GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 397

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 397

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

, • £ { 1 , , •!»;*»•**'

Een geslaagd project :o op hel oog. Maar de pachters op hel project zitten onder de armoedegrens en Kenya zit diep in de schulden, uiiidat de beretieningen van de westerse adviseurs niet bleken te kloppen

slachtoffers. Hier en daar geeft een enkele mededeling een idee. "In 1982 waren de gezondheidsvoorzieningen in Bura volledig ontoereikend. Dit resulteerde in een ontoelaatbare kindersterfte." Op veel plaatsen in zijn studie verwijt hij de bij het projekt betrokkenen desinteresse in het wel en wee van de pachters. Hoewel zij allen zullen stellen dat "verlichting van de armoede van de in het projekt te vestigen mensen", hoofddoelstelling van de onderneming was, blijkt dat daaraan in de praktijk slechts lippendienst wordt bewezen. "Naarmate de produktiefase naderde, daalde het geprojekteerde inkomen. Uiteindelijk zakte het niveau tot rondom de armoedegrens. Tijdens de produktiefase (1982-1983) bleek zelfs dit niveau voor de meeste pachters niet haalbaar. Gezien de optimistische opbrengstprojekties lijkt de kans, dat de pachters dit niveau in de toekomst wel zullen halen minimaal". Overigens moet men bij het woord "pachters" niet denken aan "onafhankelijke boeren". Gezien het stelsel waaronder zij moeten werken is eerder sprake van plantagearbeiders en zo zien de pachters zichzelf ook. Vast loon hebben ze evenwel niet. Risico lopen ze wel. Ze vormen het sluitstuk van de begroting. Op verschillende plaatsen in zijn studie kan De Leeuw zijn ergernis daarover niet verbergen. Een groot deel van de mensen van het projekt werkt op de zgn. "kostenbasis". Konsultanten werken met tarieven voor

VU-magazine 14e jaargang nr. 9 oktober 1985

manmaanden, de Wereldbankstaf heeft een vast salaris, de leden van de bezoekende missies, en de Kenyaanse ambtenaren. Allerlei clausules dekken de aannemers in tegen risicofaktoren. De rekening voor al het falen van anderen wordt echter gepresenteerd aan de zwakste en minst schuldige groep in het projekt: de zgn. pachters. Wrang Wrang klinkt ten slotte De Leeuws betoog in het slothoofdstuk dat hij niet de indruk wil wekken dat het projekt voor alle betrokkenen alleen maar teleurstellingen met zich meebracht. Halverwege 1983 was 890 miljoen Ksh te Bura besteed. Daarvan vloeide 611 miljoen (68%) naar buitenlandse ondernemingen, dochterbedrijven of een internationaal "samenwerkingsverband". Ongeveer 51 % kwam in aanmerking voor buitenlandse financiering. "Als wij bedenken dat het extern gefinancierde deel voor bijna de helft bestaat uit een lening van 8,2 % rente en ook de andere kontrakten een "foreign exchange komponent" kennen, zal het duidelijk zijn dat Kenya met het produkt buitenlandse ondernemingen ondersteunde", aldus De Leeuw. "Tijdens de produktiefase zal Kenya jaarlijks nog eens + 55 % van de lopende en onderhoudskosten in het buitenland moeten bestellen. Dus ook in de toekomst zal een aantal buitenlandse toeleveringsbedrijven baat hebben bij het projekt. Splitsen wij de geldstroom verder uit, dan

blijkt vooral de firma HVA uit Nederland (217 miljoen) en haar dochter HVA-Kenya (99 miljoen) de grotere kontrakten in de wacht te hebben gesleept. In de periode 1978-1983 ontvingen bedrijven met hun hoofdkantoor in Nederland inkomsten ter waarde van 350 miljoen Ksh. Gedurende dezelfde periode financierde Nederland projektkomponenten voor een bedrag van 90 miljoen Ksh. Bij dit alles wil de ironie dat HVA zich in 1979 in een diep dal bevond. Mede dankzij de verwerving van een groot kontrakt in december 1979 wist HVA overeind te krabbelen. Eerlijkheidshalve dient opgemerkt te worden dat HVA ten aanzien van Bura nauwelijks blaam treft. Naast HVA ontving MacDonald één van de grotere kontrakten. Eveneens had een aantal kleinere Kenyaanse aannemers/leveranciers en derden voordeel bij het projekt. Als laatste groep kunnen de door de NIB (National Irrigation Board) en verschillende Ministeries aangetrokken stafleden genoemd worden: zij zijn verzekerd van een relatief aantrekkelijk en zeker inkomen. Het projekt pakte dus zeker niet negatief uit voor alle betrokkenen. Helaas gaan deze voordelen wel grotendeels aan Kenya en de doelgroep voorbij." De studie van De Leeuw vormt geen opwekkende lectuur. Wel verplichte, voor elke Nederlandse parlementariër, die zich bezighoudt met "ontwikkelingssamenwerking". En wie uitsluitend geïnteresseerd is in Nederlandse belangen kan het werkstuk zelfs lezen als een successtory. D

327

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 397

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's