijd- ; kenaar van de,,anti-Heeroma-brief") aantreffen. Van Ham staat te boek als de sterke stimulator van de bom, in de vorm van een dreigende doorbraak, onder ; jong-protestanten die persoonlijk mensen als Smit en het idee van een christelijke poëzie en van op Ie- • Heeroma binnen de groep haalde (Heeroma droeg vensbeschouweiijke grondslag georganiseerde let- '• : om die reden Het derde Réveil op aan Van Ham) en terkundigen die eindredacteur was van Opwaartsche Wegen tot Maar ook in kringen van niet-barthianen zijn erfunda- ! hij door Roel Houwink van die plaats verdrongen mentele verschillen van inzicht tussen de twee polen. : werd. Het is niet onwaarschijnlijk dat ook dat een rol die C. Rijnsdorp gepersonifieerd ziet in Seerp Anema ; gespeeld heeft bij de uittreding van Van Ham c.s., die en Klaas Hanzen Heeroma. Aan de „Anemavleugei", ; al snel resulteert in de oprichting van het blad „De schrijft Rijnsdorp in zijn in '51 verschenen studie. ; Werkplaats" dat, geleid door Van Ham, naast Op- getiteld „In drie etappen", wil men,,.geheel afhanke- •

: Talent : Ondanks de rijke oogst aan jong-protestants talent ; acht Heeroma slechts een tiental poëten geschikt om Rondschrijven j tot zijn réveilbundel te worden toegelaten. Naast Zie daar de reden waarom Heeroma, zoals hij 't zelf " Heeroma's dichtende alter ego Muus Jacobse zijn heel delicaat formuleert, ,,vooriopig aan enkele figu: dat: Willem de Mérode, Roei Houwink, H. de Bruin, ren, die zichzelf al of niet Kristelik dichter noemen, : Jan H. Eekhout, Jan H. de Groot, W. A. P. Smit, W. maar wier dichterschap ten opzichte van de () ge: Hessels, H. M. van Randwijk en Jan David letswaart. schetste levensverhoudingen een weinig uitgespro: Ook over hun werk is Heeroma trouwens zuinigjes ken karakter draagt, de verantwoordelikheid van dit ; met loftuitingen, getuige de scherp-kritische behan- Kristelik dichterschap nog (heeft) willen besparen." Dit garandeert bovendien een beweging van dich• deling die zij stuk voor stuk krijgen in zijn inleiding. '. Het heeft stellig te maken met de veel strengere ters, ,,waarin alle persoonlike verschillen overbrugd

JAN DA VID lETSWAART

MUUSJACOBSE

G. KAMPHUIS

JAAPKROONENBURG

Wit broertje

De gelovigen

Biddend

Aan een moeiiijl( vertrooster

In één dertiuizen is de dood gaan staan en tiet gebaar der witte handen heeft allen stil gemaakt—de wanden zijn wijder uit en witter nog gaan staan

Vaak heb ik ze gehaat, soms half benijd. Die slapende Gods koninkrijk beërven En bijna zonder angst wanneer zij sterven Wegzinken in de zee der eeuwigheid.

o Heer, vermoeid zijn onze grauwe handen, die, opgeheven naar uw sneeuwwit licht, brengen van onze schuld het zwart bericht en van den onwil onzer offerande.

Je kuntwelgaanl—je hoeft niet meer te Homenl ^ Je praat altijd van zwijgende berusten. Dat kan geen menschl—datdoen alleen de boomen, Die naakten weerloos in den stormwind staan. ^M

de wanden als een wit en hoog vaarwel, vier zeeën, naarden hemel open — het is dat ik de schepen tel— jouw zeil niet ver—maar wit

O, niets kan hun de zekerheid ontrovenl Zij kennen twijfeling noch onderscheid, Niets wat hen schokt, niets wat hen ooitverleidt Anders, dan zij eens leerden, te geloven!

geef, dat uw zuiverheid ons hart verlicht: een ster boven verlaten avondlanden, een zachte vlam, in onze nachten brandend, en niet meer duister voor ons moe gezicht.

Jij hebt een vrouw —jij kunt wel in je lot berusten! Mijn bed is leeg — ik ben ziek en alleen. ^ Je zegt, dat'ktoch gehoorzaam heb te volgen, ; J Maar ging je zelf dien kant gewillig heen? ^ ^ ^ H

o, bid voor ons —

Eén haat ik om zijn drankneus en zijn psalmen: Wellustig trillend loopt hij ze te galmen, God, zeg ik dan, straf deze femelaar.

nu is de zee over dit heengeloopen.

^-m

Je moet niet zoo over Gods daden praten' Denk wathet is, ze stil te ondergaan. En voel je eens je hart van God verlaten, Kom dan nog even bij mij aan!

MaarGod glimlacht misschien, en maakt geduldig Voor hem, en ook voor mij die hem beschuldig, Een woning in zijn wijde hemel klaar.

338

waartsche Wegen opereert, zij 't — uit financiële nood — slechts voor korte tijd. ,,Nee", aldus prof. Smit nu, ,,De Werkplaats was geen dissident tijdschrift; wij zagen 't als de echte voortzetting van de jong-protestanten." Literatuurminnend, christelijk Nederiand had er hoe dan ook een nieuw letterkundig tijdschrift bij. Tegen wil en dank, dat wei.. Voor de redactie van Opwaartsche Wegen blijkt hiermee zonneklaar, ,,dat Van Ham zijn eigen positie van meer belang acht dan de zaak der Christelijke letterkunde in Nederiand, die nimmer met een breuk kan zijn gediend, zoolang deze niet op principieele gronden volkomen kan worden verantwoord.' Of deze voorstelling van zaken helemaal juist is blijft de vraag, want het is evident dat deze principiële tegenstellingen er op dat moment wel degelijk liggen, zowel tussen barthianen en niet-barthianen als tussen dichters van de laatste categorie onderiing; en dat steeds weer over de prikkelende vraag: wat is christelijke poëzie?

vu-Magazine 12 (1983) 9 oktober 1983

^

- f ^ ^ l ^^^^1 ^^^^| ^wÊKM

Misschien dat we elkaar dan beter kunnen vinden. Datje mijn schreien beter kunt verstaan. » Misschien... gaan we dan samen zachtjes zingen: B Wat God doet, is tóch welgedaan! -^ vu-Magazine 12 (1983) 9 oktober 1983

339

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 397

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's