GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 202

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 202

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

deze slaaphouding voor zuigelingen "in het algemeen en voorlopig" af te raden. En de commotie rond het ongenuanceerd citeren uit het onderzoek van prof. De Jonge maakt eens te meer duidelijk hoe groot de angst in de samenleving is voor deze stille, mysterieuze dood van pasgeborenen, en hoe groot de overigens begrijpelijke

werden geboren na een zwangerschap van minder dan tweeëndertig weken en/of met een geboortegewicht van minder dan 1500 gram het levenslicht aanschouwden. Dit omvangrijke project maakte het Wierenga mogelijk heel systematisch de medische gegevens van een aantal wiegedood-kinderen te vergelijken met die van twee-

'De vrouwen die hun best deden en er tóch niet in slaagden, geef je met zo'n harde uitspraak nog een schop na.'

De cijfers

Dr. H. Wierenga: 'Duidelijke aanwijzingen gevonden.' Foto Jaap Knigge -EFG

gevoeligheid daaromtrent aan de zijde van zowel medici, ouders van wiegedood-kinderen én ouders met kinderen in de risico-leeftijd, als van niet-betrokkenen.

A

fgezien van de risico's van roken door zwangere vrouwen, was tot voor kort nauwelijks bekend welke rol de voorgeschiedenis van moeder en kind speelt bij het vóórkomen van wiegedood. Iemand die zich daarover heeft gebogen, en die daarbij recht doet aan de theorie dat het een combinatie van factoren is, die verantwoordelijk moet worden geacht, is H. Wierenga. Deze kinderarts, verbonden aan het Wilhelminaziekenhuis in Assen, promoveerde onlangs aan de Vrije Universiteit op een proefschrift dat wiegedood tot onderwerp had. Wierenga's onderzoek naar de voorgeschiedenis van wiegedood-kinderen vond plaats in het kader van het zogenaamde POPS-project] een onderzoek naar kinderen die in 1983 in ons land 24

n Nederland overlijdt één op de achthonderd kinderen vóór het anderhalf jaar oud is, onder omstandigheden die 'wiegedood' als doodsoorzaak aannemelijk maken. In feite is 'doodsoorzaak' in dit geval een te stellige term, omdat de werkelijke oorzaak van dit plotseling en onverwacht overlijden nog grotendeels een mysterie is. En juist deze geheimzinnigheid rond achtergronden en oorzaken, maakt het abrupte verlies van een ogenschijnlijk kerngezonde baby extra pijnlijk voor ouders en anderen in de directe omgeving, maar óók voor de medische onderzoekers die ongaarne met de mond vol tanden staan. Sinds 1969 is er sprake van een zekere toename van het aantal gevallen van wiegedood, Per duizend levendgeborenen was dat in '69 nog 0,46, terwijl de curve met 1,48 een piek vertoonde in 1984. In 1987 - het laatst bekende cijfer - was het promillage 1,27. Over de oorzaak van deze toename breken de deskundigen zich nog steeds het hoofd, Gezien de risico's van roken tijdens de zwangerschap is het niet ondenkbaar dat het toenemend aantal vrouwen dat sinds de jaren zestig is gaan roken,

VU^MAGAZINE—MEi 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 202

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's