GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 55

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 55

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Er is", zegt hij, "juist over dit onderwerp al zoveel gespeculeerd, dat negentig procent van mijn taak bestaat uit het tegengaan van speculaties." Toch wil hij wel kwijt dat creativiteit - in de brede betekenis van het woord en dus los van de strikt beeldende invulling daarvan - een belangrijke functie heeft als eigenschap om snel, flexibel en vooral ook inventief te kunnen reageren op onverwachte situaties in het leven. "Hoe groter de starheid, des te geringer de mogelijkheden tot aanpassing. Daarentegen is creativiteit, vanuit Darwinistisch perspectief bezien, een voorwaarde om te kunnen overleven."

bijvoorbeeld een tienjarige valt de culturele gebondenheid duidelijk af te lezen; daaraan kun je goed zien of die bijvoorbeeld in het Oosten dan wel in het Westen werd gemaakt."

OERDRIFT

Kunst of krabbel? Het verschil tussen die twee mag inmiddels duidelijk zijn. Maar er zijn ook overeenkomsten tussen de bewust creërende kunstenaar en het intuïtief krabbelende kind. Zoals de kennelijk onbedwingbare aandrang om zich te uiten. De vraag waarom een schilder schildert kan door de aangesprokene gemakkelijk als een belediging worden opgevat; zijn scheppingsdrift dient als vanzelfsprekendheid geaccepteerd te worden. Maar waarom krabbelt een kind? Ignace Schretlen: "Noem het 'oerdrift', noem het 'bron van creativiteit', al moet je met de laatste term oppassen omdat deze een wat zweverig alternatieve bijklank heeft. Maar er is, volgens mij, sprake van een biologische oorsprong van waaruit die creativiteit wordt aangestuurd. Die biologische bron hebben wij gemeenschappelijk met bijvoorbeeld mensapen. Ik denk alleen dat die oerdrift bij de mens, en dan met name bij de beeldend kunstenaar, later in de evolutie gecultiveerd is. Het woord zegt het al: pas vanaf dat moment is er sprake van cultuur en dus van kunst. Maar de creatieve basis ervoor is bij mensapen en heel jonge kinderen al aanwezig."

Beeldende creativiteit biedt, om nog even bij de functionele verklaringen te blijven, het individu daarnaast ook nog mogelijkheden om de confrontatie met zichzelf en de buitenwereld aan te gaan. Kunst leidt in het verlengde daarvan tot zelfverwerkelijking en zelfbewustzijn. Intrigerend is dan de vraag in hoeverre zich in het gekrabbel van apen een 'bewustzijn' manifesteert. Schretlen is ervan overtuigd dat er van zo'n bewustzijn sprake is. "In gekrabbel van kinderen kun je het na verloop van korte tijd zien groeien. Maar ook de manier waarop apen krabbelen, tekenen, schilderen, wekt die suggestie. Of je dat ook zei/bewustzijn kunt noemen, is een tweede, orang oetans en gorilla's herkennen zichzelf niet in de spiegel, chimpansees wel; is dat zelfbewustzijn? Ik zou daar zo geen antwoord op durven geven. Ik beperk me daarom hier tot de stelling dat in de tekeningen van apen een bepaalde mate van bewustzijn tot uitdrukking komt."

Schretlen deelt dus de opvatting niet, als zou creativiteit - dat is, let wel, nog niet hetzelfde als kunst al is zij voor het ontstaan daarvan wel een noodzakelijke voorwaarde! - zijn voorbehouden aan de mens, die zich daarmee op een hoger plan plaatst. "Apen kunnen ook creatief zijn", benadrukt hij. "Geen wonder, want circa 99 procent van ons DNA is identiek aan dat van de chimpansees!" Hoe natuurlijk die aandrang tot beeldende creativiteit is, blijkt onder meer ook uit het feit dat de behoefte om er gevolg aan te geven, spontaan optreedt en min of meer onafhankelijk is van prikkels van buitenaf. Pogingen om de creatieve neiging van buitenaf te stimuleren of te onderdrukken met behulp van een systeem van beloning en straf, lopen meestal op niets uit. Mensapen en jonge kinderen die krabbelen, doen dat louter en alleen uit zichzelf, aldus een stellige Schretlen; "Als je druk uitoefent komt er niks uit. Mensapen - chimpansees maar ook orang oetans - die potlood en papier ter beschikking hebben en daarmee vertrouwd zijn geraakt, krabbelen ook zonder ervoor te worden beloond. Aan de andere kant; willen ze niet, dan zullen ze blijven weigeren, óók wanneer je ze een banaan voorhoudt."

OPA

Zoals gezegd: Ignace Schretlen heeft een hekel aan speculeren. En dat geldt vooral ook speculaties over de voorstelling van een ape- of kinderkrabbel. Het nadeel van apen is dat ze niet kunnen praten. Maar ethologen - deskundigen op het terrein van dierlijke gedragingen - zitten zelden voor één gat gevangen. Zo is er geprobeerd apen een gering aantal fundamentele, zeer concrete begrippen aan te leren die als gestandaardiseerde antwoordcategorieën gebruikt kunnen worden bij de vraag wat een krabbel voorstelt. Zo kan een aap die iets geels op papier heeft gezet desgevraagd via een druk op de knop antwoorden; 'een banaan'. Schretlen hecht bijzonder weinig waarde aan dat soort experimenten, "'t Is maar net wat een onderzoeker zien wil in zo'n krabbel. Die aap drukt de knop in waarvan hij verwacht dat deze de onderzoeker tevreden zal stellen. Maar de knop met 'Geen idee' of 'Weet ik veel!' ontbreekt. Dat antwoord is veel te abstract voor een aap." Hetzelfde geldt voor jonge kinderen. "Een kind van drie kan niet zeggen; 'Ik voel mij rot'. Zo'n antwoord vergt een abstractievermogen dat het kind nog niet beheerst. Nee, een kind dat zich rot voelt zal zeggen: 'Ik heb buikpijn'." Gevraagd wat een tekening voorstelt, zal een kind daarom vaak ook geen antwoord weten, en uiteindelijk simpelweg toegeven aan wat een volwassene daaromtrent suggereert: 'Is het opa?' 'Ja hoor, het is opa...' Dat is overigens altijd nog minder erg, vindt Schretlen, dan het gedrag van psychologen die de krabbel als het ware losweken van het

Wat zou, tijdens het evolutieproces, het voordeel zijn geweest van beeldende creativiteit? Welke bijdrage heeft deze eigenschap geleverd aan de overlevingskansen van de soort? Dat is de meer functionele vraag die de feitelijke constatering van zo'n oerdrift bij aap en mens oproept. Maar over het antwoord daarop valt eigenlijk slechts te speculeren. En aan speculeren heeft Ignace Schretlen een buitengewone hekel.

WETENSCHAP.

CULTUUR

et)

SAMENLEVING - IANUARI/FEBRUARI

53

I99S

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's