GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 434

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 434

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

T oorzaak, zoals de vaardigheid om met taal om te gaan vaak familiair voorkomt. Hoewel het vaak moeilijk na te gaan is of niet ook omgevingsfactoren bij deze oorzaak een rol spelen, ligt de nadruk op erfelijk bepaalde onderbegaafdheden. De overige oorzaken worden samengevat onder de noemer ontwikkelingsstoornissen, zoals pedagogische verwaarlozing, taalachterstand of een vertraagd lopende ontwikkeling. Dyslexie of woordblindheid komt niet alleen voor bij schoolkinderen, maar ook bij ouderen. Veelal heeft men dan echter geleerd met de 'afwijking' te leven zodat die zich minder duidelijk zal manifesteren. De schattingen omtrent het aantal kinderen dat dyslexie heeft lopen soms op tot één op de tien. Dat aantal ligt hoger dan enkele jaren geleden, maar dat is mogelijk doordat men nu de diagnose beter weet te stellen. Er zijn schrijnende gevallen bekend van kinderen die idioot of achterlijk werden genoemd omdat ze niet goed konden lezen terwijl ze uitblonken in andere vakken. Had men de diagnose dyslexie toen gesteld, dan was veel leed voorkomen. Dyslectische kinderen kunnen niet goed lezen en schrijven. Dat is een adequate maar tamelijk vage omschrijving van de aandoening. Allereerst omdat diverse vormen zijn te onderscheiden, maar ook omdat de uiterlijk waarneembare vormen nogal kunnen verschillen. De overgang van het zien van een paard en het opschrijven van het woord paard verloopt dan niet parallel. Het schrijfwerk van dyslectische kinderen herkent men dan ook vrij snel aan de vreemde spelfouten, waar overigens wel een bepaalde logica in zit. De d en de b worden vaak omgedraaid, of de m en de w. Ook het lezen gaat meestal zeer moeizaam. De gevolgen van dyslexie kunnen soms ernstig zijn. Het kind krijgt een laag zelfbeeld omdat het niet mee kan komen met de klasgenoten en soms naar een aparte school moet. Veel beroepsmogelijkhe-

Prof.dr.D.J.Bakker laat zien hoede methode werkt waarbij een kind wordt gestimuleerd de ene hersenhelft te gebruiken

den zijn in principe afgesloten en op het sociale vlak verloopt het maken van kontakten tamelijk moeizaam. In gevallen waarin de diagnose dyslexie niet wordt gesteld, zijn de gevolgen natuurlijk nog ernstiger. oor onderzoek - onder andere naar de werking van de hersenen - is duidelijk geworden dat dyslexie te maken heeft met de verhouding tussen linker- en rechter hersenhelft. De communicatie tussen beide hemisferen verloopt niet zoals voor een goed begrip zou moeten. Volgens profdr.DJ.Bakker, hoogleraar neuropsychologie aan de VU en hoofd van de afdeling research van het Paedologisch Instituut, is bij deze kinderen op jonge leeftijd iets fout gegaan bij de overgang van linker- naar rechter hersenhelft. Zoals bekend heeft de linker hemisfeer betrekking op de taalkant, en de rechter op het ruimtelijk inzicht van de mens. Een kind dat op vijf- of zesjarige leeftijd begint met lezen, ziet allerlei vreemde tekens voor zich met ruimtelijke vormen die soms veel op elkaar lijken maar net verschillend zijn. Het is duidelijk dat dit vooral een taak is van de rechter hersenhelft. Na een aantal jaar, als de tekens bekender worden, leert het kind lezen. Het lezen is niet alleen het proces waarbij de tekens worden omgezet in woorden en begrip, maar ook worden woorden ingevuld op basis van de taaiervaring die inmiddels is opgedaan. Dit laatste proces staat meer onder controle van de linker hersenhelft. Ergens in de ontwikkeling van het kind, meestal rond het zevende of achtste jaar, zal dus de overstap moeten worden gemaakt van rechter- naar linkerhemisfeer.

D

In het onderzoek van prof.Bakker wordt onderscheid gemaakt tussen L en P typen dyslectici. L-typen beschikken over een in relatie tot de rechter hersenhelft, overontwikkelde linker helft. Een 'L-type' kind is te snel overgeschakeld van de rechter- naar de linkerhemisfeer en heeft de ruimtelijke vormen van letters en woorden niet genoeg op zich laten inwerken. Het resultaat is een snelle maar zeer slordige lezer. Het P-type daarentegen is blijven steken in de ontwikkeling van de rechter hersenhelft. Schrifttekens hebben meer een ding- dan een symboolkarakter en dat leidt ertoe dat kinderen van dit type traag, maar wel nauwkeurig lezen. In het algemeen wordt onder dyslexie vooral die toestand verstaan waarbij de linker hersenhelft in verhouding tot de rechter onvoldoende tot z'n recht komt. Dat geeft bijvoorbeeld al problemen bij het schrijven. Er zijn aanwijzingen dat dyslexie bij kinderen die met de linkerhand schrijven Il meer voorkomt dan bij rechtshandigen. Il Vreemd is dit niet want een kind dat links f* schrijft wordt gestuurd door de rec/zterhersenhelft, terwijl de taal toch links wordt gevormd. Andere verschijnselen die bij dyslexie een rol spelen zijn bijvoorbeeld erfelijke factoren (in 68 procent van de gevallen is dit aantoonbaar doordat een familielid eveneens dyslectisch is), er is sprake van opvoedingsmoeilijkheden, het kind heeft vaak concentratiestoornissen, het besef van tijd is gebrekkig

VU-MAGAZINE - OKTOBER 1986

^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 434

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's