GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 15

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 15

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'fluwelen handschoen', loopt tot medio 1941 wanneer Seyss Inquart uitvoering geeft aan Hitlers opdracht 'die Niederlander als Freunde zu gewinnen'. Een aanzienlijke verscherping treedt op wanneer Hitler medio 1941 Rusland aanvalt. Door middel van o.a.de kranten moet het Nederlandse volk bondgenoot worden in de strijd tegen het communisme. Wanneer in 1943 de krijgskansen keren wordt in de kranten het schrikbeeld geschilderd van een 'bevrijding' door Amerikaanse kapitalisten, Engelse imperialisten en Russische bolsjewisten. Na Dolle Dinsdag, als de Duitse en Nederlandse persinstaties op de vlucht zijn geslagen, keert een regiem terug dat een beetje lijkt op de eerste fase. De controle op de pers wordt overgenomen door de Beauftragten des Reichscommissars en de Sicherheitsdienst. Wat er nog over is aan kranten is, aldus drs. Vos,"niet meer dan een handvol schamele blaadjes ter groote van een kwart vel, die elke schijn van geloofwaardigheid al lang verloren hadden.''

In die laatste fase zien we dat de sterk gegroeide illegale pers steeds meer funkties in de informatievoorziening van de legale pers overneemt. Verschijnen dagbladen soms nog maar eenmaal per week, in de grote steden brengen illegale bladen dan dagelijks nieuwsbulletins uit, die samen enorme oplagen bereiken. Het aantal illegale blaadjes is tegen het eind van de oorlog legio. In totaal zijn bijna 1200 grotere en kleinere periodieken verschenen.

O

p de studiedag in Overloon viel mij de rol toe iets te zeggen over de illegale pers, die in doelstelling en organisatievorm in niets leek op de legale kranteondernemingen. Slechts enkele beroepsjournalisten zijn erbij betrokken geweest. De inhoud van de bladen weerspiegelde de bonte verscheidenheid aan opvattingen en stromingen van het vooroorlogse Nederland. Eenheid van opvatting was ver te zoeken. Onderlinge polemieken waren niet zeldzaam.

lijk scheen en loopt het tegen den tijd, dat de postedities van de bladen verzonden moeten worden, dan ziet men de chefs van de expeditie wonderen doen om alles vlot te laten loopen. Elk blad hee£t zijn eigen verbindingen, zijn eigen agentschappen, met alle bijzondere wenschen, waarmede ter plaatse weer rekening moet worden gehouden, zijn bepaalde treinen of bussen, die precies op het aangegeven uur gehaald moeten worden, wil niet een deel van de abonné's van eenig blad zijn avond- of ochtendblad te laat of zelfs in het geheel niet meer ontvangen. Vooral nu de frequentie waarmede de Spoorwegen rijden nog niet op het oude peil is hersteld en tal van plaatsen nog niet intijds per trein te bereiken zijn, is de verzending per auto in alle richtingen een probleem op zichzelf, daar eigen diensten wcec roet estafetteritten van vertegenwoordigers in den lande moeten worden gecombineerd. Inderdaad een voorbeeld van samenwerking en goed gastheerschap.

O n d e r hel door. We!

De clectrische telefooncentrale

klok staat sti! op 11 minuten werd getroHen.

yoor hal[

5, het

historische

toeziend oog van Vader Vondel wecken de redacties is de behuizing geïmproviseerd, m a a r de ijuer en het initiatief van de journalisten zijn ongebroken.

'ulde

redactiekamers.

Redactie

en correctie

broederlijk bijeen.

Alleen abonnees konden straffen zonder persvrijheid aan te tasten Maar wat al die schrijvers, drukkers en verspreiders met gevaar voor hun leven samen deden, was het scheppen van een een terrein voor uitingsvrijheid dat bovengronds verloren was gegaan. Dat was ook de krachtigste boodschap die het medium overbracht (McLuhan), ongeacht wat erin stond. Een illegaal drukwerk was niet zomaar een stukje papier. Zovelen bewaarden een illegaal blad als tastbaar bewijsstuk van die andere werkelijkheid, dat Trouw eens een stukje opnam geen 'museumstuk' te zijn. Het blad moest doorgegeven worden, gelezen. De meest boeiende periode van de illegale pers biedt het eerste bezettingsjaar toen illegaal geschrijf op de meeste burgers nog overkwam als onverantwoord en gevaarlijk kwajongensgedoe. Het zijn niet de Duitsers, maar Nederlandse topambtenaren die als eersten menen dat Zes weken na het op daartegen opgetreden moet worden. Op bombardement Rotterdam brengt 25 juli 1940 beraadslagen de secreta- het weekblad "In rissen-generaal wat te doen tegen het Woord en Beeld" vroegste illegale periodiek 'Bulletin'. De (uitgave Geïllustreerde Pers) een opgetopolitie krijgt opdracht de daders op te gen reportage over sporen. Ze denken er net zo over als Co- de onderlinge hulplijn, die de dag na de capitulatie schreef: vaardigheid van de Rotterdamse kran' 'Alle verzet is dus uitgesloten. Het dient ten. Verscheidene tot niets en verergert slechts den toe- dagbladbedrijven tegen in pum, maar de stand. "

niet getroffen NRC bood gastvrij onderdak aan de Maasbode, het Rotterdams Nieuwsblad, Dagblad van Rotterdam, De Rotterdammer en Voorwaarts opdat deze toch konden verschijnen. Wat ontbreekt in de reportage zijn de voor de hand liggende foto's van de in puin gegooide dagbladbedrijven. Het enig zichtbare is een elektrische klok die om 16.19 bleef stilstaan toen op 14 mei Duitse bommen de telefooncentrale troffen.

D

e vroegste kritiek op de Nederlandse pers wordt in 1940 bovengronds geuit. Dertien dagen na de capitulatie, op de dag dat de Belgen zich overgeven, schrijft de gereformeerde Kamper theoloog Klaas Schilder voor zijn weekblad De Reformatie een artikel, dat vakkritiek op de pers bevat van de eerste orde. Want hij neemt waar wat er niet' in de kranten staat. Het gebeurt min of meer terloops in een waarschuwing om niet overhaast te oordelen, b.v. over het vertrek van Koningin en Ministers, zoals Colijn had gedaan. Want wie weet wat er precies is gebeurd? Wie kent de feiten? Voorzichtigheid in de oordeelsvorming is geboden, waarschuwt hij. En dan komt het: ' 'nu wij op den dag, waarin Rotterdam in brand staat, persfoto 's te zien krijgen van tempelruïnes in Azië, van teere bloemen in een hof, van fraaie vogels uit een dierentuin, en van opgetaste westlandse groente. Dat was een schot in de roos. Want heel

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 15

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's