GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 26

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ten, verschenen op een kennelijk gunstig tijdstip, aansloegen. In Man Harte somt Hans Werkman ze op. Eén ervan is de economische teruggang die, sinds het eind van de jaren zestig, het zicht op de toekomst onzeker maakte, de behoefte aan 'geestelijke vastigheid' deed toenemen, en die voor een deel ook verantwoordelijk geacht mag worden voor de groeiende populariteit van wat wel wordt aangeduid als de 'evangelische beweging'. Ook 'vervlakking' en 'politisering' van de kerkelijke geloofsbeleving heeft, in zijn ogen, in dezelfde richting gewerkt. Daaraan kan toegevoegd het feit dat, ondanks de enorme toename van de onkerkelijkheid in deze eeuw, restanten van geloof zijn blijven voortbestaan, die in het persoonlijk leven met name in moeilijke perioden weer een rol gaan spelen. Tezamen vormen ze de ingrediënten die de populariteit van Nel Benschop verklaarbaar maken. Een populariteit die Werkman zelfs doet spreken van 'de gemeente van Nel Benschop' en die, naar zijn vaste overtuiging wordt gevormd door uiteenlopende bevolkingsgroepen: gelovigen en randgelovigen, kerkdijken, randkerkelijken en onkerkelijken, protestanten en rooms-katholieken, prostituees en dames in goede doen, junks en pakkendragers. Veelal hebben deze groepen echter één ding ge-

'Wie minachting koestert voor dit soort poëzie, beledigt zichzelf.' Prof. dr. F.O. van Gennep: 'Het verwijt aan de kerken deel ik niet.'

meen. Werkman: "Veel mensen kunnen moeilijk zeggen wat ze voelen, vooral als het gaat om een persoonlijke geloofsbeleving. Als ze Nel Benschop lezen, is er herkenning. Daar staat zwart op wit wat ze zelf voelen. Wie een eigen persoonlijke formulering kan vinden voor zijn geloofsgevoelens, zal veel minder neiging hebben om tot 'de gemeente van Nel Benschop' toe te treden." Zeker is echter ook dat het, meesttijds indirecte, protest dat uit haar verzen opklinkt tegen de als progressief bestempelde hedendaagse hoofdstroom in theologie en prediking, debet is aan haar succes. Soms is dat protest zelfs gegoten in de vorm van een directe aanklacht, zoals in deze fragmenten uit het gedicht 'Er is hoop': Ik klaag u, christ'nen, aan, omdat uw monden slechts woorden spreken als de wereld spreekt: zo zonder uitzicht en zo aard-gebonden, zodat uw werk onder uw handen breekt. Ik klaag u aan, omdat u in de grauwheid van dit bestaan geen warmend vuur ontsteekt, omdat uw hoop vergaan is door uw lauwheid, omdat u zwijgt, waar God van liefde spreekt. 24

K

ennelijk wordt deze aanklacht door een groeiend aantal gelovigen herkend en onderschreven. Intrigerende vraag is dan of, inderdaad, de kerk haar pastorale, troostende en hoopgevende plichten verzaakt heeft. Een vraag die, voorgelegd aan prof.dr. F.O. van Gennep, hoogleraar praktische theologie, en vanwege de nederlands-hervormde kerk docerend aan de Leidse universiteit, een ontkennend antwoord oplevert. Van Gennep: "Kerken zijn, net als andere instellingen, onderdeel van het maatschappelijk proces. En we leven nu eenmaal in een sterk 'geonfinstitutionaliseerde' tijd -wellicht een voorbijgaande fase. Ontkerkelijking is daarvan één aspect. Ik betwijfel daarom, of die veronderstelde 'politisering', of het vermeende gebrek aan pastorale zorg, de mensen de kerk uitjaagt. De religieuze behoefte blijft - ontkerkelijking of niet echter bestaan. Maar, bijgevolg, wordt nu een groot deel van het pastoraat buiten de kerk uitgeoefend. Ik wijs op de overweldigende belangstelling voor bijvoorbeeld het radiopastoraat, telefonische hulpdiensten, ziekenhuispastoraat en dergelijke. Het succes van de gedichten van mevrouw Benschop valt mijns inziens in dezelfde categorie." Prof. Van Gennep onderkent de groeiende behoefte aan wat hij omschrijft als 'een warmer geloofsleven'. "Dat bewijst de enorme bloei van de 'evangelicale' gemeenten wel. Ook in die tendens past de poëzie van Nel Benschop. Ik sta daar overigens helemaal niet afwijzend tegenover. En ik geef toe dat de kerk - bijvoorbeeld door haar dominees te laten opleiden aan een rationele instelling als een universiteit - daar wat ongemakkelijk op inspeelt."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's