GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 26

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 26

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

gens doen stoer over computers om hun man-zijn te bewijzen, meisjes gebruiken hun hulpeloosheid ten aanzien van de computer als teken van hun vrouwelijkheid. Monique Volman; "Op die leeftijd is dat heel belangrijk. Ze zijn allemaal erg bezig met het ontwikkelen van hun sekseidentiteit. Je moet nu eenmaal man of vrouw worden. Het probleem is vaak dat de docent informatiekunde daar nog een schepje bovenop doet door bijvoorbeeld jongens meer aan het woord te laten. Bij de begeleiding in kleine groepjes zie je vaak dat de leraar een jongen vragenderwijs zelf de oplossing laat vinden, terwijl hij bij een meisje het werk aan de computer eerder overneemt." BLONDfES Voor wie oog heeft voor de leefwereld van leerlingen van dertien, veertien jaar, is het bepaald geen wonder dat ze stereotiep reageren op de computer. Thuis zijn het de vaders die met computers werken. "Ik denk dat ons pap computers wel interessant en leuk vindt. Ons mam, ja oké, dat ding staat er, maar die zal er een keer met de poetsdoek overheen gaan en dan houdt het op", zegt een van de jongens uit Volmans onderzoek. Dit mag misschien een extreem voorbeeld zijn, ook als de rollen thuis minder scherp verdeeld zijn, worden de leerlingen buitenshuis hoe dan ook geconfronteerd met een maatschappij waarin de hogere functies op computergebied vrijwel uitsluitend door mannen worden vervuld. Ellen van Oost heeft zich in haar promotie-onderzoek 'Nieuwe functies, nieuwe verschillen', verdiept in de mechanismen die ertoe bijgedragen hebben dat de computerbranche een uitgesproken mannendomein is geworden. Wat is er de oorzaak van dat de nieuwe hogere functies in de informatica aan definities van mannelijkheid gekoppeld raakten? Zowel Volman als Van Oost wijzen erop dat de computer niet vanaf het eerste begin een mannelijke machine is geweest. In Amerika waren het vrouwen die de ENIAC, de eerste elektronische computer, hebben geprogrammeerd. En ook in Nederland werd de eerste computer in de jaren vijftig door vrouwen bediend. Dat de computerfuncties in de loop der jaren toch een duidelijk mannelijke connotatie hebben gekregen, is, aldus Van Oost, een complexe aangelegenheid. Wri ENS

Met haar historische benadering ze concentreerde zich op automatiseringsfuncties tussen 1955 en 1970 schetst Ellen van Oost een beeld van de man-vrouwverschillen binnen de informatica, dat op veel punten overeenkomt met de uitspraken van leerlingen uit Volmans studie. Van Oost laat zien dat tot op heden de meeste systeemanalisten, programmeurs, en in iets mindere mate ook de operators, van het mannelijk geslacht zijn. Op het niveau van de gegevensinvoer echter, is de situatie precies omgekeerd: in 1988 was het aandeel van vrouwen daarin 91 procent. De leerlingen die Volman aan het woord laat, typeren de situatie feilloos: "Saaie mannetjes, allemaal dasjes", zeggen ze over mannen in de informatica. De mannelijke computergebruiker is iemand "die 's avonds dan echt uren aan die computer gaat werken, tot-ie het echt uit heeft, die 's avonds niet gaat stappen, die werkt alleen aan de computer." Oftewel: een echte freak. Bij vrouwen met een baan in de computersfeer wordt vrijwel unaniem aan een secretaressefunctie gedacht: "Allemaal vrouwen achter de computer, van die knappe blondjes, allemaal achter de computer met hoge hakken, tik, tik, tik." Volman omschrijft de verschillen in beeldvorming die leerlingen hebben van de mannelijke en de vrouwelijke computergebruiker, als het 'computerfreak-' en het 'kokerrok'-repertoire. Ze wijst erop dat het rolmodel van de computerfreak voor jongens nog wel ruimte laat voor positieve identificatie. Het kokerrok-perspectief roept echter uitsluitend negatieve associaties op bij de leerlingen. "Secretaresse, dan zit je de hele dag maar dingen in te tikken." ANGST Ellen van Oost probeert in haar onderzoek te achterhalen hoe het tot zo'n opvallend onderscheid tussen de specifieke mannen- en vrouwenrol (de 'computerfreak' versus de 'kokerrok' dus) in de computerwereld is gekomen. Aan de hand van een serie casestudies naar de automatiseringspraktijken van een aantal grote instellingen, beschrijft ze het ontstaan van nieuwe functies en de manier waarop die functies al vrij snel een mannelijke of een vrouwelijke connotatie kregen. Het speelt zich af op verschillende niveaus, zegt Van Oost. Op het strucp, CULTUUR

et> SAMENLEVING

24

-

/ANUARI/FEBR

turele niveau raken de nieuwe functies ingebed in een maatschappij waarin de posities van mannen en vrouwen verschillend zijn. Tegelijkertijd ontstaat er een bepaalde manier van spreken - in dit geval over de computer waarbij een mannelijke of vrouwelijke symboliek wordt gebruikt. Die nieuwe symbolen genereren vervolgens weer nieuwe seksepatronen, enzovoort. Tenslotte is er het individuele niveau van de ontwikkeling van de eigen sekse-identiteit. Zoals we bij de leerlingen uit Volmans onderzoek zagen, kan de sekse-identiteit rondom de computer worden ingezet: meisjes gillen "o, help!" als ze het niet meer snappen, jongens meten zich echter onmiddellijk de aan hun mannelijke rol verplichte deskundigheid aan. De mechanismen die hebben geleid tot een mannelijke stereotypering van de computer en de daarbij behorende functies, zijn nog betrekkelijk jong. In de periode dat de meeste bedrijven begonnen te automatiseren, eind jaren vijftig, begin jaren zestig, waren alle functies die met de computer samenhingen nieuw. De computer was nog omhuld met een mysterieus waas van angst en fascinatie. "De bijkans onvoorstelbare mogelijkheden, die dergelijke machines inhouden om intellectuele arbeid van de mens over te nemen, hebben de computer omgeven met een aureool van een van de fascinerendste voortbrengselen van ons technisch kunnen, maar voor velen tevens met een onbestemde vrees waartoe de voortgaande ontwikkeling van dergelijke nieuwe 'denkende' machines kan leiden", citeert Van Oost uit Elseviers Weekblad (oktober 1963). Daarnaast heeft de angst voor door de computer veroorzaakte massale werkloosheid in die eerste jaren een belangrijke rol gespeeld. Om de computer in een bedrijf ingevoerd te krijgen - een toen bovendien nog zeer kostbare aangelegenheid - moest men een aantal, wat Van Oost noemt, "sociale schokbrekers" inbouwen. Zo probeerde het management het personeel gerust te stellen met de garantie dat er geen ontslagen zouden vallen. Een andere manier om de werknemers 'om' te krijgen, was het voorstellen van nieuwe banen in de computersfeer als zeer belangrijk en perspectiefrijk. Tegelijkertijd werd de computer via de media gepresenteerd als een ingewikkelde en mannelijke machine.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 26

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's