GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 70

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 70

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

zegging van de toegang tot het 'paradijs') symboliseert. Ondanks het uitdrukkelijke verbod van de Schepper om de vrucht van deze boom te plukken, probeerde de slang Eva tot die daad te verleiden ("ten dage als gij daarvan eet, zo zullen u w ogen geopend worden, en gij zult als God wezen"). Eva zag de boom ("die begeerlijk was om verstandig te maken"), plukte een vrucht, at ervan en betrok vervolgens ook Adam (al dan niet tegen diens zin daarover zullen mannelijke macho-theologen en meer feministisch angehauchte exegeten het wel nooit eens worden) in het kwade. Volgens de als slang vermomde duivel zou de vrucht dus een geestverruimende werking hebben gehad (wie er/an at zou zich God wanen). En Eva vond de boom vooral begeerhjk vanwege de mogelijkheid " o m verstandig te maken". Deze verboden boom symboliseert dus het kennen en het weten. Maar de waarschuwing is onontkoombaar: de vrucht van deze boom is slecht voor een mens en het eten ervan kan een verslavende en onstilbare honger naar meer opwekken. Niet gelukkig gekozen dus, die boom als symbolische aandachtstrekker voor een cultureel woordenboek dat de basiskennis van de burgers moet verrijken. Kennis en, in het verlengde daarvan, wetenschap hebben überhaupt nooit zo'n hoge prioriteit gehad in een godsdienst als het christendom. Geloven en zeker weten vechten immers al eeuwen een vete uit. Niet voor mets predikt de Prediker dan ook, een paar bijbelhoofdstukken na Genesis, dat het vermeerderen van kennis een evenredige hoeveelheid smart oplevert. Daar valt aan de hand van de Schrift eigenlijk alleen maar tegenin te brengen dat er ook nog zoiets is als het nieuw-testamentische gebod o m als mens te woekeren met j e talenten. En men mag toch aannemen dat intelligentie, studiecapaciteit en andere op kennisverwerving gerichte aanleg, daarvan niet zijn uitgesloten. Ik bedoel maar: sinds dat gedoe rond die B o o m der Kennis is de relatie tussen geloof en wetenschap in elk geval een uiterst moeizame gebleven.

MMHHü^^

24 v u MAGAZINE FEBRUARI 1993

Macht

Het kwaad is evenwel geschied, de verboden vrucht genuttigd. En sindsdien geldt het adagium 'kennis is macht'. De vraag of men op basis van deze gedachte 'het gewone volk' nu dom zou moeten houden of juist niet, is in het verleden echter, al naar gelang de hoeveelheid dictatoriale dan wel meer democratische opvattingen van wereldlijke en geesteHjke gezagsdragers, nogal uiteenlopend beantwoord. In de loop van deze eeuw (en in onze Westerse cultuur) is onmiskenbaar voor het laatste als officieel uitgangspunt gekozen. Een democratie functioneert pas als de bevolking over voldoende basiskennis en -inzichten beschikt om rationele afwegingen te maken en zo haar (poHtieke) keuze te bepalen. Is dat niveau bereikt, dan wil dat overigens nog niet zeggen dat zo'n democratie ook werkelijk gezond is. Z o plaatste bijvoorbeeld koningin Beatrix in dit opzicht vraag- en uitroeptekens; zij deed dat in haar jongste kersttoespraak. " W e leven in een tijd van bijna onbegrensde kennisoverdracht", zei ze bij die gelegenheid. "Maar als het niet lukt nieuwe generaties te inspireren tot gemeenschapszin en het brengen van offers terwiUe van anderen, dient dit alles tot niets", aldus de vorstin die er

op wees dat het overdragen van normen en waarden (de "kennis des goeds en des kv/aads" dus) nog veel moeilijker is dan pure kennisoverdracht. Of wij werkelijk leven in een tijdperk van onbegrensde kennisoverdracht, is nog maar de vraag. De technische mogelijkheden daartoe zijn v/ehswaar ruim voorhanden. Maar de vrije burger laat zich de maatschappelijke, culturele en vooral ook wetenschappelijke kennis nu eenmaal niet tegen heug en meug door de strot duwen. Overdracht van wetenschappeUjke kennis (en hiermee is dan meestal natuurwetenschappelijke kennis bedoeld) wordt met name van zo groot belang geacht, omdat w e tenschap en techniek - in sterkere mate dan ooit eerder het geval is geweest - de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen Ujken te dicteren. De Britse Royal Society (een instantantie die vergelijkbaar is met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen), formuleerde dat standpunt in 1985 zo: "Er zijn weinig of geen algemene kwesties die geen natuurwetenschappelijke of technische component bevatten. Omgekeerd hebben onderwerpen die grotendeels wetenschappelijk of technisch van aard lijken te zijn meestal grote maatschappelijke en politieke imphcaties." Dat het niet louter en alleen democratische en menshevende motieven zijn die worden aangevoerd om de noodzaak van een wetenschappelijk en technologisch onderlegde burger te staven, toont diezelfde Society in de bijgeleverde argumentatie. "Vijandigheid bijvoorbeeld, of zelfs onverschiUigheid ten opzichte van natuurwetenschap en technologie verzwakt de industrie van een land." Een nogal dubieus argument, niet alleen vanwege het primair commercieel-economische belang dat achter deze schijnbare vanzelfsprekendheid schuilgaat, maar bovendien o m streden vanwege de redenering die zich onder de oppervlakte van dit argument verschuilt: voorlichting over w e tenschappelijke en technologische ontwikkelingen zou de weerstanden daartegen van morele of anderszins normatieve aard (ook de volstrekt legitieme bezwaren en tegenwerpingen) wegnemen. Een vreemde logika. Want onbekend maakt wehswaar onbemind, maar daarmee geldt datzelfde nog niet automatisch voor het omgekeerde. De huidige praktijk bewijst juist dat burgers die zich tev/eerstellen tegen bepaalde wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen (verenigd in bijvoorbeeld aktiegroepen tegen biotechnologie, kernenergie en wat al niet), niet zelden uitzonderhjk goed zijn ingevoerd in de materie waarover zij zich een oordeel aanmeten.

mÊmÊm^Êmim

Afgang

Dubieus of niet; het economische argument (de concurrentieverhoudingen ten opzichte van Japan en de Verenigde staten bijvoorbeeld) voor de noodzaak tot overdracht van wetenschappelijke kennis, zal zeker een rol hebben gespeeld toen het Directoraat van de Europese Commissie, dat wetenschap en techniek in zijn portefeuille heeft, opdracht gaf tot een onderzoek naar het beeld dat de bevolking van de twaalf Europese lidstaten heeft van de wetenschappelijke verrichtingen binnen de eigen gemeenschap. Zo werd in de maanden maart en april 1989 een uniform samengestelde vragenlijst voorgelegd aan een zogeheten 'representatieve steekproef (duizend personen met een mimumleeftijd van vijftien jaar) in elk der lidstaten. G e -

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 70

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's