GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 302

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 302

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

wat je kon wéten, maar iets waarin je moest gelóven. Obrist concludeert derhalve dat de alchemie eerder aan de kant van de theologie, dan aan die van de moderne natuurwetenschap stond. De mythe van de wonderbaarlijke geldvermeerdering was bedoeld om vorstelijke willekeur aan rationeel onderzoek te onttrekken. Men vergeleek het alchemistisch proces graag met de wonderbaarlijke verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus. Op soortgelijke wijze zou de geldvermeerdering bovennatuurlijke oorzaken hebben. Bijkomend voordeel: de frauduleuze vorst kreeg zo ook zelf een beetje de statuur van opperwezen.

Z

Symbolische uitbeelding van het vloeibare metaal kwik, dat volgens alchemisten een belangrijke rol zou spelen bij het maken van goud en zilver.

De alchemie wordt hier en daar nog wel beoefend, zoals door de Fransman Eugene Canseliet, hier aan het werk bij zijn eigentijdse oven.

o bezien is alchemie louter boerenbedrog. Maar klopt dat eigenlijk wel? Wanneer de alchemie pure oplichterij is, kun je verwachten dat die theorie de ondergang tegemoet snelt zodra zij niet meer nodig is, wanneer de valsemunterspraktijk niet langer bestaat. Opvallend is echter de hardnekkigheid waarmee de alchemie haar bestaan heeft weten te rekken. Dat doet twijfel rijzen of de betekenis van de alchemie zich wel laat reduceren tot het politieke misbruik dat er ongetwijfeld van is gemaakt. Het is beslist niet het geval dat de alchemie werd uitgebannen waar de natuurwetenschap haar intrede deed. Obrist gaat uit van een tweedeling tussen de natuurwetenschap aan de ene kant en de theologie en alchemie aan de andere kant. Maar in de praktijk bleek dat niet zo simpel te liggen. Zo was de pilaarheilige van de wetenschappelijke revolutie, Isaac Newton, tegelijkertijd ook een verwoed alchemist. Voor hem bestond er geen principiële tegenstelling tussen rede en openbaring, in wezen ging het in beide gevallen om van God gegeven kennis. En om tot die ene Waarheid te komen konden verschillende wegen worden bewandeld. Het ene moment kon dat experimenteel onderzoek zijn, het andere moment een plotselinge ingeving. Waarschijnlijk is het ook niet terecht om de alchemie volledig te identificeren met openbaring en irrationahteit. Het is waar: de verlossing der onedele metalen uit hun jammerlijke staat is een onbereikt doel

36

gebleven. Maar op de doodlopende weg daarheen zijn toch enkele niet onaanzienlijke prestaties geleverd die van een zekere rationaliteit getuigen. Alchemisten hebben antimoon, zwavelzuur en fosfor ontdekt en de Zwitserse arts en alchemist Paracelsus heeft veel baanbrekend werk verricht voor het onderzoek naar de geneeskrachtige werking van bepaalde kruiden.

een niet onaardige ontdekking. En als die praktijk wel degelijk iets voorgesteld heeft, is wellicht de theorie toch ook iets meer geweest dan louter camouflage voor fraudu-

I

n zijn algemeenheid duidt de werkzaamheid van de alchemist in zijn laboratorium niet zozeer op de bevestiging van religieuze of seculiere dogma's maar veel meer op een grensverleggende nieuwsgierigheid en een tomeloze experimenteerzucht. In plaats van de alchemie in zijn geheel te beschouwen als een uiting van 'contra-Verlichting', is het zeker niet ongerechtvaardigd dit praktisch-experimentele deel te zien als de voorloper van de moderne natuurwetenschap. Dat die experimenten plaatsvonden op grond van occulte en esoterische filosofieën, die nu nog slechts onder in de war geraakte waarheidszoekers aanhang vinden, doet daaraan geen afbreuk. Zoals vaker is opgemerkt ging ook Columbus uit van een niet-kloppende theorie. Toch leidde dat hem tot

VU-MAGAZINE—JULI/AUG. 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 302

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's