GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 36

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

de werkendende lasten van de niet-actieven moeten dragen. Bij veel niet-actieven en weinig -actieven kan die last te zwaar worden.

S

inds de invoering van de pensioengerechtigde leeftijd en de AOW zijn ouderen niet-actieven geworden. Was dit aanvankelijk iedereen boven de 65 van harte gegund, bij de groeiende aantallen ouderen en de huidige economische crisis wordt dit als een last ervaren. Het vreemde is dat men er vanuit gaat dat ouderen inderdaad alleen maar non-actief kunnen zijn. In Japan bij voorbeeld, waar, zoals in het begin van dit artikel al werd verteld, het 'vergrijzingsvraagstuk' ook grote vormen aanneemt, zijn bedrijven juist in de weer om ouderen langer actief te houden. Dat wil niet zeggen dat het mensen onmogelijk gemaakt wordt om met pensioen te gaan, maar er wordt wel voorkomen dat mensen op oudere leeftijd gedemotiveerd raken. Zo heeft de firma Mitsubishi een speciale fabriek ingericht waar geen arbeiders werken die onder de vijftig jaar oud zijn. Er worden met name oude auto's en auto-onderdelen geproduceerd. Voor de werknemers biedt dit het voordeel dat zij werken met materiaal waar ze al eerder mee gewerkt hebben. Bovendien heeft men er aan de arbeider aangepaste instrumenten. Er is rekening gehouden met veel voorkomende kwalen als minder zien, rugklachten en hardhorendheid. Daarnaast worden cursussen en trainingen gegeven om allerlei ongewenste verschijnselen van het ouder worden, als tragere reactie en minder aanpassingsvermogen, tegen te gaan. Er wordt bij deze cursussen naar gestreefd om mensen mentaal en fysiek tien jaar jonger te laten zijn dan mensen die de programma's niet volgen. Men kan zich afvragen of het wenselijk is om op die manier een rustige ouderdom en een langzame aanpassing van lichaam en geest aan de gevorderde leeftijd te doorbreken. Voor velen die de ouderdom als een loden last veel te vroeg op zich zien afkomen, zal het een unieke kans zijn om er langer bij te blijven. Waarom zou men de oplossing voor de kosten van de ouderdom eigenlijk uitsluitend zoeken in het aanvullen van het arbeidsarsenaal met jonge arbeidskrachten? Natuurlijk hebben ouderen recht op hun pensionering, wanneer zij zelf het gevoel hebben dat zij daar aan toe zijn. Maar de jaren dat de gemiddelde Nederland van zijn Dreesje kan trekken zijn sinds de invoering van de AOW fors gestegen. Was er vroeger voor velen sprake van nog enkele jaren vrij hebben, nu begint er voor vele mensen na de pensionering een hele nieuwe levensfase die vaak nog decennia duurt. De mensen worden ouder en momenteel verlaten mensen reeds voor hun 65ste de arbeidsplaats.

34

N

iet iedereen vindt VUT en pensionering een zegen. Velen willen actief blijven in de maatschappij. Soms moet men mensen bijna de toegang tot hun werkplek ontzeggen om er voor te zorgen dat ze met hun oude werk ophouden. Anderen verlaten graag de plaats die zij zovele jaren hebben bezet, maar nemen nog een nieuwe taak op zich. Ouderen zijn jonger. Ook mensen boven de vijfenvijftig worden er toe gerekend. Maar mensen zijn ook langer fit en kwalen zijn door de stand van de medische wetenschappen beter op te vangen, waardoor men, ondanks gebreken, op tal van niveaus kan blijven functioneren. Op dit moment wordt er hier en daar al weer gesproken van het terugdringen van de VUT-leeftijd. De arbeidsmarkt trekt weer wat aan en men kan in bedrijven waar het weer beter gaat, de ervaring van de oudere werknemers goed gebruiken. Voor wie in de vijftig is en de afgelopen jaren zich heeft voorbereid op de VUT, is dit verplichte aanblijven vaak een harde dobber. Mensen willen heel graag hun kennis in de praktijk blijven brengen, maar verlangen vaak na al die jaren naar een andere vorm. Een man die vol spanning de vaststelling van de VUT-leeftijd voor de komende jaren in zijn bedrijf volgde, antwoordde onlangs op de vraag wat hij zou gaan doen als het bedrijf hem volgende zomer de kans zou geven om weg te gaan: "Hetzelfde als nu. Ik blijf administratief werk doen. Maar dan ga ik het voor kleine bedrijven doen, waar de tijdsfactor niet zo belangrijk is als hier en waar je, omdat je in je eentje werkt, zelf kunt bepalen hoe vlug, en of je überhaupt wel automatiseert." De man had daarnaast de afgelopen jaren enkele hobbies ontwikkeld, waarvan hij vond dat andere mensen daar wat aan hadden.

Hij wilde bovendien gratis adviezen gaan geven aan mensen die minder ervaring hadden met administratieve werkzaamheden dan hij.

V

an een niet actief leven was voor deze man de komende jaren dus nog geen sprake. Ook macro-economisch gezien wilde hij nog niet behoren tot het niet werkende deel van de bevolking, maar zijn baan wilde hij wei kwijt. Ander werk voor ouderen dan voor jongeren lijkt in dit geval een betere oplossing dan mensen afschrijven en klagen over de last van de vergrijzing. Wie verder gaat denken over vergrijzing en hoe die aangepakt dient te worden, moet zich realiseren dat een part van de werkloosheid momenteel structureel van karakter is. Dat betekent dat een gedeelte van de arbeidsplaatsen ook na het overdrijven van de crisis niet meer zal terugkeren. Is het dan wel zo verstandig om er nu vanuit te gaan dat we eigenlijk meer kinderen zouden moeten krijgen? Kinderen kosten óók geld. In onze samenleving zijn mensen de eerste vijftien tot twintig jaar na hun geboorte niet produktief, maar kosten zij de maatschappij wel veel geld. Wie klaagt over de kosten van de ouderen die niet meer actief zijn in de samenleving moet, als hij voorstelt om dit op te lossen met een verhoging van de bevolkingsgroei, zich realiseren dat dit aanvankelijk een non-actieve groep is. De kinderen die nu geboren worden, zullen pas na het jaar tweeduizend de arbeidsmarkt betreden en zullen op een gegeven moment ook weer de wens uiten de arbeidsmarkt te verlaten. Dan zullen ook zij tot de niet-actieven behoren. De beslissing van individuele echtparen om wel of geen kinderen te krijgen is vrij. Dat is voor iedereen in Nederland momenteel wel duidelijk. Wie echter stelt dat de oplossing voor de vergrijzing gevonden kan worden in het krijgen van meer kinderen, geeft daarmee wel de statistische oplossing aan, maar zeker niet de maatschappelijke uitkomst.

G

Prof. dr. P. A. Stalpers: er zijn restauratieve krachten aan het werk

aan we even terug naar hetgeen hierboven verteld is over het ontstaan van de huidige omvang van de bevolking. We hebben daarbij gezien dat de overheid een zekere rol speelt. Al was het maar door bij voorbeeld de verkoop van voorbehoedmiddelen te verbieden. De afgelopen jaren zijn wetenschappers en politici er echter steeds meer achter gekomen dat de overheid de bevolking niet tot in details kan sturen. In het recent verschenen proefschrift van Marja Gastelaars over de sociologie in Nederland wordt de mening van veel academici verwoord als zij zegt dat de manier waarop men in de jaren zestig verwachtte dat de overheid het voortouw zou (kunnen) nemen om bepaalde ge-

VU-MAGAZINE - JANUARI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's