GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 50

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 50

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

derbouwen om je gelijk te halen. Dit bezwaar werd door een deel van de vrouwen in kwestie achteraf ook gedeeld. Maar daarnaast speelden bezwaren ten aanzien van samenwerken en samenleven een rol, die een dergelijke rationele ondergrond missen en die sterk samenhangen met het hebben van stereotype opvattingen over vrouwen. Die bezwaren golden dan het ontstaan van relaties aan boord, jaloezie, haat en nijd, de sfeer aan boord, hanengedrag bij mannen en voorkeursgedrag bij de meerderen ten gunste van vrouwen. De hele riedel aan vooroordelen kwam er keurig uitrollen. Die bezwaren kun je natuurlijk niet rationeel onderbouwen; ze blijken achteraf bezien dan ook niet bevestigd te zijn tijdens het proefproject."

ding en opvoeding van de mannen heeft.' Kijk, hier gaat de geachte afgevaardigde naar mijn smaak de fout in. Of ze heeft mijn proefschrift niet goed gelezen, of ze doet aan wishful thinking, maar er klopt helemaal niets van. Ik hoop dat de staatssecretaris mijn proefschrift beter gelezen heeft en haar vraag beantwoordt met een wedervraag: 'Hebben wij het over hetzelfde proefschrift?' Als door een wesp gestoken, reageert Nico Guns op mijn vraag, of het waar is dat sommige van zijn militaire collega's de promotieplechtigheid niet wilden bijwonen omdat ze het met de strekking van zijn proefschrift niet eens waren. "Hoe weet u dat?!" Een journalist heeft zo z'n bronnen. "En ik heb mijn collega's! Ik ben daar dus wat terughoudend over als u het niet erg vindt. Ik voel er geen fluit voor als dat wordt opgeblazen. Maar ik wil er wel wat over zeggen, want ook dit voorval heeft alles te maken met het feit dat men onjuiste — liever gezegd: ongenuanceerde — conclusies uit mijn dissertatie heeft getrokken. De twee marine-officieren in kwestie hebben in eerlijkheid tegen mij gezegd: we zitten ermee in onze maag en kunnen dus niet komen. Ze hebben grote moeite met het varen met vrouwen bij de marine. Of dat iets met hun persoonljke opvattingen over vrouwen te maken heeft, daar blijf ik buiten. Maar zij menen dat de operationele gereedheid van de koninklijke marine daardoor achteruit zal gaan. Hun angst was dat dit onderzoek voor eens en altijd zou bewijzen dat varen met vrouwen best kan; de emancipatiore kant van de zaak zou erdoor worden overbelicht. Zij hadden liever een zuiver beleidsmatig onderzoek gezien en ik heb een zuiver sociaal-psychologische dissertatie geschreven. Bovendien hadden zij graag gezien dat ik aan het eind vermeld zou hebben dat het na het proefjaar veel slechter ging. Het navrante is nu, dat zij met die angst nog gelijk hebben gekregen ook: men is met de resultaten aan de haal gegaan en men heeft ongenuanceerde conclusies getrokken. De bewuste kamervraag en alle koppen die naar aanleiding van mijn promotie in de kranten verschenen zijn, zijn er het bewijs van. Maar eigenlijk moeten we het niet op die twee collega's vastpinnen; dat zou ik heel vervelend vinden. Het betekent wel dat de zaak, vooral bij de marine zelf, nog heel gevoelig ligt. Want er zijn er daar natuurlijk veel en veel meer die zo denken. Ik begrijp dat ook wel. Een taboe doorbreek je nu eenmaal niet een, twee, drie." Verkeerd begrepen, onjuist geciteerd en de resultaten arglistig verdraaid; dat is het lot van dit proefschrift, zo stelt de promoven-

