GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 426

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 426

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ting van de overdraagbaarheid van denkbeelden en gevoelens. Als je daar erg in gelooft en aan hecht, dan heb je ook de neiging om daar vaak de meest platgetreden paden voor te bewandelen. Vandaar dat ze binnen haar kosmische beelden dan toch mensenfiguren nodig heeft die voor evolutiestadia staan. Ze moet een beroep doen op soms wat afgetrapte beeldtradities. Dat ze binnen de tentoonstelling zoveel aandacht krijgt is een misser, bijna lachwekkend." Mondriaans grote kwaliteit blijkt daartegenover volgens Blotkamp uit het feit ' 'dat je telkens weer paf staat over de radicaliteit en comproraisloosheid waarmee bij hem het beeld op je afkomt. In zijn Evolutie-triptiek is hij misschien nog op een didactische manier bezig en daarna keert hij zich daar - en terecht zou ik zeggen - van af naar dingen die als het ware puur door de kracht en de kwaliteit van beeld geacht worden een bepaalde indruk te wekken." Maar kun je dan nog wel zeggen dat in de werken uit Mondriaans abstracte periode zijn geestelijke zoektocht zichtbaar is? Blotkamp: "In zijn geometrische fase is in Mondriaans kunstuitingen niet zo vreselijk veel meer herkenbaar van zijn spirituele inspiratie - en misschien is dat ook een beetje de tragiek. Dat hij van zijn kant uit gezien er nog sterk mee bezig was, daarvan ben ik overtuigd. Daar ontstaat een soort kortsluiting tussen het verwachtingspatroon van de maker en de respons en het begrip van de ontvanger. Hoewel tragisch... Je kunt dat tragisch vinden, maar je kunt ook zeggen: wat ik er interessant aan vind is dat de kunst van Mondriaan blijkbaar bestand is tegen al die interpretaties en voor een heleboel mensen verschillend functioneert en waardevol is. Het verschil tussen Hilma af Hint en Mondriaan ligt in naïviteit, eendimensionaal denken aan de ene, en sophistication, raffinement en gevoel voor oneindiger nuances aan de andere kant. Mondriaan en Kandinsky slikten niet zomaar alles van anderen om de goede bedoelingen. Bij hen was het criterium of je het wel of niet waarmaakte in de artistieke creatie. En dat lijkt me een uitstekend uitgangspunt.'' D

The Spiritual in Art: Abstract Painting 18901985. Tot en met 22 november in het Haags Gemeentemuseum. Catalogus f. 65,-. Wassily Kandinsky, Spiritualiteit en abstractie in de kunst. uitg. Vrij Geestesleven, Zeist. ƒ29,50. Jules Prast studeert geschiedenis en is journalist.

VU-MAGAZINE - NOVEMBER 1987

M

et het oog op de komende feestmaanden is het misschien goed nog eens te bedenken dat naar schatting tien procent van de Nederlanders een alcoholprobleem heeft. Dat betekent dat deze mensen meer drinken dan goed voor ze is en daardoor in de moeilijkheden komen. Een drankprobleem komt vooral voor bij alleenstaande mannen boven de veertig jaar, bij aow-ers en bij mensen, kort na hun pensioenering. Ook sommige beroepsgroepen lopen een verhoogd risico: mensen die in de horeca-sector werken, zakenlieden, journalisten en artsen. Bij vrouwen komt problematisch drankgebruik veel minder vaak voor dan bij mannen, vrouwen zijn daarentegen veel vaker verslaafd aan pillen. Onlangs promoveerden aan de Universiteit van Amsterdam de psycholoog Walburg en de arts Van Limbeek op een studie naar de mogelijkheden van vroege signalering van alcoholproblematiek. Zij vinden dat artsen, vooral huisartsen maar ook specialisten, veel alerter moeten zijn op het vóórkomen van drankproblemen bij hun pa- , tiënten. Vermoedelijk is er bij een groot aantal ziekenhuispatiënten sprake van een — vaak niet onderkend — alcoholprobleem. Er wordt wel gezegd dat dit bij 28 tot 60 procent van hen het.geval is. Bij vroegtijdige signalering zou eenvoudiger begeleiding en ondersteuning patiënten kunnen helpen hun drankgebruik onder controle te krijgen. De onderzoekers bekeken een aantal internationale vragenlijsten voor vroege opsporing. De Münchener Alkoholisme Test (MALT) bleek in de Nederlandse situatie het best bruikbaar. Deze test bestaat uit een medisch gedeelte en uit een zelfbeoordelingsschaal met 24 vragen door de patiënt zelf in te vullen. Het medisch gedeelte bevat drie vragen naar lichamelijke verschijnselen die verband kun-

