GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 297

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 297

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

O

nder de velen die in de laatste dagen van 1688 bij Willem III, direct na zijn aankomst in Londen, hun opwachting maakten bevond zich ook een 90-jarige rechtsgeleerde. De Prins merkte op, dat hij wel alle lawyers overleefd moest hebben. "Yes sir", was het antwoord, "en als Uw Hoogheid niet gekomen was zou ik nog de laws overleefd hebben ook. Zo typeerde deze Engelsman de betekenis die hij en zijn landgenoten aan de glorious revolution toekenden. Willem zelf zag het gebeurde meer in Europees perspectief. Engeland had door de gebondenheid van zijn laatste twee Stuart-koningen aan Lodewijk XIV, de politiek van de Zonnekoning in de kaart gespeeld. Van nu af aan zou het de partij van diens tegenstanders versterken. Voortaan zouden zijn bedreigde Hollandse vaderland en het benarde protestantisme zich beter tegen de landhonger en het katholieke fanatisme van de Franse koning, Willems grote tegenspeler op het Europese schaakbord, kunnen handhaven. Engeland was overigens voor Willem nog in ander opzicht van belang. In 1685 had zijn schoonvader Jacobus II daar de troon bestegen. Zijn vrouw Mary was dus, als oudste dochter des Konings, de vermoedelijke erfgenaam van de kroon. Als de zaken in Engeland uit de hand liepen zou dit (opnieuw, net als na de onthoofding van Jacobus' vader, Karel I) de val kunnen betekenen van de dynastie. En Jacobus liet inderdaad niets na om het mis te laten gaan. Zoals vaker met renegaten het geval is was hij fel katholiek, letterlijk roomser dan de paus. Bovendien was hij absolutistisch gezind en star van aard. Hij miste de bonhommie en de soepele slimheid van zijn eveneens absolutistische broer en voorganger Karel II (1630-1685), die trouwens zijn katholicisme tot op zijn sterfbed geheim had gehouden.

A

l direct na zijn troonsbestijging verklaarde Jacobus tegenover de Franse gezant dat zijn voornaamste oogmerk was van Engeland weer een katholiek land te maken. Om dit te bereiken moest hij de Tesfacf omzeilen. Krachtens deze wet waren katholieke onderdanen uitgesloten van het bekleden van ambten. Dit gold overigens niet voor het koningschap zelf. In voorgaande jaren aangewende pogingen om Jacobus op grond van zijn katholicisme van de troonopvolging uit te sluiten (de exclusion-bill) waren mislukt, ook al omdat velen dachten: na hem komen zijn dochters aan de beurt en die zijn protestants opgevoed. Om aan de Testact te ontkomen maakte de koning gebruik van het recht van dispensatie: het vermeende recht van de Kroon om al wie hij wilde vrij te stellen van door de formele wetgever (koning plus parlement) vastgestelde wetten. Zo benoemde hij nogal wat katholieken tot officier. Als hoofd van de Anglicaanse (staats)kerk machtigde hij zelfs katholieken tot het bekleden van Anglicaanse kerkambten. Zijn ministers zette hij VU-MAGAZINE—JULI/AUGUSTUS 1988

onder druk om rooms te worden; wie dat weigerde viel in ongenade. In 1678 ging hij zelfs zo ver de acte van indulgentie uit te vaardigen. Daardoor werden als algemeen geldende maatregel katholieken, maar ook protestantse dissenters, vrijgesteld van de beperkingen van de Testact. Door dit laatste gaf hij zich gelijktijdig een image van tolerantie en sommige dissenters (zoals William Penn) trapten daar aanvankelijk inderdaad in. Het bleef echter niet bij de uitvaardiging van deze maatregel. Hij tartte bovendien de Anglicaanse geestelijkheid tot twee maal toe, door haar op te dragen deze eigenmachtig uitgevaardigde acte van de kansels af voor te lezen. Daarmee overschreed hij een grens. Zeven Anglicaanse bisschoppen vroegen in mei 1688 gehoor bij de Koning en gaven hem in de vorm van een petitie te kennen dit bevel niet te zullen gehoor-

Hij had een instinctmatige afkeer van opstand tegen een soeverein, die in dit bijzondere geval bovendien nog zijn oom en schoonvader was. zamen. Op staande voet liet hij ze arresteren en in de Tower opsluiten. Groot was daarover de opwinding onder het volk. Toen bij het erop volgend proces de jury unaniem de zeven beklaagden 'niet schuldig' verklaarde, barstten tienduizenden in en nabij Westminster Hall uit in luid gejuich. De boten op de Theems reageerden daarop met vreugdeschoten. En 's avonds brandden voor talloze vensters in Londen zeven kaarsen, voor elke bisschop één. In diezelfde tijd, twee dagen na de inhechtenisneming van de zeven prelaten, beviel de tweede echtgenote van de Koning van een zoon. Een katholieke opvolging leek daardoor voor de toekomst verzekerd. Een soort publieke hysterie maakte zich nu van velen meester: men beschuldigde de Jezuïeten ervan de natie een poets te hebben gebakken. De boreling zou zijn ondergeschoven. Het verhaal ging zelfs dat de kleine 'Prins van Wales' in een beddepan de kraamkamer was binnengesmokkeld. Het was ook dom van de Koning geweest dat hij bij de velen die, naar de zeden van die tijd, getuigen van de geboorte waren geweest, niemand had uitgenodigd die bij het publiek enig vertrouwen genoot. Zelfs 's konings dochters geloofden dat hier bedrog in het spel was. Ten onrechte overigens. 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 297

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's