44

dus droevig vast. Maar heeft hij dat zelf niet in de hand gewerkt, bij voorbeeld met zijn stelling dat de sociaal-psychologische 'contacthypothese' in dit onderzoek werd bevestigd? En die komt er, vrij vertaald, op neer dat men minder moeite met — in dit geval — vrouwen kreeg naarmate men meer met ze te maken kreeg. Nico Guns: "Zeker niet! Ik heb het in die stelling over de geadapteerde contacthypothese en die houdt in dat groepscontact soms gunstige, soms ongunstige en soms helemaal geen effecten heeft. En dat klopte in mijn onderzoek prachtig." Een aldus geformuleerde stelling zou geen aanleiding tot hooglopende twist hoeven geven, denk ik. Wat waren nu eigenlijk de hoofdbezwaren die men tegen het gemengd varen inbracht, zoals die in uw onderzoek aan het daglicht treden? En welke daarvan zijn uiteindelijk gegrond gebleken? "Ik heb dat niet zo keurig op een rijtje, dat liep nogal uiteen. Maar natuurlijk was daar allereerst de vrees dat vrouwen de fysieke en psychische belasting niet zouden aankunnen. Die vrees is, hoe je 't ook wendt of keert, gebaseerd op de feitelijke constatering dat vrouwen fysiek anders in elkaar steken dan mannen. Daar kwam dan nog bij dat vrouwen die zich bij aanvang van het proefproject als vrijwilliger hadden opgegeven, niet specifiek waren geselecteerd op fysieke capaciteiten, zoals bij de mannen aan boord wel het geval was geweest. Men was dus bang dat, bij zware lichamelijke taken als brandbestrijding, gewondenvervoer, bierladen — heel belangrijk bij de marine! —, maar ook bij fysiek zware functies als dekdienst, tuigploeg, het versjouwen van lasten, de vrouwen het zouden afleggen. Die vrees is ook wel enigszins — zeg maar: in belangrijke mate — bewaarheid geworden. Maar er gebeurt natuurlijk ontzettend veel meer aan boord van een schip. AI met al was dit dan nog een bezwaar met een enigszins rationele ondergrond, dat je zelfs nog wetenschappelijk zou kunnen on-

Opvallend is in dit verband dat de jongeren onder de mannelijke opvarenden van de Zuiderkruis die stereotype opvattingen over vrouwen nog het meest waren toegedaan. Hoe is dat nu te verklaren? "Voor mij ligt die verklaring in het feit dat, bij de aanvang van het proefjaar, de jongens van 15 tot 16 jaar — die relatief het meest negatief stonden tegenover vrouwen aan boord — zich het sterkst identificeerden met het 'macho-karakter', van stoer doen en de bink uithangen, dat er omheen hangt. Kennelijk zagen vooral zij dat 'mannelijke' imago van het marineberoep aangetast door de aanwezigheid van vrouwen aan boord. Zeker bij zo'n bepaalde categorie mannen speelt dat heel sterk." Die tweede categorie bezwaren, gebaseerd op stereotype opvattingen over vrouwen aan boord, werd tijdens het proefjaar niet bevestigd, zegt u. Maar hoe is het dan mogelijk dat de mannelijke opvarenden juist op die punten als samenwerken en samenleven, kortom de sfeer aan boord, negatiever uit het proefproject tevoorschijn kwamen dan bij de aanvang ervan? "Het is maar wat je negatief noemt. Na een jaar waren die mannen nog steeds overwegend positief ten opzichte van het varen met vrouwen, ondanks het gegeven dat ze op een aantal punten inderdaad een iets minder positief oordeel hadden. Maar vergeet niet dat ze opmerkelijk positief aan de proef begonnen! Kijk, je kunt uit zoiets natuurlijk altijd twee conclusies trekken. Je kunt zeggen: zie je nou wel, gemengd varen maakt die mannen negatiever. Je kunt er ook de conclusie uit trekken: zelfs na een vol jaar varen met vrouwen, onder allerlei omstandigheden, zeggen die mannen nog: tja, dat gaat eigenlijk heel best. Ze zeggen in ieder geval niet: dat was eens maar nooit weer!" Wat is, gezien alle commotie rond uw proefschrift, nu het beleidsmatig effect ervan? "Er is net gisteren een beleidsnota versche-

VU-MAGAZINE-FEBRUARI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 50

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's