GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 6

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

over commercie in de omroep, primair geneigd zijn de problematiek te bezien vanuit de hen vertrouwde tegenstellingen. Het gevolg kan zijn dat een oudbakken idee, dat met de moderne ontwikkelingen op het gebied van de tele-informatie niets van doen heeft, aangeboden wordt als ,,nieuw medium". Zo wordt ,,abonnee-televisie" in de Media-nota inderdaad genoemd. Gesuggereerd wordt dat abonnee-televisie iets te maken zou hebben met nieuwe technische mogelijkheden. Wellicht heeft minister Brinkman, die de opsteller van de Media-nota zou zijn, dit inderdaad ook gedacht toen hij dat opschreef. Men kan niet van alle markten thuis zijn. Maar technici zuchten diep wanneer zij zoiets lezen. Hoe leg je Nederlandse politici en bestuurders uit wat er werkelijk speelt in de informatietechnologie? i nformatieverlceerspatronen Ruw gezegd komt het op het volgende neer: in het menselijk verkeer laten zich diverse informatieverkeerspatronen onderscheiden. Tot dusver Minister Brinkman tien jaar geleden in de Vrije Universiteit, waaraan hij als bestuursicundige was verbonden (AZVU)

Verouderde wetgeving remt ontwikkeling konden twee ervan slechts op enige schaal toegepast worden op het terrein van de telecommunicatie, telefoon en omroep. Technisch gesproken was het nauwelijks mogelijk om de twee andere patronen, aangeduid met consultatie en registratie bij telecommunicatie toe te passen. Met name de razendsnelle ontwikkeling van elektronische kunstgeheugens heeft daarin echter verandering gebracht. Zowel bij teleconsultatie als teleregistratie zijn kunstgeheugens onmisbaar. We staan thans aan de vooravond van een grote ontwikkeling van deze nieuwe vormen van telecommunicatie, die noch met omroep, noch met telefoon iets te maken hebben. Teletekst en Viditel zijn slechts voorboden. Wat het BIT-rapport de overheid nu adviseert is dit: schep voor de nieuwe verschijnselen die zich aandienen een ,,patroon-eigen" wetgeving, zoals ook gebeurd is toen eerst telegraaf en telefoon en later de omroep ontstonden. Indertijd heeft de overheid zich ook niet in de war laten brengen toen er opeens telefoniezenders gebruikt gingen worden voor heel andere doel-

4

einden dan het voeren van telefoongesprekken, namelijk het bedrijven van omroep. Dat was een totaal ander informatieverkeerspatroon en dat vroeg, hoewel in beginsel van dezelfde techniek werd gebruikgemaakt, om een heel andere wetgeving. Trek die lijn nu door, bepleit het BITrapport, nu zich naast omroep en telefoon weer andere informatieverkeerspatronen aandienen, die om een eigen wettelijk kader vragen. Verkijk je niet op de gebruikte techniek (beeldscherm enz.) en ook niet op inhoud van de boodschappen, maar onderken dat het wezenlijke verschil in het informatieverkeerspatroon zit. En zowel Omroepraad als BIT-rapport bepleiten om — indien de capaciteit van de kabel daarvoor toereikend blijkt, voor consultatieve nieuwe diensten eenzelfde regiem te scheppen als geldt voor de drukpers: geen voorafgaand verlof van de overheid voor het gebruik van de kabel voor consultatieve doeleinden. Een vergunningenstelsel is niet nodig, sterker strijdig zelfs met de beginselen die geleid hebben tot de grondwettelijke vastgelegde vrijheid om gedachten en gevoelens te mogen openbaren. Indien de overheid de aanbevelingen van Omroepraad en BIT-rapport zou volgen (en strikt genomen kan ze moeilijk anders zonder in de knoop te raken met de communicatievrijheid) dan ontsluit zich voor het particulier

initiatief een enorm nieuw terrein voor het creëeren van werkelijk nieuwe media met de moderne apparatuur, die de informatietechnologie thans ontwikkelt. Als een van de dichtstbekabelde landen ter wereld kan Nederland dan nog de voorsprong benutten, die het thans in bepaalde opzichten heeft. Feitelijk is het alleen de verouderde, op een vroegere stand van de techniek gebaseerde, wetgeving die — onbedoeld — belemmeringen opwerpt aan nieuwe ontwikkelingen. Het zou al heel wat betekenen als deze belemmeringen in de wet werden opgeruimd (kost niets). Nog beter zou het zijn wanneer de overheid een stimulerende rol ging spelen bij de experimenten

Consultatie vraagt om,,Patroon-eigen" wet met nieuwe consultatieve media (kost wel wat). En helemaal in een gunstige positie zou Nederland zich internationaal plaatsen, wanneer besloten zou worden tot een stapsgewijze ombouw van de Nederlandse kabelnetten in de richting van een communicatienetwerk dat (o.a. door gebruik te maken van kiezers) een volle ontplooiingsmogelijkheid biedt aan alle informatiever-

vu-Magazine 13(1984) 1 januari 1984

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 6

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's