VU Magazine 1988 - pagina 15
derwij s en Wetenschappen heeft de werkgroep Biologie en Samenleving, verbonden aan de Vrije Universiteit, een onderzoek uitgevoerd naar die samenwerkingsperspectieven. Uit de enquête die werd gehouden onder plantebiotechnologen bleek dat bij die groep in ieder geval een grote bereidheid bestaat om het onderzoek af te stemmen op de behoeften van derde wereldboeren. Maar dat de onderzoekers dat wel zouden willen, betekent nog niet dat ze het ook gaan doen. Jeanine de Bruin, werkzaam bij Biologie en Samenleving en mede-uitvoerster van het onderzoek: "Biotechnologen zijn over het algemeen heel positief over samenwerking met minder kapitaalkrachtige organisaties. Ze laten zich op heel openhartige wijze kritisch uit over het bedrijfsleven. Maar tegelijkertijd hebben ze een houding van: we kunnen bijna niet anders. Dat heeft te maken met het feit dat het bedrijfsleven uitstekende faciliteiten te bieden heeft, terwijl de situatie op de universiteit steeds moeilijker wordt."
D
e toenemende invloed van het bedrijfsleven op het biotechnologisch onderzoek is de laatste jaren onmiskenbaar waarneembaar. Veel zaadveredelingsbedrijven, waar het experimentele onderzoek plaatsvindt, zijn VU-MAGA2INE-^ANUARI 1988
Links een Thaise koe, rechts het resultaat van een kruising van die koe met een Nederlandse stier. Foto Jacqueline Broerse Kunstmatige inseminatie bij een Thaise koe. Foto Jacqueline Broerse
de laatste jaren in handen gekomen van de multinationals. Dat betekent dat van een maatschappelijke sturing van de technologie nauwelijks sprake zal zijn; dat men niet allereerst zal afwegen waar de noden het hoogst zijn en welke vorm van biotechnologisch onderzoek derhalve prioriteit verdient. Het bedrijfsleven kent immers zo zijn eigen prioriteiten. In sommige gevallen kunnen die parallel lopen met datgene wat een samenleving als geheel nodig heeft, maar vaak ook niet. Het is niet de eerste prioriteit van de ondernemer, en hij zal de eerste zijn om dat zelf te erkennen, om zich in te zetten voor verbetering van de leefomstandigheden van mensen in
de derde wereld of te ijveren voor een schoner milieu. Jeanine de Bruin denkt dat als de huidige tendens zich voortzet, elke onderzoeker met handen en voeten gebonden zal zijn aan de doelstellin gen van multinationals. "Dat kun je die multinationals niet kwalijk nemen. Alleen is het heel belangrijk dat naast die hoofdstroom ook een stroom bestaat die dat andere onderzoek waarborgt. Naast elkaar dienen verschillende mogelijkheden open te blijven." Uiteindelijk zullen het toch de universitaire onderzoekers moeten zijn die zich ontfermen over dat andere onderzoek. Om derde wereldorganisaties en universitaire onderzoekers 13
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988
VU-Magazine | 496 Pagina's