GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 471

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 471

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

eeuwenoude praktijk die door de meest eenvoudige mensen in het dagelijks leven telkens weer gehanteerd is. Deze maniei van kennisverwerving staat op gespannen voet met een systematiserende wetenschapsbeoefening . Ginzburg: "De bekwaamheid om een gebrekkig paard te herkennen aan zijn spronggewrichten, een opkomend onweer uit de plotselinge verandering van de windrichting, een vijandige bedoeling uit een gezicht dat betrekt, werd zeker niet verkregen door veeartsenijkunst, meteorologie of psychologie." Zulke inzichten berusten op de concrete ervaring en die inzichten laten zich nauwelijk veralgemeniseren of zelfs maar onder woorden brengen. Zo'n nauwelijks te formaliseren benadering oogt misschien gebrekkig maar Ginzburg vraagt zich af of de systematiserende wetenschap niet ongeschikt is in heel veel situaties, waarin de eenmaligheid en de onvervangbaarheid van de feiten in de ogen van de betrokkenen van beslissend belang zijn: "Niemand leert het vak van kunstkenner of van diagnosticus door simpelweg alleen maar bestaande regels in de praktijk te brengen. Bij dit type kennis gaan wat men ge-

' Niemand leert het vak van kunstkenner of van diagnosticus door simpelweg alleen maar bestaande regels in de praktijk te brengen.' woonlijk niet meetbare elementen noemt, meespelen: een goede neus, een scherp oog, intuïtie." De menswetenschappen kunnen een zwak wetenschappelijk statuut aanvaarden om daarmee tot relevante resultaten te komen, of ze kunnen een sterk wetenschappelijk statuut aanvaarden om daarbij uit te komen bij resultaten die niet veel voorstellen. Dat is het dilemma waar de menswetenschappen volgens Ginzburg voorstaan. Het laat zich raden welke kant hij zelf kiest. In plaats van het bestuderen van gecodificeerde methodologie en wetenschapstheorie, gaat de gissende historicus liever een poosje in de leer bij de in de modder gehurkte jager, die op zoek is naar de sporen van zijn prooi. D

Koos Neuvel is socioloog en journalist.

28

F

reek gebruikt ze en Danny gebruikt ze en Sonja gebruikt ze en nog tal van andere bekende Nederlanders gebruiken ze omdat ze "gezond weer op willen'', dat wil zeggen, zonder aids. Gebruiken onbekende Nederlanders nu óók vaker condooms? Uit de scherpe daling van het aantal ge^ slachtsziekten blijkt dat onder mannelijke homoseksuelen een verandering in seksueel gedrag is opgetreden, maar geldt dat ook voor heteroseksueel Nederland? Op de anticonceptiespreekuren is daar wel iets van te merken. Een jong meisje vraagt de pil tegen zwangerschap, maar koopt er meteen een pakje condooms bij, tegen aids. Een dertigjarige vrouw zonder vaste partner stopt met de pil en wil uitsluitend nog vrijen beschermd door een condoom. Ook voor mannen gaat er iets veranderen. Sinds de komst van de pil hebben zij vrijwel geen verantwoording meer hoeven dragen voor ongewenste zwangerschap en hun partner. Nu lopen zij zelf risico's bij onbeschermd geslachtsverkeer. De gevolgen die dit heeft voor het heteroseksuele leefpatroon kwamen onlangs ter sprake op een themadag georganiseerd door de Rutgersstichting. Speciale aandacht was er voor de problemen van vrouwen en aids. Onder de 308 aids-patiënten in ons land zijn slechts tien vrouwen, maar een groter aantal is seropositief of leeft met een seropositieve partner. Op vragen van vrouwen is de hulpverlening nog niet ingespeeld. In de medische vakliteratuur wordt bijna uitsluitend aandacht besteed aan vrouwen als doorgeefluik van het virus naar het heteroseksuele circuit, bij voorbeeld via prostitutie, en naar kinderen. Overigens blijkt uit Amerikaanse cijfers dat bij geslachtsverkeer het virus ge-

makkelijker door de man op de vrouw wordt overgedragen dan andersom. Het risico op besmetting van de foetus is aanzienlijk, men schat die op 55 procent. Eenderde van de baby's wordt binnen een half jaar ziek. Steeds sterker klinkt ook in Nederland de roep om alle zwangeren routinematig op de aanwezigheid van het aids-virus te testen. De Geneeskundige Hoofdinspectie vindt dit nog niet nodig en wil eerst de uitkomst

tegenover zijn vaste seksuele partner (bij voorbeeld om homoseksuele contacten tegenover de echtgenote te verzwijgen). Wat staat de (huis)arts hier te doen? Als hij de onwetende partner inlicht verspeelt hij het vertrouwen van zijn patiënt, doet hij het niet dan loopt de echtgenote een groot risico op besmetting. Naast angst speelt moralisme zeker een rol bij de roep om op grotere schaal te testen.

Aids van een onderzoek onder zwangeren in Amsterdam afwachten. Bij de discussie rond al dan niet routinematig of zelfs verplicht testen, die nu ook in artsenkringen volop wordt gevoerd, spelen diverse argumenten een rol en moeten verschillende belangen tegen elkaar worden afgewogen. Voor de seropositieve man of vrouw, die geen ziekteverschijnselen heeft en ze misschien ook nooit krijgt, heeft de uitslag van de test op dit ogenblik uitsluitend negatieve consequenties. Die doen zich voor zowel op het maatschappelijke vlak - problemen bij het afsluiten van een verzekering of hypotheek, als op het persoonlijke vlak - kans op stigmatisering en isolatie. In sommige ziekenhuizen is de chirurgische staf, uit angst voor besmetting, voorstander van verplicht testen van alle operatiepatiënten. Daarmee stellen de artsen hun eigen veiligheid boven het belang van de patiënt. De overheid bepleit een terughoudend beleid, maar zij wordt ingehaald door de dagelijkse praktijk. Een tweede belangenconflict dat zich kan voordoen in de arts-patiëntrelatie in het geval iemand seropositief blijkt te zijn, maar dit wil verzwijgen

Aids wordt immers geassocieerd met prostitutie en druggebruik, met homoseksualiteit en promiscuïteit - gedragingen die niet passen in een monogame heteroseksuele cultuur. Daardoor ontstaat maar al te gauw de neiging zich af te zetten: zij tegenover wij, het is hün probleem, niet het onze. Toch zou het niet goed zijn als men vooral heil zocht in het testen van steeds meer groepen. Een test lost niets op en geeft bovendien slechts een momentopname. Voorkómen van besmetting is veel belangrijker. Wij zijn er in ons land steeds van uitgegaan dat mensen volwassen zijn en verantwoordelijk gedrag zullen vertonen wanneer zij op de juiste wijze zijn voorgelicht. Eerder schreef ik in deze rubriek hoe deze houding heeft bijgedragen aan een verantwoord en doeltreffend anticonceptiegedrag. Laat diezelfde houding, waarin geen plaats is voor moralisme of dubbele moraal, nu ook haar nut bewijzen in het beteugelen van de aids-verspreiding.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 471

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's