GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 73

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

zichzelf het ene paranormale verschijnsel na het andere waar: van aura's tot voorspellende dromen. Dat haar wezenlijke problemen veel alledaagser zijn, wil zij niet inzien. Busch: "Het is veel te bedreigend voor haar om onder ogen te zien wat de band is tussen haar paranormale ervaringen en de problemen thuis." Tot de kapstokcliënten rekent Busch ook ouders die de concentratieproblemen van hun kmd toeschrijven aan zijn vermeende paranormale gevoeligheid. Of ouders die in hun zoontje een klein Croisetje zien en hopen op bevestiging van bevoegde zijde - een paranormaal Kemakeur dat het PI niet verstrekt. Busch krijgt ook regelmatig bezoek van scholieren die m paniek raken na een avondje 'glaasjedraaien': de deelnemers zitten in een kring en leggen hun vingertoppen op een glas, dat als vanzelf letters aanwijst uit het alfabet dat er in een cirkel omheen ligt. Het zijn beslist geen geesten die zich dan manifesteren, zegt Busch: "Het glas wordt gestuurd door onbewuste spierbewegingen. De draaiers communiceren dus eigenlijk met zichzelf." Een huishoudschool-leerlinge van vijftien, die in de pauzes met vriendinnen geesten opriep, raakte in paniek toen het glas voorspelde dat haar ouders een ongeluk zouden krijgen en dat haar opa aan kanker zou sterven. Busch: "In zo'n geval vertel ik gewoon dat die boodschappen niet van geesten komen. Dit meisje was helaas niet te overtuigen, maar voor de meesten is dat een opluchting, en die houden dan ook met het spelletje op. Maar je moet dan nog wel proberen iets met die problematiek te doen, die preoccupatie met de dood die hierbij vaak een rol speelt."

WÊÊ^mmÊÊÊ^

Reïncarnatie

Paranormaal begaafd wil Busch zichzelf beslist niet noemen. Ja, ze heeft wel eens een voorspellende droom gehad over de uitslag van een voetbalwedstrijd. "Niks indrukwekkends", dus. Haar behandelingen hebben evenmin iets paranormaals. Busch: "Wij gaan niet in discussie over de realiteit van de ervaringen. We gaan ze ook niet onderzoeken. Als iemand zelf het gevoel heeft iets paranormaals mee te maken en daarmee met terecht meent te kunnen in de reguliere hulpverlening, zullen we hem niet afwijzen omdat wij het niet paranormaal vinden. Ons doel is om mensen te leren omgaan met hun ervaringen." Het blijkt echter wel het vruchtbaarst om er tijdens de therapie van uit te gaan dat de problematische ervaring werkelijk paranormaal is. Als voorbeeld vertelt Busch over Marja, een meisje van elf dat aan ernstige slaapstoornissen leed en panisch werd als haar ouders 's avonds het huis uit gingen. Marja had al vanaf haar tweede huilbuien als haar vader 's ochtends naar zijn werk ging. Toen ze kon praten zei ze dat ze bang was dat hij werd doodgeschoten. Zo had ze immers ook haar vorige vader verloren. Want al toen ze een klein kind was, had Marja herinneringen aan een ruw afgebroken leven in Afrika. O p haar twaalfde vielen Engelse soldaten haar dorp binnen en vermoordden haar ouders. Haar broertje kwam om toen het huis gebombardeerd werd, Marja zelf werd doodgeschoten toen ze vluchtte. N u sliep Marja bij haar ouders, omdat ze in haar eigen bed van Afrika droomde. Busch: "Ik weet niet of zij werkelijk over een vorig leven vertelde. Het zou kunnen, maar het is niet essentieel. 'We gaan ervan uit dat het zo is', heb ik gezegd. 'Wat er met jou gebeurd kan zijn, is datje leven in Afrika abrupt is af-

gebroken. Je hebt het niet afgemaakt. Je bent opnieuw begonnen, maar er zit nog geen stop op dat vorige leven, het lekt door. We gaan naar een stop zoeken.' Ik bied dus geen kant-en-klare oplossing aan, maar probeer een context te scheppen waarin het kind zelf met een oplossing kan komen." Marja is een creatief kind en kan zich goed uiten door te tekenen. In de tweede therapiesessie vroeg Busch haar daarom of ze haar huis in Afrika en haar huis van nu wilde tekenen. Het eerste bleek een klein hutje, haar huidige huis nam veel meer papier in beslag. Ze begon met het raam van de woonkamer en de tuin ervoor, daarna tekende ze de bank, de open haard en de tv. Busch: "Dat had een therapeutische v/erking. Ik heb gezegd: 'Dat huis m Afrika staat veel verder van je af. Je ziet het van de buitenkant en het is klein. Het huis van nu, daar sta je middenin.' Ze had dat zelf al getekend, maar ik heb het nog eens voor haar verwoord." De volgende twee weken sliep Marja in haar eigen bed. In de vierde sessie tekende Marja een kolonel en een groep soldaten. Busch: "Ik vroeg haar: 'Hoe krijgen we die soldaten Afrika uit?' Dat wist ze niet. Ik zei: 'Wat doen soldaten, behalve schieten en mensen doden?' 'Ze marcheren,' antwoordde ze," En Marja voorzag de Engelse soldaten die stijf rechtop in haar geboorteland stonden, van twee extra benen. Daarna verzon ze, geholpen door Busch, dat de kolonel hen het bevel "Voorwaarts, mars!" kon geven. Marja tekende in de bovenhoek van het papier de contouren van Engeland en zei: "Als alle soldaten in Engeland zijn, zit de stop erop." Met hun bagage en tanks verlieten de soldaten Afrika. Marja: " N u marcheren ze mijn hoofd uit." Ze keek tien minuten naar het papier, scheurde het af en legde het op zijn kop op tafel. Na een stilte: " N u hoefik niet meer terug te komen." Busch: "Maar we zouden elkaar nog een keer zien om iets leuks te doen samen, als afsluiting." Het werd, op verzoek van Marja, een bezoek aan de Domtoren. Heel toepasselijk voor een meisje uit de buurt van Utrecht, vindt Busch: " Z e had het gevoel dat ze m dit leven dingen niet goed kon doen omdat haar een vorig leven dwars zat. Haar leven van nu speelt zich afin de omgeving van Utrecht. Wat is er dan mooier dan op het moment datje het hebt opgelost hoog boven je eigen omgeving te gaan staan en zo ver als je kunt kijken j o u w wereld van nu te zien?"

^i^ÊÊÊÊÊÊÊ^^m Paragnosten De geleide fantasie die Marja op het spoor van de oplossing zette, wordt ook gebruikt door reguliere therapeuten. Waarom had Marja een parapsycholoog nodig? Kan een reguliere therapeut, die bovendien niet in reïncarnatie gelooft, niet dezelfde resultaten boeken? Busch: "Er zijn mensen voor wie het voldoende is datje met ze mee gaat, zonder datje ze gelooft. Dat is ook je professionele instelling. Maar dit meisje en anderen zouden voelen: ze doen maar alsof." Het geloof van de behandelaar speelt dus een rol in de therapie, concludeer ik. Busch: "In die uittredingservaringen geloof ik wel. Met reïncarnatie weet ik het niet, maar ik ben in beginsel bereid om daarin te geloven. Dat maakt de manier waarop je erover uitlegt 'wel anders, ja." Maar 'geloof' is eigenlijk het woord niet: wat zij als waar aanneemt, benadrukt Busch, is gebaseerd op onderzoeksgegevens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 73

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's