GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 493

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 493

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

VN-rapporteur prof. Kooijmans over martelingen:

,Het gaat erom schaamtegevoel te exploiteren en uit te buiten' Drie jaar lang vertegenwoordigde prof. dr. P. H. Kooijmans Nederland in de Commissie voor de rechten van de mens in de Verenigde Naties. De Commissie benoemde prof. Kooijmans dit jaar tot speciale rapporteur over martelingen in de wereld. Hij combineert deze functie met zijn hoogleraarschap volkenrecht in Leiden. Vroeger, van 1964-1973 was prof. Kooijmans hoogleraar aan de VU, waaraan hij ook studeerde. Hij volgde daar prof. dr. Gesina van der Molen op. In het kabinet-Den Uyl was prof. Kooijmans voor de ARpartij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, speciaal belast met vredesvraagstukken. Een gesprek over zijn rapporteurschap, schending van de mensenrechten en Zuid-Afrika. Hans Hartman U hebt in het verleden op diverse manieren blijk gegeven van uw betrokkenheid bij de problematiek in Zuid-Afrika. U hebt gestudeerd in een periode dat de VU nauwe kontakten onderhield met o.a. de universiteit van Potchefstroom. In hoeverre was u als student betrokken bij de problematiek in Zuid-Afrika? ,,Het is moeilijk dat zonder geschiedsvervalsing mezelf voor de ogen te stellen. In de periode dat ik studeerde was de student a-politiek. Bijna per definitie. Wat als een politiek incident werd gezien in die periode was de Russische inval in Hongarije. Dat was nou iets wat ook studenten aansprak. Verder denk ik dat het in het studentenleven als zodanig absoluut geen rol speelde Wat ik me wel herinner is, en ik denk dat dat mij mede bepaald heeft, mijn docente internatio naai recht, Gesina van der Molen. Zij had een heel simpel uitgangspunt: de

Pri>f. dr P. H. Kooymcms, ^pecuile ru/iporleur ran de IA' oii'r FiHjrtclinsJcn in dl' irvrvld

mens is naar Gods beeld geschapen en dat geldt voor ieder mens. Er staat niet dat dat voor de ene mens anders is dan voor de andere. En vanuit deze simpele waarheid had ze een even simpele beschouwing. Alles waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen mensen, dat niet op zakelijke gronden berust, is fout. Vandaar dat het hele apartheidsbeleid voor haar een volstrekte vloek was. Heel simpel, en het heeft op mij een enorme indruk gemaakt. Ik heb daar ook erg veel met haar over gepraat. En wat ze nooit heeft kunnen begrijpen was, dat dat vanuit de bijbel werd verdedigd. Dat vond ze zoiets onvoorstelbaars. Ik herinner me

uit die periode heel sterk, dat dat mijn belangstelling ook geweldig gewekt heeft. Maar dat ik er aktief bij betrokken was, nee. Ik kan mij niet herinneren, dat het uitwisselingsverdrag met de universiteit van Potchefstroom ter diskussie stond. Wellicht waren de zaken toen heel sterk gescheiden omdat die zaak in de Senaat aan de orde is geweest. Maar in het universitair bestel speelde het geen rol." U bent dit jaar door de Commissie van de Rechten van de mens benoemd tot speciale rapporteur over martelingen in de wereld. Wat is uw opdracht? ,,Mijn opdracht is om aan de mensenrechten-commissie van de Verenigde Naties te rapporteren over het verschijnsel martelen. In mijn mandaat is tevens begrepen het mij richten tot de regeringen terzake van plaats gehad hebbende en plaats hebbende martelingen. In het mandaat is duidelijk ruimte ingeruimd voor het met spoed ondernemen van aktiviteiten. Dat is bij martelen vaak moeilijk omdat de informatie, die bekend wordt, vaak achteraf is, als het kwaad al is geschied. Maar soms is het mogelijk iets te doen voor gevangenen wanneer men vermoedt dat zij gemarteld worden. Het tweede dat tot mijn mandaat behoort, en dat vind ik eigenlijk minstens zo belangrijk, is om suggesties te doen hoe martelpraktijken kunnen worden voorkomen. Ik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 493

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's