GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 443

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 443

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

het Verre Oosten en Nieuw Zeeland van 9 procent naar 15 procent. Bij de import nam het aandeel van de Europese OECD-landen af van 35 procent naar 13 procent, terwijl de aandelen van Japan en het Verre Oosten groeiden van 17 procent en 15 procent naar 26 procent en 20 procent. De landen die grenzen aan de Stille Oceaan, de Pacific Rim genoemd, vormen nu het gebied waarop Australië zich meer en meer oriënteert. Economisch en pohtiek neemt de betekenis toe van de landen in de Pacific Rim. Aan de ene kant van de oceaan zijn Japan, Singapore, Hong Kong, China, Korea en Taiwan sterk in opkomst, aan de andere kant is het westen van de Verenigde Staten een belangrijk gebied. Gedurende de laatste vijfjaar groeide de export van Australië naar Aziatische landen rond de Stille Oceaan met 14 procent. Voor de export naar China, Hong Kong en Taiwan lagen de percentages zelfs nog hoger. Niet alleen voor de handel maar ook voor het toerisme richt Australië zich op de Pacific Rim. De omvang van Japanse, Nieuw Zeelandse en zelfs Chinese investeringen in Australië is de laatste jaren sterk gegroeid. Niet alle Australiërs zijn al gewend aan deze nieuwe ontwikkelingen. Enkele maanden geleden kwamen in de Gold Coast bij Brisbane duizend mensen bijeen op een protestmeeting tegen het oprukken van de Japanse belangen. Voor Austrahë is er de mogelijkheid gezien haar rijkdommen en hoog ontwikkelde economie in dit deel van de wereld een rol van betekenis te spelen. Bijna tweederde van de Austrahsche beroepsbevolking is werkzaam in de handel en dienstverlening. Met name het leveren van hoogwaardige diensten, bijvoorbeeld op het gebied van landbouwresearch, is één van Australisch sterke punten. Gezien de zinsnede 'Australia no longer down under' streven de Australiërs duidelijk naar een nieuwe positie in de wereld. D

Dr. Joop van der Schee is als onderwijsgeograaf werkzaam bij het Centrum voor Educatieve Geografie van de VU

VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1988

Éft

H

et lijkt wel of de verhalen in de krant over verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, steeds gruwelijker worden. Recente onderzoeksgegevens bevestigen bovendien dat seksueel misbruik van kinderen in ons land zeer frequent voorkomt. Zo langzamerhand kunnen weer niet omheen dat seksueel geweld niet primair een zaak is van 'engerds in bosjes die vrouwen besluipen', maar dat het voornamelijk gaat om geweld uitgeoefend in de phvésfeer en binnen het gezin. Hoe onaangenaam deze constatering ook moge zijn, zij maakt preventie en bestrijding misschien wel gemakkelijker. 'Enge mannen in bosjes' zijn nu eenmaal moeilijk met voorlichting te bereiken, maar wanneer seksueel geweld zo wijdverbreid in alle lagen van onze samenleving voorkomt, dan moet er op grote schaal aan mentaliteitsverandering gewerkt worden. Een aanzet tot een structurele aanpak werd vijf jaar geleden al door de overheid gegeven, met het uitbrengen van een beleidsnota door de toenmalige staatssecretaris van Emancipatiezaken Kappeijne van de Coppello. In deze nota werd seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes direct in verband gebracht met haar economische afhankelijkheid en met de maatschappelijke ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Bestrijding van seksueel misbruik werd gezien als een onderdeel van het emancipatiebeleid. Er zijn echter tekenen dat dit aan het veranderen is. Adequate opvang van en hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld heeft lange tijd ontbroken. Door initiatieven vanuit de vrouwenbeweging is hierin verandenng gekomen.

In Amsterdam, Utrecht en Groningen werden vijfjaar geleden drie projecten gestart. Tegen Haar Wil Amsterdam biedt 24 uur per dag en zeven dagen per week telefonische opvang, hulp en informatie. Vrouwen kunnen begeleid worden bij bezoek aan politie of ziekenhuis. Er bestaat een mogelijkheid om in een groep of individueel met lotgenoten te praten. Er is een stedelijk samenwerkingsverband opgezet waahn huipverleningsinstellingen en politie participeren. De houding van de zedenpolitie ten aanzien van seksueel geweld is mede hierdoor de laatste jaren opvallend verbeterd: vrouwen die aangifte doen

termijn moet worden overgenomen door reguliere hulpverleningsinstellingen. Voor dit doel zijn vorig jaar in Amsterdam, Utrecht en Groningen drie Integratiegfoepen Sexueel Geweld in het leven geroepen. Deze Integratiegroepen moeten bekijken of en hoe de taken van de stichtingen van Tegen Haar Wil door bestaande instellingen kunnen worden overgenomen. Per 1 januari 1990 zou de overheveling van taken een feit moeten zijn. Ik heb er een hard hoofd in. Niet omdat ik denk dat huisartsen, algemeen maatschappelijk werk, RIAGG's, ziekenhuizen en Rutgershuizen niet een ze-

Horzelfunctie

worden met begrip en tact opgevangen. Ook op het gemeentebeleid wordt invloed uitgeoefend, zowel op het gebied van ruimteijke ordening (onveilige plekken in de stad) als op het terrein van het onderwijs en het buurthuiswerk. Bij Tegen Haar Wil Amsterdam werken honderd vrijwilligsters en een handvol coördinatrices. Alleen de laatsten worden betaald. Subsidie kwam tot voor kort van de afdeling Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken. De activiteiten worden echter beschouwd als 'Vrouwenhulpverlening' en ressorteren daarom sinds vorig jaar onder het Ministene van WVC. Dit Ministene voelt weinig voor categorale hulpverlevan Vrouwenhulpverlening een zogenaamd 'integratiebeleid'. Dat betekent dat de hulp binnen afzienbare

ker aandeel in de opvang en hulpverlening kunnen bieden, maar omdat er met het opheffen van Tegen Haar Wil iets dreigt te verdwijnen waarin reguliere instellingen nooit kunnen voorzien. Vanuit Tegen Haar Wil wordt steeds gehamerd op de structurele oorzaken van seksueel geweld. Het beleid van justitie, politie, hulpverleningsinstellingen en ambtenaren wordt kritisch gevolgd en waar nodig wordt actie ondernomen. Mede dankzij het feit dat er een regelmatige doorstroom is van vrijwilligsters blijft de inzet en motivatie en daardoor ook de'actiebereidheid' groot. Deze horzelfunctie blijft volgens velen de komende jaren nog onmisbaar bij de bestnjding van seksueel geweld. De Integratiegroepen moeten er dan ook voorzorgen dat dit aspect na 1990 behouden blijft.

33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 443

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's