GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 105

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 105

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOORUITGANG Laatstgenoemd vierkleuren-drukwerkje wekt de meeste verbazing: het is bedoeld om geldschieters te werven voor de sponsoring van deze instelling; zij worden opgeroepen hiertoe obligaties aan te schaffen. De folder belooft een "hoog rendement door rente in natura": wie een obligatie van f 100 koopt, mag, behalve de regelmatige toezending van een nieuwsbrief, jaarlijks twee gratis toegangskaarten tegemoet zien, een obligatie van f500 levert tien van die kaarten op, maar wie zo onverstandig is meer dan f2.500 in dit museum te beleggen zal, om door de in ruil daarvoor verstrekte entreebewijzen heen te raken, maar liefst vijftig maal moeten gaan kijken of alles er nog staat! In dezelfde folder treffen we uiteraard de doelstelling aan ("Techniek Museum Delft maakt techniek toegankelijk voor een breed publiek"), maar gelukkig ook waar wat te vinden is in dit uit drie hallen bestaande industriële monument. In hal 1 is "ons technisch erfgoed" ondergebracht: "de ontwikkelmg van stoommachines en gasmotoren vanaf het begin van de negentiende eeuw tot de hedendaagse turbines", maar ook aandacht voor "'kleine techniek', zoals de octrooigeschiedenis van de punteslijper." In hal 2 wordt het allemaal nog spannender, willen wij de folder graag geloven. Want daar bevinden w j ons "aan het front van de techniek", v/aar "technische ontwikkelingen naar morgen" worden getoond, "die zonder 'gisteren' niet mogelijk zouden zijn." Maar hal 3 is het summum: "Hier kan de bezoeker spelen met techniek, zelf uitvinden en zichzelf informeren met video's en een mfotheek." Geen seconde getreuzeld dus, en snel op weg. Hal 1 is inderdaad een monument: een fabriekshal die er dankzij secuur restaureren nog net zo uitziet als op de foto uit 1920, waarop takel, vliegwiel en turbines de romantiek van gaslicht, gietijzer en smeerolie uit een vervlogen technisch tijdperk benadrukken. En ook het beloofde technische erfgoed staat er - nog vaag geurend naar oliekan en poetskatoen - uitgestald, onder de eenvoudige maar veelzeggende noemer 'drijfkracht': stoommachines vooral, in alle soorten en maten. Schaalmo-

dellen zijn er ook, waaronder een hele fraaie van een stoonilokomotief met tender, en, blijkens de bordjes, stoomturbines en lichtgasmotoren. Over de werking van een en ander blijven we echter in het ongewisse. De zo noodzakelijke tekst en uitleg over de werking van deze drijfveren der Industriële Revolutie, zijn achterwege gebleven. De in andere musea altijd zo instructieve, opengewerkte - of, nog mooier: -werkende - modellen ontbreken. En ook over het hoe en wat van de technische en wetenschappelijke ontwikkeling van stoommachine tot hedendaagse verbrandingsmotor, of over - ik roep maar wat - de maatschappelijke achtergronden en niet geringe dito effecten van een en ander, geen woord. We wandelen wat onrustig verder langs machines en motoren die als dode dingen doelloos in de ruimte staan, in het vertrouwen dat tekst en uitleg nog wel zullen volgen en dat dan, als m een legpuzzel, de losse stukken één naadloos en vanzelfsprekend geheel gaan vormen. Maar na het gejaagd doornemen van de afdeling 'werkplaatstechniek' moeten we teleurgesteld vaststellen, dat we het, wat de drijfkracht betreft, hiermee zullen moeten doen. Enige tijd zijn wij vervolgens zoet in het sousterrain, -waar een aardige en wèl informatieve opstelling laat zien hoe onze ogen, in samenv/erking met een stel gemakzuchtig interpreterende hersenen, ons dag in dag uit bedriegen. Maar tegelijkertijd vragen wij ons af wat deze misleidende beelden met techniek uitstaande hebben. Hetzelfde geldt voor de donkere ruimte aan de andere zijde van deze hal, waar wat hologrammen (driedimensionaal lijkende lichtbeelden) zijn opgesteld. Heel vermakelijk, vooral die wonderbaarlijke beeltenis van een spookachtige, kushandjeswerpende en zwoel knipogende dame. Maar bij techniek hadden wij ons - wellicht verkeerd voorgelicht? - v/at anders voorgesteld. En ook hier schiet de explicatie ernstig tekort. Dat wil zeggen: zij is er wel, maar wie iets meer over de werking van holografie wil weten, vindt niet onmiddellijk baat bij de mededeling dat een hologram verkregen wordt door "golffronten te laten interfereren met een referentie-lichtbundel". N o g even speuren wij naar de be-

loofde "octrooigeschiedenis van de punteslijper". Tevergeefs. We vinden, op de hoogste omloop, de expositie 'Van telraam tot chip'. Maar de hier veelvuldig voorkomende mededeling "wegens storing tijdelijk buiten gebruik" doet het allengs meer tanende vertrouwen in de techniek en haar populariseerders ook al geen goed. De uitstalling beneden, van mysterieuze, bewegende voorwerpen die na een intensieve inspectie (we vertrouwen zo langzamerhand niets meer in deze hal) kunstobjecten blijken te zijn, laten wij wat moedeloos voor wat zij is. We verlaten de eerste hal, om ons naar "het front van de techniek" in hal 2 te begeven. Wat ons daar wacht is echter niet de onder meer aangekondigde expositie die de biotechnologische ontwikkeling "van bakkersgist tot predictortest" laat zien, maar een goedgemutste kok die, met simpele handkracht, ongegist deeg tot verse pasta staat te draaien. Hal 2 is het museumrestaurant, naar nu pas blijkt, waar het, onder het genot van een Italiaans hapje of kopje espresso, ongetwijfeld goed toeven is, maar waar in technisch opzicht bitter weinig te beleven valt. Als tenslotte blijkt dat hal 3 ook al niet het in het vooruitzicht gestelde eldorado voor am,ateur-uitvinders en technische doe-het-zelvers herbergt, maar de historische ijkkamer van het Nederlands Meetinstituut (hoe aardig dit afzonderlijk mini-museum op zichzelf ook is), besluiten wij het verder voor gezien te houden. Pas bij de uitgang valt de cryptische toevoeging " 1 ° fase" op, die achter de naam van het museum op het bij binnenkomst verstrekte stencil vermeld is. De op potentiële sponsors gerichte folder berust gewoon op wishfull thinking, begrijpen w j plotseling. De puzzelstukjes vallen alsnog op hun plaats: het museum is nog lang niet klaar. We kunnen niet anders dan het hartgrondig beamen: er zullen nog veel fasen moeten volgen, voor dit Delftse techniekmuseum de hoge vervvachtingen die het zelfheeft opgeroepen, ook maar bij benadering zal kunnen waarmaken. Techniek Museum Delft, Ezelsveldlaan 6, Delft, is dinsdags tot en met zaterdags geopend tussen 10.00 en 17.00 uur; op zonen feestdagen van 11.00 tot 16.00 uur.

15 vu MAGAZINE MAART 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 105

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's