nen houden met alcoholmisbruik (bijvoorbeeld leverstoornissen), twee vragen over de hoeveelheid gebruikte alcohol en twee algemene vragen. De zelfbeoordelingsschaal bestaat uit vragen als: , ,Het gebeurt vrij vaak dat ik vóór het middageten alcohol drink" (ja/nee);,,Andere mensen kunnen niet begrijpen waarom ik drink". De score van het medische deel weegt viermaal zo zwaar als het zelf in te vullen deel. Een totaalscore van 6 tot en met 10 wijst op alcoholproblematiek en een score van 11 tot en met 52 wijst op alcoholafhankelijkheid. De MALT kan dus tevens dienen

co cc

^ ^

sumptie-dagboek). De arts zou kunnen volstaan met een maandelijks gesprekje en eventueel met gelijktijdige bepaling van de leverfiincties. Het effect van deze minimale interventies is echter door de auteurs zelf niet onderzocht. Op mij maakt het een verdacht simpele indruk. Mensen gaan meestal (teveel) drinken om bepaalde levensproblemen te vermijden. Spontaan herstel van alcoholisme zou bij 10 tot 40 procent voorkomen, meestal na verandering van levensomstandigheden of na een schokkende ervaring. De auteurs bepleiten aandacht voor alcoholverslaving in de

Drank

i Q

als aanwijzing voor de ernst van het drankprobleem. Bij uittesten van de MALT in de huisartsenpraktijk bleek bij 10,5 procent van de mannen en 5 procent van de vrouwen sprake te zijn van een drankprobleem. De huisartsen signaleerden overigens vaker een alcholprobleem bij mannen die op het spreekuur kwamen met hoge bloedruk, overgewicht of suikerziekte en bij vrouwen die kwamen wegens kleine ongevallen in huis of met ,,vage" psychosomatische klachten. Het kostte de onderzoekers wel enige moeite om huisartsen over te halen mee te doen. De huisartsen bleken over het algemeen een vrij negatieve houding ten opzichte van alcoholisten te hebben. Daarom hebben Walburg en Van Limbeek ook een eenvoudig protocol ontworpen voor de begeleiding van alcoholpatiënten door de huisarts. Volgens de nieuwste opvattingen is het mogelijk om mensen met een minder ernstige alcoholverslaving tijdig bij te sturen met behulp van een zelfhulpmethode (het bijhouden van een alcoholcon-

medische opleiding. Er zou vooral iets moeten worden gedaan aan de vaak fatalistische houding van aanstaande artsen ten opzichte van drankgebruikers. Het uitsluitend invoeren van een protocol voor de vroege opsporing van alcoholisten lijkt hen weinig zinvol. Nu, daarin hebben zij zeker gelijk. Op alle acht universitaire Huisartseninstituten worden op dit moment protocollen ontwikkeld voor de opsporing en behandeling van veel voorkomende of belangrijke klachten in de huisartsenpraktijk. Binnenkort beschikt men over protocollen voor lage rugklachten, schouderklachten, slaapproblemen, enkel trauma's, keelklachten, en hoesten bij kinderen. Voor de introductie van al deze protocollen in de huisartsenpraktijk blijkt intensieve begeleiding rond het onderwerp noodzakelijk te zijn wil het protocol enig nut heben.

De vroege signalering van alcoholproblematiek. J. van Limbeek en J. A. Walburg, Uitg. Swets & Zeitlinger, Lisse.

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 426

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's