GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 378

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 378

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

nen voor opgesteld. Sommigen grijpen daarom terug op andere, reeds bestaande regelgeving. "Stel nu datje zo'n pril embryo zou willen beschouwen als kind - wat het mijns inziens beslist niet is - dan kun je de richtlijnen van Helsinki van toepassmg verklaren. Kern daarvan is dat medische experimenten op een kind alleen zijn toegestaan als ze in het belang van dat individuele kind zelf zijn, en als de mogelijkheid ontbreekt om die experimenten met volwassenen uit te voeren. Wat het C D A in het rapport 'Genen en grenzen' nu gedaan heeft, is die regeling van Helsinki overnemen." Schoemaker betoont zich ronduit ontzet over dit C D A rapport dat in zijn ogen het stempel 'hypocriet' verdient. "Het is niet te geloven. Met het slikken van de abortuswet heeft deze partij haar kiezers volledig in de kou laten staan, en nu stellen ze zich in dit rapport ineens keihard op het standpunt dat met rest-embryo's nooit en onder geen enkel beding mag worden geëxperimenteerd. Maar een gebrek aan experimenteermogelijkheden is een slechte zaak voor de pre-embryonale diagnostiek waarmee nu juist afbrekingen van zwangerschappen in een gevorderd stadium, voorkomen kunnen worden! Uiteindelijk leidt zo'n maatregel dus tot nog meer abortussen." Sarcastisch voegt hij eraan toe: "Maar dat mag nu. Daar hoeven we ons niet meer druk over te maken."

bryo's voor adoptie - de zogeheten 'embryo-donatie' dat, net als het experimenteren met embryo's, verboden IS.)

"Begrijp me goed, ik wil die experimenten met doen omdat het wetenschappelijk zo interessant is; nujn wens spruit regelrecht voort uit mijn anti-abortusstandpunt." Het ziet er dus naar uit dat prof Schoemaker door de p o htiek in zijn verlangen gedwarsboomd gaat worden. CDA-rapport en wetsvoorstel gaan uit van de regels van Helsinki voor medisch handelen jegens kinderen. Het betekent dat aUeen experimenten op embryo's zijn toegestaan die het bewuste embryo zelf en dat alleen, ten goede komen; zogeheten therapeutische expenmenten. Maar dat soort experimenten, gericht op de genezing van embryo's met erfelijke afWijkmgen, is m feite ondenkbaar zolang met eerst de daartoe te ontwikkelen technieken op Mïer-therapeutisch expenmentele wijze zijn uitgetest. Het laatste type expenmenten wordt echter verboden omdat, noodzakelijkerwijze, de gebruikte embryo's deze onderzoekingen met overleven. Een pracht van een vicieuze cirkel. Het wetsvoorstel kan op dit punt dan ook met anders dan als volstrekt zm- en nutteloos gekwahficeerd worden. En omdat ook embryo-donatie m dit ont-

Orthodox

24 •/u WAGAZlI-.t OKTOetR 1992

Het verband tussen pre-embryonale diagnostiek en het voorkómen van abortus, vergt enige uitleg. "Kijk", zegt prof Schoemaker, van wie bekend is dat hij in medischethische aangelegenheden doorgaans een nogal orthodox standpunt inneemt, "het zal duidelijk zijn dat ik persoonlijk fel gekant ben tegen abortus; sterker nog: in principe sta ik aan de zijde van degenen die het embryo vanaf het moment van de conceptie beschermwaardig achten. Maar ik realiseer me - en dat is dan de praktijk - dat een preembryo, nog geen kind is. Ondanks de potentie die het heeft als beginnend menselijk leven, is het niet veel meer dan een klompje nog ongedifferentieerde cellen. In dat stadium kun je zeker nog niet van een individu spreken; het pre-embryo kan zich bijvoorbeeld nog ontwikkelen tot een meerling, of verworden tot een stuk moederkoek. Vergeet bovendien niet dat de natuur zelf nogal slordig omspringt met pre-embryo's: slechts eenendertig procent van de bevruchtingen komt uiteindelijk in de wieg terecht; de rest valt af." Dat klinkt, hij geeft het toe, als een nogal theoretische redenering. "Maar", zegt Schoemaker, "ik heb gewoon geen andere." Accoord, maar wat is nu het verband tussen pre-embryonale diagnostiek en het voorkómen van abortus? Schoemaker: "Als mensen een abortus willen is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Maar ik aborteer niet. Toch word ik als gynaecoloog regelmatig geconfronteerd met ernstige aangeboren afwijkingen die in sommige gevallen, zoals dat heet, 'onverenigbaar met het leven' zijn. Wat doe je daar mee? Laatje zo'n zwangerschap uitdragen? Laatje zo'n vrucht uitgroeien tot een individu en houd je het vervolgens als een plant in leven met behulp van allerlei apparatuur? O o k dat is onze verantwoordelijkheid. Dit probleem kun je voorkomen met behulp van preembryonale diagnostiek die helemaal gericht is op het vroegtijdig ontdekken van dit soort afwijkingen. Daar

zijn we ver mee. O o k al bestaat een pre-embryo uit niet meer dan enkele cellen, zelfs dan kun je al een groot aantal van die erfelijke afwijkingen diagnostiseren. O p basis daarvan kun je besluiten om zo'n pre-embryo niet bij de moeder terug te plaatsen. En zo voorkom je het afbreken van een zwangerschap in een later stadium." De orthodoxie stelt het niet terugplaatsen van een preembryo na een dergelijke diagnose overigens gelijk aan een abortus. "Laat dat zo zijn", zegt Schoemaker, "het is in ieder geval aanzienlijk minder traumatiserend voor de ouders, dan het afbreken van een zwangerschap na twaalf tot achttien weken. Beschouw het voor mijn part als het kiezen van de minste uit twee kwaden." Die pre-embryonale diagnostiek zelf is niet verboden, zo benadrukt prof. Schoemaker. "Maar wil je die diagnostische technieken vervolmaken, dan is een beperkt aantal experimenten met menselijke pre-embryo's beslist noodzakelijk. W e willen absoluut zeker zijn dat de diagnose die we stellen de juiste is, alvorens een pre-embryo terug te plaatsen. Daar wringt de schoen. "Dierexperimenten zijn m dit geval ontoereikend, omdat het, zoals bij een erfelijke ziekte als spierdystrofie, gaat om specifiek menselijke afwijkingen." Prof. Schoemaker zou voor die willen maken van embryo's die plaatst wiUen zien, bijvoorbeeld voltooid beschouwen. ("Ik ken

experimenten gebruik de ouders niet teruggeomdat ze hun gezin als een ouderpaar dat inmid-

HET IVF-CENTRUM VAN HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT: NIET ONDER POLITIEKE DRUK

dels vier kinderen heeft, maar waarvan nog twintig preenibryo's m de diepvries Hggen.") "Je kunt", zegt Schoemaker, "die embryo's vermetigen. Je kunt een beperkt aantal ervan - onder strikte voorwaarden en voortdurende controle van ethische commissies - ook gebruiken voor dit soort strikt noodzakelijke experimenten." (Er IS overigens nog een derde optie, waarvoor met name Schoemaker zich sterk maakt en die hem afgelopen zomer in het nieuws bracht: het aanbieden van rest-em-

werp is uitgesloten, zullen rest-embryo's te allen tijde te gronde gaan; een vernietiging omwiUe van hun beschermwaardigheid...

Misselijk

standpunt

WiUen IVF-deskundigen, ondanks dit absolute verbod op experimenteren, hun pre-embryonaal diagnostische tech-

25 VU MAGAZINE OCTOBER 1992

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 378

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's