GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 225

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 225

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Z O C H T derzoek naar de oudedagsvoorziening in Nederland in de periode 1880-1940 en promoveerde daarop aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het omgekeerde was het geval: jonge gezinnen trokken bij hun ouders in omdat ze zich geen eigen woning konden permitteren. Het waren de ouders die financiële steun aan de kinderen verleenden.

Bulder laat aan de hand van een onderzochte groep ouderen in de gemeente Winterswijk zien, dat mensen vroeger doorwerkten tot ze fysiek of mentaal niet meer konden. Door middel van spaartegoeden probeerde men de laatste jaren van het leven zo fatsoenlijk door te komen. Maar dat viel niet mee met die spaartegoeden. Vaak waren die grotendeels al gebruikt voordat de zestigjarige leeftijd bereikt was. Moeizaam moesten de eindjes aan elkaar geknoopt worden. Met behulp van uiteenlopende bronnen van inkomsten werd geprobeerd de armoede in die laatste levensfase zo beperkt mogelijk te houden. Uit het onderzoek van Bulder blijkt allerminst dat de zorgzaamheid vroeger zoveel groter was dan tegenwoordig. De moderne verzorgingsstaat, die conclusie lijkt onontkoombaar, heeft het leven van oude mensen heel wat aangenamer gemaakt. Nu valt ongetwijfeld zeer goed te verdedigen dat kinderen meer moeten bijdragen aan de zorg voor zieke ouders. Maar met een terugkeer naar oude waarden heeft zoiets weinig te maken, (KN)

I Mythe Het gaat slecht met de Verenigde Staten. Het land is de economische wedloop met andere landen aan het verliezen. De natie is onmiskenbaar in verval. Duitsland en Japan zijn druk doende de economische hegemonie in de wereld te veroveren. Bovenstaande zinnen vormen een mythe. De werkelijkheid ziet er iets anders uit. De gemiddelde Amerikaanse werknemer in de industrie produceert beduidend meer dan zijn Westeuropese of Japanse collega. Amerika is nog altijd de absolute produktiviteitsleider van de wereld. Dat laat de Groningse onderzoeker drs. B. van Ark zien in een vergelijking van de arbeidsproduktiviteit in tien verschillende landen tussen 1950 en 1990. En passant rekent Van Ark ook nog eventjes af met de mythe dat Duitsland met kop en schouders boven de andere Europese landen uitsteekt. De Duitse produktiviteit ligt helemaal niet zo hoog en in ieder geval een flink stukje lager dan de Nederlandse produktiviteit. Die Nederlandse produktiviteit blijkt zelfs uitzonderlijk gunstig af te steken bij de rest van Europa.

Er zijn een paar verklaringen voor de verschillen in produktiviteit. In Amerika worden per werknemer meer machines gebruikt. Bovendien kenmerken de Verenigde Staten zich door het hoogste aandeel van werknemers met een universitaire of hogere beroepsopleiding, zo'n twintig procent van het totaal. Verder zijn de verschillen te wijten aan onder

andere logistieke vernieuwingen, managementtechnieken, en overheidsregelingen voor kwaliteits-, veiligheidsen milieu-eisen. Het gaat dus goed met de Verenigde Staten. De cijfers liegen immers niet. Of zijn die cijfers toch bedrieglijk? Het is immers algemeen bekend dat in de Verenigde Staten een aanzienlijk armoede-probleem bestaat, dat de kwaliteit van het onderwijs te wensen overlaat, en dat er hoognodig in de infrastructuur geïnvesteerd moet worden. Om daar iets aan te doen hebben de Amerikanen BUI Clinton als president gekozen. Als er één zaak duidelijk wordt uit het onderzoek van Van Ark, is het wel dat de produktiviteit en 'de welstand' van een land niet zo heel veel met elkaar te maken hoeven te hebben. Amerika doet het fantastisch. Jammer dat de bewoners er zelf zo weinig van merken, (KN)

Verschillen Is het recht seksistisch? Volgens de juriste J.E. Goldschnnidtwel, in die zin dat ons rechtsstelsel aansluit op 'mannelijke' waarden. Dat zei ze in een oratie ter gelegenheid van haar benoeming tot hoogleraar Vrouwenstudies aan de Faculteit Rechten van de Universiteit Utrecht. Het leven dat mannen doorgaans leiden wordt tot uitgangspunt genomen. Fulltime-banen zijn de regel; deeltijdbanen worden nog altijd gezien als een uitzondering. Daardoor wordt te weinig rekening gehouden met andere verplichtingen die werknemers kunnen hebben, zoals de zorg voor kinderen. Als we willen voorkomen dat bepaalde groepen, zoals vrouwen, homoseksuelen en etnische minderheden worden achtergesteld, zullen we in

het recht meer rekening moeten houden met de situatie van verschillende groepen, zegt Goldschmidt. Een dergelijke vorm van recht maakt de zaken er niet eenvoudiger op. Het juridisch systeem bestaat nu eenmaal bij de gratie van het generaliseren en classificeren en is minder geschikt als ideale oplossing voor alle individuele situaties. Dat kan niet, omdat het gevaar van een oerwoud aan regels ontstaat, vindt ook Goldschmidt. Maar wel is het volgens haar belangrijk te voorkomen dat bepaalde groepen systematisch worden buitengesloten.

Een recht dat rekening houdt met groepsverschillen, zal niet op ieders sympathie kunnen rekenen. Is het recht er niet voor om algemene waarden te verdedigen? Zo'n vorm van groepsrecht leidt snel tot een verontschuldiging van misstanden die door een groep bedreven wordt uit naam van de waarden van die groep. Dat realiseert Goldschmidt zich ook. Vrouwenbesnijdenis is ongetwijfeld zeer goed te begrijpen vanuit bepaalde culturele tradities, maar of zulke ingrepen daarom ook juridisch gelegitimeerd moeten worden is maar de vraag. Goldschmidt vindt van niet. Op zulke momenten houdt het respect voor groepsverschillen op. Het cultuurrelativisme dient hier het hoofd te buigen. Het recht op de lichamelijke integriteit is dan toch iets belangrijker. Een recht dat niet let op geslacht of cultuur, (KN) ILLUSTRATIES AAD MEIJER

v u MAGAZINE J U w I 19 9 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 225

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's