GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 35

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ging om het vaststellen van data die gunstig waren voor het verwekken van nageslacht of voor het uit de weg ruimen van een tegenstander. O m dergelijke astronomische problemen op te lossen namen de Arabieren de hellenistische kennis op dit gebied over en ontwikkelden deze verder. Naast genoemde 'Almagest' met zijn astronomische theorie en tabellen, werden onder meer het kwadrant en het astrolabium van de Grieken overgenomen. iVlet deze instrumenten waren de Arabieren in staat zelf sterrenkundige observaties te doen. Naast deze eigen observaties werden veel tabellen van sterposities gebaseerd op herberekeningen van de tabellen van Ptolemeus, om gebruikt te worden voor praktische doeleinden, zoals navigatie, tijdsbepaling en - alweer - astrologie. De bekendste tabellen waren die van alSufi en al-Battani (825-929). D e tabellen van laatstgenoemde werden nog m de zestiende eeuw door Copernicus en Keppler gebruikt bij het opstellen van hun revolutionaire sterrenkundige theorieën. Deze theorieën over de draaiing van de aarde om de zon en de elliptische in plaats van cirkelvormige banen van de planeten, zetten de Middeleeuwse opvattingen over de plaats van de mens in de kosmos op hun kop, maakten de mechanica van Newton mogelijk en vormden daarmee de basis voor onze huidige reizen naar de Maan en Mars.

Armzalig Tegen het hoge niveau van de Arabische astronomie uit die tijd, steekt de astronomie van het vroegmiddeleeuwse Europa nogal armzalig af. Uit het overzicht dat de in de zevende eeuw levende Isodorus van Sevilla geeft van de astronomie die op dat moment in christelijk Europa beoefend werd, blijkt bijvoorbeeld dat Europese astronomen niet wisten hoe men posities aan sterren moet toekennen. Hemelcoördinaten waren onbekend, zodat men ook niet in staat was op grond daarvan kaarten te tekenen, de tijd nauwkeurig vast te stellen of zelfs maar een nauwkeurige kalender bij te houden. Wel wist men hoe, volgens de richtlijnen van het Concilie van Nicea (325), de datum van Pasen moest worden vastgesteld. Aangezien Pasen moest vallen op de eerste zondag die volgt op de eerste volle maan na het

begin van de lente, was hier in principe sprake van een heus astronomisch probleem. De methode van Nicea en ook de verbeteringen die Bede (673-735) hierin aanbrengt, waren echter uitsluitend gebaseerd op rekenkundige bewerkingen met behulp van uit de oudheid overgeleverde gegevens, en niet op eigen waarnemingen. Boldriehoeksmeetkunde en het doen van observaties waren in het Europa van die dagen onbekende verschijnselen, zodat geconstateerde fouten in paastabellen niet werden gecorrigeerd. Zonder het te beseffen, zal men bijgevolg meermalen, tegen de eigen religieuze richtlijnen in, Pasen op een verkeerd tijdstip hebben gevierd. In deze situatie trad een revolutionaire wijziging op door de introductie van het astrolabium in Europa. Vanaf dat moment kon men waarnemingen verrichten en op basis daarvan aan hemelverschijnselen een exacte tijd en plaats meegeven. Astronomie hoefde niet langer uit louter overgeleverde berekeningsmethoden voor de kalender en dito speculaties inzake de inrichting van de kosmos te bestaan.

Vloedgolf Het astrolabium is een sterrenkundig waarnemings- en een rekeninstrument tegelijk. Een van de eerste beschrijvingen van dit instrument is van de hand van al-Khwarizmi die leefde in de achtste eeuw; een geleerde die in het Westen vooral bekend werd door zijn verhandelingen over algebra, en wiens naam, verbasterd tot 'algoritme', nog altijd voortleeft in de computerwetenschap. Het astrolabium, als een van oorsprong hellenistische vinding, werd door de Arabieren verbeterd en gebruikt om daarmee eigen astronomische observaties te doen. Veel van de Arabische benamingen voor sterren en Arabische astronomische termen die uit dit soort observaties voortkwamen, zijn door de westerse wetenschap overgenomen: namen van sterren, zoals Aldebaran, Rigel en Vega, en termen zoals zenith en azimuth, zijn van Arabische oorsprong. Pas na de Middeleeuwen raakte het astrolabium in onbruik, en werd het vervangen door andere instrumenten, waaronder de sextant. Het gebruik van het astrolabium in het Westen maakte deel uit van een voorzichtig op gang komen van con-

tacten tussen de christelijke en de islamitische wereld, waarvan de resultaten met name in Spanje nog altijd tastbaar aanwezig zijn. Daar waren vooral Cordoba en Toledo centra van intellectuele activiteit. In de eerste eeuwen van het tweede millennium werd Europa van daaruit overspoeld door een vloedgolf van nieuwe kennis. Een van de eersten die bij de Arabische cultuur in de leer ging was Gerbert van Aurillac, de latere paus Sylvester II, die al aan het eind van de tiende eeuw, door zijn vertalingen van Arabische wetenschappelijke geschriften, het astrolabium en het gebruik van het tientallig stelsel introduceerde. Het is tekenend dat deze Gerbert, vanwege zijn experimenten met het astrolabium, door zijn nog grotendeels in duisternis wandelende omgeving, nogal eens voor een magiër werd aangezien.

Pionierwerk Het christelijke Westen was nog niet direct rijp voor de enorme hoeveelheid kennis die door de elkaar snel opvolgende vertalingen uit het Arabisch beschikbaar kwam. Maar onder invloed van een toenemende welvaart, werd Europa als snel steeds beter in staat de voordelen van deze kennis te beseffen en te benutten. De grote ontdekkingsreizen zijn daarvan een goed voorbeeld. Wie vandaag de reis van Columbus nog eens overdoet, hoeft niet ingewikkeld in de weer met een astrolabium of sextant, maar kan via boordradio en computer direct op de hoogte blijven van de juiste tijd en de exacte plaats waar hij zich bevindt. Via 'geostationaire' satellieten (satelieten die als het ware met de aarde meedraaien, en die niet alleen handig zijn voor het doorgeven van voetbalwedstrijden) kan men de eigen positie rechtstreeks opvragen. Vervolgens kan men deze positie intekenen op de uiterst nauwkeurige kaarten die men op zijn reis heeft meegenomen. Verstand van wiskunde of astronomie is daarbij niet langer onontbeerlijk. En dat is dan dankzij ontwikkelingen in kennis en technologie die voor een niet onbelangrijk deel gebaseerd zijn op wetenschappelijk pionierswerk van Arabische origine.

v u MAGAZINE JANUARI 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's