GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 412

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 412

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

over echter in medische kringen niet graag wordt gesproken. Waarschijnlijk is de reden, dat zowel patiënten als artsen er belang bij hebben een bepaald imago van de arts in stand te houden. Gezondheid wordt alom beschouwd als een groot goed en curatief werkende artsen genieten bijgevolg een aanzien dat evenredig is aan hun therapeutische mogelijkheden.

omgaan zonder door hun leed te worden beroerd. Daarbij wordt een veel grotere distantie betracht dan voor verantwoord geneeskundig handelen noodzakelijk is. De vraag dringt zich onherroepelijk op, hoeveel de (aanstaande) arts bij dit proces als mens moet inleveren. Wanneer men maar eenmaal de vereiste beroepshouding heeft aangenomen, lijkt het vaak weinig moeite meer te kosten het onwezenlijk hoge verwachtingspatroon te verzoenen met de beperkte menselijke mogelijkheden. Wellicht leidt dit bij veel artsen tot een leven dat vrij oppervlakkig is en dat vaak het tegendeel vormt van hetgeen de buitenwereld van ze verwacht. Ondanks hun beroepshouding krijgen artsen incidenteel te maken met de negatieve gevolgen van te hoge verwachtingen, wanneer ze bijvoorbeeld overspannen raken of van baan veranderen en in de niet-curatieve sector van de geneeskunde terecht komen. En het zijn er niet eens zo weinig die gefrustreerd raken bij de uitoefening van hun beroep. In september van dit jaar promoveerde J. Duistermaat aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam op een onderzoek naar "onmacht in het werk van de huisarts". Uit zijn onderzoek, gehouden onder 152 huisartsen, bleek dat ruim een kwart van hen veel, en bijna de helft althans enige onmacht ervaart in het werk. Gevoel van onmacht treft vooral degene die een 'goede dokter' gevonden wil worden en dus tracht te voldoen aan het hoge verwachtingspatroon.

Door de fysieke belasting van iet nieuwe leven ontstond er een chaotisch gedragspatroon met zeer wisselende stemmingen.

A

Foto Kees C. Keuch - AVC/VU

rtsen worden beschouwd als bijzondere mensen; ook buiten de spreekkamer voelt menigeen geen enkele gêne om het hart uit te storten bij een arts die men toevallig op het sportveld, in de schouwburg of op vakantie ontmoet. Artsen beschouwen zichzelf niet zelden eveneens als een bijzonder mensensoort. De medische wereld stelt aan artsen soms eisen die menselijkerwijs veel te hoog gegrepen zijn. Zo verwacht de Landelijke Huisartsen Vereniging van een huisarts, dat hij of zij streeft naar "een persoonlijke integrale en continue zorg" voor de patiënt. Alleen al de gedachte, dat een arts hiertoe in staat zou zijn, getuigt van een schromelijke overschatting van de menselijke mogelijkheden. Ook in een begrip als 'holistische geneeskunde' maskeert de goede bedoeling een grenzeloze zelfoverschatting, die - zo wil de ironie - uitgaat van een tenminste eenmaal per week 24 uur zeer irreëel mensbeeld. Van artsen vrijaf moet worden gegeven. De arts mag men blijkbaar meer verwachten dient te voldoen aan bijna goddelijke normen. Die eis krijgt nog dan van 'gewone' mensen. Onlangs maakte de Amsterdamse eens extra nadruk door veelbeloveninternist prof.dr. J. van der Meer in de toepassingen van nieuwe technihet Nederlands Tijdschrift voor Ge- sche ontwikkehngen binnen de geneeskunde melding van een nieuwe neeskunde, en door beschouwingen regeling, die sinds juU van dit jaar in vanuit de medische sociologie, psyde staat New York van kracht is: chologie,filosofieen ethiek over wat hierin- wordt bepaald, dat jonge er allemaal hapert in de relatie tusdokters maximaal 80 uur per week sen arts en patiënt en hoe het allemogen werken, dat de werkdag niet maal nog beter zou kunnen. langer mag zijn dan 24 uur en dat Uiteraard beseft elk weldenkend 14

mens, dat er geen enkele reden is om te veronderstellen, dat artsen bijzondere mensen zijn. Een huisarts met een gedegen medische kennis en voldoende ervaring kan zijn beroep als een goed vakman uitoefenen zonder de ambitie om "een persoonlijke, integrale en continue zorgverlening" na te streven. Na een drukke dienst of een vol spreekuur zal hij niet anders dan min of meer routinematig zijn patiënten te woord kunnen staan, zonder dat sprake is van een persoonlijke betrokkenheid. OmVU-MAGAZlNE—NOVEMBER 1989

gekeerd telt voor veel patiënten niet de persoonlijke betrokkenheid maar het vakmanschap van de arts. De illusie van de patiënt, die zozeer prijs zou stellen op een persoonsgerichte zorg, blijkt volgens onderzoek eerder in het leven te zijn geroepen door artsen dan door patiënten.

V

oor zover de arts zich onderscheidt van andere beroepsgroepen is dat een gevolg van het feit dat hij moet leren leven en omgaan met dat heel hoge verVU-MAGAZINE—NOVEMBER 1989

wachtingspatroon waaraan, zoals we zagen, nauwelijks valt te tornen. Voor deze moeilijke taak wordt de medische student gesteld, wanneer hij voor het eerst als co-assistent in een ziekenhuis komt. Anatomie van het Gevoel beschrijft slechts het veranderingsproces van één student, ledere aanstaande arts past zich op een andere manier aan. Maar het is opmerkelijk, hoe snel de 'beroepshouding' wordt overgenomen. Vooral valt op hoe men na korte tijd met ernstig zieke patiënten kan

Al langere tijd bestaan er in de geneeskunde mogelijkheden voor artsen om te leren omgaan met gevoelens van onmacht en frustratie. Dit is evenwel slechts één aspect van het probleem. Het bestuderen van de oorzaak van deze negatieve gevoelens is veel moeilijker. Gegeven het feit dat zeventig procent van de door Duistermaat onderzochte huisartsen in enige mate met gevoelens van onmacht kampt, is het hoe dan ook onjuist die oorzaak uitsluitend te zoeken in die karakterstructuur van de betreffende arts. D

Ignace Schretlen studeerde geneeskunde en filosofie; samen met zijn echtgenote heeft hij een huisartspral<tijl( in 's-Hertogenbosch.

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 412

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's