VU Magazine 1993 - pagina 5

E Z o Tranen "Op zijn spreekuur in het AMC verschijnen regelmatig patiënten die van emotie de tranen in de ogen hebben." Een zin uit een bewonderend artikeltje in het novembernummer van AMC-Magazine over het werk van de microchirurg H. Garibyan. "Hij geniet nationaal en internationaal grote bekendheid", schrijft het promotieblad van het ziekenhuis van de Universiteit van Amsterdam. De mannen die huilend op het spreekuur van Garibyan verschijnen, zijn onvruchtbaar. Een op de zeven Nederlandse paren is onvrijwillig kinderloos. In de helft van de gevallen ligt dat aan de man. Dat is verbazend, gezien het feit dat er zulke uiterst geavanceerde methodes zijn om onvruchtbaarheid bij de vrouw te verhelpen, terwijl de behandeling van onvruchtbaarheid bij de man overduidelijk nog in de kinderschoenen staat. Voor ongeveer zeven procent van die ongelukkige mannen is er nu, sinds kort, hulp mogelijk. Bij de meeste onvruchtbare mannen zijn er geen zaadcellen in het ejaculaat. De oorzaak kan hormonaal zijn of in de zaadballen zelf liggen, en daar is nog geen oplossing voor. Bij die zeven procent mannen die wel geholpen kunnen worden is er een zaadstreng in de bijbal die verstopt zit. Bij hen wordt dus wel sperma geproduceerd, alleen kan het niet naar buiten. Bij zeventig procent van die mannen kan

Garibyan door middel van een bypassoperatie het transportsysteem voor het zaad herstellen. In totaal zesendertig procent van de mannen die hij onder de microscoop heeft geopereerd, zijn daarna vader geworden. Het is mooi dat Garibyan ongeveer twee procent van de onvruchtbare mannen kan helpen. Maar voor die andere achtennegentig procent blijft het een treurige zaak.(RB)

I Philips Met Philips gaat het al geruime tijd uitgesproken slecht. Dat is geen nieuwigheid, het bedrijf heeft eerder moeilijke tijden gekend. In de jaren dertig liepen als gevolg van de economische crisis de bedrijfsresultaten terug. Dat leidde toen tot een pijnlijk proces van reorganisatie en kostenreductie, waardoor meer dan tienduizend (op een totaal van 23 duizend) arbeidsplaatsen verloren gingen.

C H T zen tot stand te brengen. In de tweede helft van de jaren twintig introduceerde Philips een eenvoudig te bedienen en redelijk geprijsd radiotoestel. De enorme vraag naar dit produkt overtrof alle verwachtingen. Ook probeerde men in die periode nieuwe produkten aan het fabricageprogramma toe te voegen. Tot massafabricage kwam het echter niet. De omslag in de conjunctuur, die in het najaar van 1930 voelbaar werd, noopte de onderneming pas op de plaats te maken. Een periode van grote bloei, werd dus gevolgd door stagnatie met aansluitende, grote herstructureringen. Op die manier probeerde men het hoofd te bieden aan de crisis en de weg naar herstel in te slaan. Uiteindelijk kwam men sterker uit de strijd dan men ooit geweest was. Het proefschrift van Ivo Blanken lijkt indirect en misschien ongewild de werknemers en bedrijfsleiding bemoedigend toe te spreken: het kan wel weer goed komen, eerst even door de zure appel heen bijten. De geschiedenis kan zich herhalen, hoewel iedere historicus ook weet dat de geschiedenis zich zelden op identieke wijze herhaalt.(KN)

[ Kakkerlakken Ivo Blanken beschrijft in een proefschrift waarop hij aan de Rijksuniversiteit Leiden gepromoveerd is de geschiedenis van Philips. Hij heeft met name onderzocht hoe het bedrijf van gespecialiseerde onderneming in gloeilampen, kon uitgroeien tot een concern dat op velerlei terreinen activiteiten ontplooide. In de jaren twintig kwam de zogenaamde 'produktdiversificatie' tot stand. Philips slaagde erin om in Eindhoven de industriële vervaardiging van röntgen- en electronenbui-

De strijd tegen de kakkerlak is geopend. In eendrachtige samenwerking zullen huiseigenaren, woningbouwverenigingen, in de rug gesteund door de overheid, het op moeten nemen tegen de beruchte Duitse kakkerlak. Harde maatregelen zijn noodzakelijk geworden nu deze insekten resistent gebleken zijn tegen de tot dusver ingezette bestrijdingsmiddelen. In een onderzoeksrapport van de wetenschapswinkel van de Leidse universiteit

worden de nodige aanbevelingen gedaan om de plaag te bestrijden. Allereerst moet de verspreiding via besmettingshaarden voorkomen worden. Dat kan gedaan worden door middel van betere isolatie, meer hygiëne en verbeteringen in de klimaatbeheersing, voedselopslag en afvalopslag.

Mochten er zich onverhoopt toch nog kakkerlakken in de huizen bevinden dan kan overgegaan worden tot chemische bestrijding. Het zal echter wel een bestrijding 'op maat' moeten zijn. Eerst dient de schaal van de plaag vastgesteld en de gevoeligheid van de plaagdieren voor verschillende bestrijdingsmiddelen onderzocht te worden. Verder kunnen alternatieve bestrijdingsmiddelen ingezet worden als lokaas en lokaastechnieken. De spuitbus wordt dringend ontraden. Het effect van de spuitbus heet klein te zijn, en het gebruik ervan levert risico's op voor de spuiter en verergert het resistentieprobleem. De strijd tegen de Duitse kakkerlak is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico's, zeggen de onderzoekers. Dat gezondheidsgevaar bestaat voor mensen die gevoelig zijn voor allergische klachten, omdat kakkerlakken allergenen produceren. Bovendien kan de confrontatie met de kakkerlak tot psychische klachten leiden. Om dit gevaar in te dammen mag de harde confrontatie niet geschuwd worden.(KN)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen